Platform voor de bouw
Antwerpen Provinciehuis | Provincie Antwerpen pronkt met nieuw kantoorgebouw

Antwerpen Provinciehuis | Provincie Antwerpen pronkt met nieuw kantoorgebouw

Na een afwezigheid van vijf jaar zijn de medewerkers van het Antwerpse provinciebestuur teruggekeerd naar de omgeving van het Koning Albertpark. Daar hebben de bouwbedrijven Denys en Democo intussen hun oude kantoorgebouw gesloopt en vervangen door een opvallende nieuwbouw.

De officiële opening van het gebouw vindt pas dit najaar of begin 2020 plaats, na de heraanleg van de 2,3 hectare grote tuin, die volledig publiek toegankelijk zal zijn. Intussen kunnen de provinciale ambtenaren al wennen aan papierarm werken, telefoneren via Skype en het delen van een aantal werkplekken. Het provinciehuis telt immers 620 werkplekken voor 860 werknemers.

De gevel is voor slechts 40 % beglaasd om opwarming door zonnewarmte te verhinderen. Toch is er veel lichtinval tot diep op de werkvloer, met name doordat de driehoekige ramen op hun punt geplaatst zijn.

Renoveren te duur

Het oude provinciehuis uit het begin van de jaren 70 van vorige eeuw was niet meer geschikt voor de hedendaagse werking van de ingekrompen provinciale administratie. Heel wat werkruimtes waren te groot, de ICT-bekabeling was in de loop der jaren weinig planmatig uitgebreid en de energiefactuur liep flink op. Bovendien was er zowel betonrot als waterinsijpeling vastgesteld en bevatte het gebouw asbest. Een studie wees uit dat het goedkoper en efficiënter was om een nieuwbouw op te trekken dan het bestaande gebouw te renoveren.

 

Het congrescentrum omvat een auditorium (350 personen), de provincieraadzaal (100 personen), twee vergaderzalen voor 35 à 40 personen, een multifunctionele ruimte en enkele kleinere ruimtes.

Congresruimte

Het nieuwe provinciehuis combineert een congresdeel met een capaciteit van 350 personen in de voorbouw en een kantoordeel als torengebouw. De voorbouw is opgedeeld in twee verdiepingen: een halfverzonken niveau met auditorium, raadzaal, tentoonstellingsruimte en lobby, en polyvalente ruimtes op de hogere verdieping. Het balkvormige volume heeft een lichtreflecterende glasgevel. Dit maakt dat het zich manifesteert als een glazen paviljoen in de tuin, waarbij spiegeling en transparantie elkaar afwisselen. Het Antwerpse provinciehuis telt vijftien bovengrondse niveaus en is net geen 58 meter hoog. Dat is lager dan de 71 meter van het oude provinciehuis. Ook de vloeroppervlakte is aanzienlijk afgenomen.

Kenmerkend voor de visuele uitstraling van de vrijstaande nieuwbouw zijn de driehoekige ramen en de zwenking in het volume. Die moet niet alleen de aandacht trekken, maar heeft ook een functionele betekenis. Door deze torsie werpt het torengebouw geen schaduw op de omliggende gebouwen. Bovendien valt er zo minder rechtstreeks zonlicht, maar meer onrechtstreeks noorderlicht binnen in de grote, open verdiepingen. De parking ligt volledig ondergronds. Ze is bedekt met een intensief groendak, dat deel uitmaakt van de gloednieuwe tuin. Die tuin is opgevat als een open vallei, omrand met struikgewas en bomen. In vergelijking met vroeger is er meer ruimte voor fietsers en carpoolers en is er minder plaats voor individuele wagengebruikers.

De zaal voor de bijeenkomsten van de provincieraad. (Beeld: Koen Fasseur)

Grootste BEO-veld van België

“Niet alleen qua uitzicht is dit geen alledaags gebouw”, blikt de projectleider bij hoofdaannemer Denys terug. “Het BEO-veld, goed voor 350 boringen tot op een diepte van 350 meter, is het grootste dat tot nog toe is aangelegd in België. Ook het ter plaatse storten van het zichtbeton – waarin het hele gebouw is opgetrokken – vormde een fameuze uitdaging. Geen enkel geveldeel heeft immers dezelfde torsie. Daarom moesten we een speciale, aanpasbare bekisting ontwikkelen, die we telkens konden bijvijzelen. We zagen ons er ook toe verplicht om die bekisting met inox te maken, zodat er zich langs de zichtzijden van het beton geen roestvlekken zouden aftekenen.” Ook voor de raamopeningen zetten de aannemers dit adaptieve bekistingssysteem in. “De helling was immers anders voor elke raamopening”, aldus de projectleider. Wegens de hoge dichtheid van de wapening moest Denys uitwendige trilmotoren inzetten om het beton te verdichten, terwijl de kisten al op hun plaats stonden. “En bij het aanvoeren van het beton moesten we regelmatig de vloeibaarheid ervan controleren, want door de Antwerpse verkeerscongestie konden de transporttijden sterk variëren.”

Vaste werplekken zijn verleden tijd.

Primeur

Ongewoon is ook de opbouw van het glasmozaïek in de geventileerde gevel van de toren. “Een primeur voor België. Zo nieuw dat hiervoor zelfs nog geen duurzaamheidsattest bestaat. We konden daar ook niet op wachten. Daarom hebben we samen met het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) een eigen duurzaamheidstest ontwikkeld, gebaseerd op ATG.”

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details

Kunnen we je helpen met zoeken?