Platform voor de bouw
Aangepast kwaliteitskader voor duurzamere cementtypes met alternatieve samenstellingen
De nieuwe norm EN 197-5 speelt proactief in op de evolutie naar steeds duurzamere cementtypes.

Aangepast kwaliteitskader voor duurzamere cementtypes met alternatieve samenstellingen

Duurzaamheid is een conditio sine qua non in de hedendaagse bouwsector. Ook cementfabrikanten springen mee op de kar en ontwikkelen alsmaar ecologischere producten met alternatieve samenstellingen en gerecycleerde grondstoffen. Helaas hinkt de normering een tikkeltje achterop en zijn Europese harmonisering en CE-markering voorlopig niet mogelijk. Gelukkig zijn er alternatieve oplossingen voorhanden om nieuwe cementtypes in te bedden binnen het Belgische kwaliteitskader. Wij vroegen ir. Martin Croon, Certification Expert & Auditor bij BE-CERT, naar een stand van zaken op het vlak van cementcertificatie.

Wat de nieuwe cementen binnen EN 197-5 onderscheidt van de traditionelere types die onder EN 197-1 vallen, is dat de inzetbaarheid van alternatieve grondstoffen is uitgebreid.

Ook in de cementsector staat de tijd niet stil en evolueert alles razendsnel. Nieuwe cementtypes en ‑producten schieten als paddenstoelen uit de grond. Het afstemmen van de normalisatie op innovatieve ontwikkelingen in de bouwpraktijk is altijd een uitdaging. De dwingende nood aan ecologische producten, de hedendaagse grondstoffenschaarste en de standstill van de normalisatie zetten de verhoudingen extra op scherp. Vandaar dat de Europese technische normalisatiecommissie besliste om een nieuwe norm in het leven te roepen. “In het verleden konden cementen enkel gecertificeerd worden onder EN 197-1, maar de herziening van die norm is op de lange baan geschoven. Dankzij de introductie van de nieuwe norm – EN 197-5 – is het voortaan toch mogelijk om nieuwe cementtypes te certificeren. Zij het zonder CE-markering, want die nieuwe norm is nog niet geharmoniseerd op Europees niveau. Om het gebruik ervan toch kwalitatief te omkaderen, hebben we beslist om die nieuwe cementen op te nemen in het BENOR-reglement (exclusief CE-verwijzing). Dat is intussen gebeurd en onze buurlanden – Duitsland, Nederland, Frankrijk … – zitten op hetzelfde spoor”, legt Martin Croon uit.

Meer ontwikkelingsvrijheid

De nieuwe norm EN 197-5 speelt proactief in op de evolutie naar steeds duurzamere cementtypes (CEM II/C-M en CEM VI). “Qua prestatie-eisen is er geen verschil tussen de normen EN 197-5 en EN 197-1”, geeft Martin Croon aan. “Wat de nieuwe cementen binnen EN 197-5 onderscheidt van de traditionelere types die onder EN 197-1 vallen, is dat fabrikanten meer vrijheid krijgen om de samenstelling van hun producten af te stemmen op de beschikbaarheid van (al dan niet gerecycleerde) grondstoffen uit andere industrieën. Lees: de inzetbaarheid van alternatieve grondstoffen is uitgebreid. Kortom: minder afhankelijkheid, meer mogelijkheden! Al betekent dat uiteraard niet dat fabrikanten zich niet aan bepaalde richtlijnen moeten houden. Binnen het BENOR-merk moeten ze de samenstelling van hun producten definiëren en nadien mogen ze er maximaal 5 % van afwijken. Er is dus eenzelfde welomlijnd kader om de kwaliteit van die nieuwe cementproducten te waarborgen.”

Om het gebruik van nieuwe cementtypes toch kwalitatief te omkaderen, zijn ze opgenomen in het BENOR-reglement.

ATG en NeoCem

Binnen het kader van het BENOR-merk moet ook de specifieke gebruiksgeschiktheid van cementen bepaald worden, zodat ze effectief kunnen worden toegepast in de bouwpraktijk. De regels hiervoor liggen vast in de betonnorm NBN B 15-001. De nieuwe cementen zijn daar echter nog niet in opgenomen. “Er is gelukkig een alternatieve oplossing voorhanden waarbij dergelijke cementen onderworpen worden aan een initieel proefprogramma onder ATG met certificatie. Zo kan voor deze nieuwe producten proefondervindelijk vastgelegd worden tot welke geschiktheidsklasse ze behoren en of er aanvullende eisen nodig zijn voor hun gebruik”, geeft Martin Croon aan. “Dit is slechts tijdelijk, in afwachting van de resultaten van het NeoCem-project, dat proactief inspeelt op de ontwikkeling van nieuwe cementtypes die onder de norm EN 197-5 vallen. In het kader van dit project worden de geschiktheidsklassen collectief vastgelegd op basis van een omvangrijk onderzoek. Na de afronding van dit project zullen ze opgenomen worden in de tabellen van de betonnorm NBN B 15-001 en zullen fabrikanten niet langer een bijkomende ATG moeten aanvragen.”

“Vermits de nieuwe cementen zijn opgenomen in het BENOR-reglement, is er toch sprake van een welomlijnd kwaliteitskader”, legt Martin Croon uit.

Veel interesse 

Het reglement voor de certificatie van nieuwe cementtypes is geldig sinds 1 januari 2022. “De reactie vanuit de sector is zeer positief”, zegt Martin Croon. “Vooral omdat het gezien de huidige marktsituatie erg moeilijk is om sommige grondstoffen te verkrijgen. Het is dus geen overbodige luxe dat er voortaan andere samenstellingen mogelijk zijn en dat er meer ontwikkelingsvrijheid bestaat. Daarnaast popelen veel fabrikanten om mee in te zetten op circulair bouwen via de introductie van nieuwe cementtypes. Tot nog toe hebben we drie aanvragen ontvangen voor de certificatie van nieuwe cementen, maar de interesse reikt verder. De fabrikanten hebben nog wat tijd nodig om hun productie aan te passen en hun producten af te stemmen op de nieuwe norm, dus we verwachten binnenkort nog veel meer aanvragen!”

Alle informatie over gecertificeerde producten en de reglementen zijn beschikbaar op: https://extranet.be-cert.be/.    

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details