Tijdloos ontwerpen met een grote sociale meerwaarde, en dat steevast met een positieve focus: dat is de corebusiness van Bontinck Architecture and Engineering. Getuige daarvan de kantoren van het bureau en de bekroonde Ghelamco-arena waarin ze zich bevinden. “Net wanneer er grote uitdagingen aan de basis liggen, creëren we sterke, vernieuwende concepten”, klinkt het.
Georges Bontinck, die in de naoorlogse jaren harde tijden meemaakte, had één advies voor kleinzoon John: “Zorgt dat uwen tiroir altijd vol ligt!” Waarmee hij bedoelde dat John Bontincks bureaulade continu vele verschillende opdrachten moest bevatten. In navolging van dit kostbare advies gaat de huidige zaakvoerder met alle plezier de meest diverse architecturale uitdagingen aan. Ongeacht wat de sector en de omvang van de opdrachten is – van kantoorgebouwen en ziekenhuizen tot villa’s en luchthavens. En ongeacht de herkomst van het kapitaal – publiek, privaat of een combinatie van de twee. In woelige economische tijden blijkt die diversiteit een waardevolle succesformule.
Het architectenbureau is ook actief in verschillende disciplines: van interieurdesign en restauratie over engineering tot stadsontwerpen. Dit laatste is zonder twijfel John Bontincks passie. “Dat heeft altijd al gekriebeld”, vertelt hij. “Voor mij telt niet enkel ons project, maar ook de effecten ervan op de buurt – vandaag en op lange termijn. Sommige collega-architecten creëren een ‘wonderful design’ dat totaal geen
sociale bijdrage levert. Dat zou ik niet kunnen. Want door iets te doen voor een buurt gebeurt er zoveel méér.”
Bontinck noemt dat het multiplicatoreffect. Door in plaats van wat ‘restgroen’ een semipublieke ruimte met moestuintjes, speelweides en fiets- en wandelpaden te creëren, kan je verloederde buurten opwaarderen, waardoor zowel de gevoels- als de vastgoedwaarde van de gebouwen verhogen. “Op die manier geef je als architect een groot cadeau aan de buurtbewoners en de maatschappij”, weet Bontinck. “Ik vind dat ook onze plicht. Ik zie het altijd als een voorrecht om ergens te mogen bouwen, om de stad of buurt mee vorm te geven. En dan wil ik met ‘sociale pasmunt’ iets teruggeven aan de maatschappij. Ik wil niet zomaar een betonboer zijn, ik ben ook filosoof.”
“Maar naast architect en filosoof, moeten wij ook psycholoog, notaris, makelaar, politieker, enzovoort zijn”, lacht John Bontinck. “Door ons bij elk project in de plaats van de diverse belangengroepen te stellen, kunnen wij de politieke, economische, administratieve én sociale wensen verenigen in ons ontwerp. Als je een stadion bouwt, is het belangrijk dat je niet alleen de administratieve eisen of de verzuchtingen van de buurt kent, maar dat je je ook afvraagt hoe een vipbezoeker, een diehardfan of een andersvalide een voetbalwedstrijd beleven. Wie een project enkel vanuit koude zakencijfers en de harde beton-en-staalmaatschappij benadert, en dus niet in de huid kruipt van wie het zal bewonen of gebruiken, creëert weinig meerwaarde. Sociale bewogenheid zit in mijn genen.”
De kantoren van Bontinck Architecture and Engineering zijn uiterst hedendaags. “Stijlvolle kantoren in een dynamische omgeving, met veel licht en ruimte, bevorderen de professionele fierheid, de creativiteit en het welbevinden. Een niet te onderschatten troef, want onze werknemers zijn ons belangrijkste kapitaal”, benadrukt John Bontinck, die ervan houdt om complexe uitdagingen om te buigen tot iets positiefs aan de hand van een oplossingsgerichte ontwerpfilosofie. “Voor ons is het glas altijd halfvol, nooit halfleeg. Vaak zijn het net de beperkingen die een concept vernieuwend en succesvol maken. En als je voelt dat alles goed zit, dan moet je ervoor gaan. Ook als iedereen vindt dat jouw ontwerp een luchtkasteel is. En je moet dan ook kunnen overtuigen. Want als jij vindt dat je het beste, mooiste ontwerp hebt, maar niemand anders vindt dat, dan sta je nog nergens.”
Toch wil Bontinck niemand iets opleggen. “Ik wil geen mooiprater zijn. Wat ik wél wil, is mensen samenbrengen, de neuzen in dezelfde richting krijgen en evenwicht creëren in de samenleving.” Bontinck durft daarbij weleens heilige huisjes slopen: een ontmoetingsplaats creëren voor rivaliserende voetbalfans, een oase van rust maken aan een drukke snelweg, sociale projecten met privékapitaal laten financieren … “We durven onszelf en de eisen van bouwheer en administratie in vraag stellen, en dat is zonder twijfel een van onze sterktes.”
Het ‘sociaalvoelend’ ontwerpen, met het vizier op de toekomst, is wat Bontinck wil blijven doen. En dat vooral in eigen land. “Hier is nog veel werk aan de winkel,” weet hij, “bijvoorbeeld om onze alsmaar groeiende steden menselijk te houden. Via nieuwe injecties in achtergestelde buurten en oplossingen die rekening houden met de vergrijzing. Dankzij de goede relaties met alle betrokkenen en ons hecht team dat vele uitdagingen aankan, blijven wij mooie en duurzame concepten ontwikkelen die onze samenleving verbeteren. En daarbij voelen wij ons als een vis in het water!”