Embuild verwacht dat de activiteit van de bouw- en installatiesector in ons land in 2024 niet zal toenemen. Hoogstens een stabilisatie dus en dit na een slecht 2023 toen de bouwactiviteit daalde met 0,7%. “Het herstel blijft dus uit in de bouw- en installatiesector en dat is alarmerend”, weet Niko Demeester, CEO van Embuild. Die nulgroei is het resultaat van twee zeer uiteenlopende evoluties: de crisis in de nieuwbouw duurt ook dit jaar verder (-5%), terwijl de infrastructuurwerken het goed blijven doen, met een groei van 4,4%. De renovatie van woningen ten slotte veert licht terug op dit jaar. Embuild is zich bewust van de bijzonder moeilijke budgettaire situatie, maar vraagt de komende regeringen toch om de nodige investeringen en fiscale stimuli op alle niveaus te voorzien. Dat is immers broodnodig om een aantal prangende maatschappelijke problemen, zoals de wooncrisis, de files en de verouderde infrastructuur, aan te pakken.
De bouw van nieuwe woningen bevindt zich in 2024 nog altijd in een zware crisis. Voor dit bouwsegment verwacht Embuild dit jaar opnieuw een daling van 5%, na een krimp vorig jaar van 7,1%. Beter is het gesteld met de renovatie van woningen, waar voor 2024 een groei van 1,6% wordt vooropgesteld. Daarmee doet deze subsector het iets beter dan vorig jaar, toen de groei 1,2% bedroeg. Toch is deze activiteittoename onvoldoende om tegen 2050 aan de Europese, koolstofvrije normen te kunnen voldoen. Om die te kunnen bereiken, moet het renovatieritme verdrievoudigd (Vlaanderen) en zelfs verviervoudigd (Brussel en Wallonië) worden.
De bouw van nieuwe non-residentiële gebouwen kreeg het sinds covid hard te verduren, maar 2024 blijkt een keerpunt te zijn: de activiteit neemt met 0,9% toe. Er worden dus o.a. opnieuw meer kantoor- en winkelruimtes gebouwd. De renovatie van non-residentiële gebouwen gaat daarentegen na drie positieve jaren opnieuw achteruit, meer bepaald met 2%. Dat heeft grotendeels te maken met de voltooiing van het herstelplan na de overstromingen van juli 2021, van de Europese relanceplannen en van het Waals ziekenhuisrenovatieplan.
Goed nieuws is er dit jaar opnieuw voor de infrastructuurwerken, met een sterke stijging van 4,4% en dit na al een toename met 4,9% in 2023. Dat is niet onlogisch, want een steeds wederkerend effect in aanloop van verkiezingen. Heel wat lokale en regionale overheden voeren dan typisch nog veel nieuwe werken of verfraaiingen door. Gevolg is wel dat het voor deze sector in 2025 een pak moeilijker zal worden, met een verwachte daling dan van 2,2%.
Niko Demeester, CEO van Embuild: “Nu de nieuwe regeringen gevormd worden, zijn investeringen en stimuli absoluut noodzakelijk om een aantal maatschappelijke problemen, zoals de groeiende wooncrisis, de vele files en de belabberde publieke infrastructuur, grondig aan te pakken. De bouw kan die problemen mee helpen oplossen, maar heeft daarvoor nood aan beleidsondersteuning, ook al beseffen we dat de budgettaire toestand zeer moeilijk is. Zo is het noodzakelijk om de btw 6% op sloop-wederopbouw opnieuw voor verkoopprojecten in te voeren, net zoals dat nu al het geval is voor private of verhuurprojecten. Om de bevolkingsgroei en de toename van singles en éénoudergezinnen op te vangen, moeten we tegen 2030 immers 225.000 extra wooneenheden bouwen in heel België en die extra capaciteit kan enkel worden gecreëerd door projectontwikkeling.” Voor Vlaanderen pleit de bouwfederatie voor een renovatiekorting, zodat de kostprijs van energetische renovaties volledig verrekend wordt in de woningprijzen. In Wallonië moeten de registratierechten verlaagd worden, terwijl in Brussel energetische renovatie verder ondersteund moet worden.
Daarnaast hebben de verschillende overheden in ons land nog heel wat werk om hun infrastructuur (wegen, bruggen, waterwegen, fietspaden, scholen, culturele centra, zwembaden, sportfaciliteiten, …) grondig op te waarderen. In 2023 en 2024 wordt hier terecht veel in geïnvesteerd, maar na de verkiezingen en het wegvallen van de relanceplannen vallen deze investeringen vanaf 2025 fors terug. En dat terwijl blijvende uitgaven hierin nodig zijn om ons land ‘future proof’ te maken. Om die reden moeten de overheidsinvesteringen, die in 2023 2,9% van het BBP uitmaakten, tegen 2029 opgetrokken worden naar 4% en tegen 2034 naar 5% van het BBP. Dat moet zelfs binnen de moeilijke budgettaire context mogelijk zijn. De meeste andere Europese landen investeren immers proportioneel meer tot aanzienlijk meer in hun infrastructuur, zijn aan dezelfde begrotingsregels gebonden en heffen bovendien minder belastingen.