Volgens een nieuw Ministerieel Besluit, dat zaterdag werd gepubliceerd, zouden bouwbedrijven zelf verantwoordelijk zijn voor het vergaren en tijdelijk bijhouden van diverse informatie om de contact tracing van buitenlandse werknemers en onderaannemers mogelijk te maken. Confederatie Bouw en Bouwunie betreuren dat deze nieuwe wetgeving, die voor extra administratieve druk zorgt, zomaar zonder enig voorafgaand overleg met de sector werd ingevoerd.
Buitenlanders die naar ons land komen, alsook Belgen die uit het buitenland terugkeren, zijn sinds 1 augustus verplicht om een Passenger Locator Form (PLF) in te vullen. De nieuwe wetgeving legt bouwbedrijven niet alleen de verplichting op om te controleren of deze PLF’s zijn ingevuld. Ze moeten ook voor elke buitenlandse werkkracht gedetailleerde lijsten bijhouden met onder andere naam, geboortedatum, verblijfsplaats, rijksregisternummer, telefoonnummer en de personen met wie hij in België samenwerkt. En dit voor de ganse keten van onderaannemers. Dit is volgens Confederatie Bouw en Bouwunie veel te verregaand. Het is onaanvaardbaar dat deze administratieve last en verantwoordelijkheid volledig in de schoot van de bouwondernemers belandt. Men legt de bouw zonder overleg of voorbereiding een systeem van contact tracing op.
Beide organisaties benadrukken dat de bouw steeds op een constructieve manier heeft meegewerkt om de verspreiding van het coronavirus in te dijken. Jean-Pierre Waeytens, gedelegeerd bestuurder van Bouwunie: “Er is een duidelijk sectorprotocol opgesteld met veiligheidsvoorschriften die we met grote regelmaat communiceren naar onze leden. Er is momenteel bovendien geen empirisch bewijs dat de bouw een haard van besmettingen zou zijn. Daarnaast heeft de bouw al verschillende registratiesystemen, zoals ‘Check in at work’, de werfmelding en Limosa, een databank van buitenlandse werknemers. Er was beter werk gemaakt van het optimaliseren van deze reeds bestaande informatiestromen en de kruising van deze gegevensdatabanken, in plaats van de bouwbedrijven opnieuw op te zadelen met een nieuwe onrealistische verplichting. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat de bouwsector moet opdraaien om het niet optimaal lopend contactonderzoek van de overheid op te lossen.”
Confederatie Bouw en Bouwunie hopen samen met de inspectiediensten tot een pragmatische en werkbare invulling te komen van deze wetgeving. Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw: “Vermits deze regelgeving verregaand is en zonder enig overleg werd ingevoerd, zijn de bedrijven hier niet op voorbereid. Dit brengt de werking van de bouw en bijgevolg de economie in gevaar. We hebben deze ochtend al overleg gehad met de inspectiediensten en hebben met drang gevraagd om deze verplichting te vereenvoudigen, zodat onze bedrijven geen extra administratieve last voorgeschoteld krijgen.” Confederatie Bouw en Bouwunie werken graag op een constructieve manier om tot een goede oplossing te komen. De organisaties hopen intussen dat de inspectiediensten coachend en niet sanctionerend zullen optreden, wat ze deze morgen overigens beloofd hebben.