In appartementen gelden binnenkort nieuwe regels

Het appartementsrecht, of officieel de wet op de mede-eigendom, ondergaat vanaf 1 januari 2019 een grondige hervorming. Wetende dat er in ons land meer dan 1,35 miljoen appartementen zijn, heeft deze hervorming een grote impact voor heel wat eigenaars. 

Samenleven onder hetzelfde dak van een appartement verloopt niet overal even eenvoudig. Goed een Belg op vier woont in een appartementsgebouw. Eigenaars kunnen relatief autonoom beslissen over hun privévertrekken, maar over de gemeenschappelijke delen moet men tot een consensus zien te komen. Het beheer van die gemeenschappelijke delen wordt geregeld in het zogenaamde appartementsrecht, of officieel de wet op de mede-eigendom. Onder impuls en met de inbreng van beroepsorganisatie CIB Vlaanderen ondergaat deze wet na de jaarwisseling een grondige hervorming.

Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de beslissingen binnen de algemene vergadering flexibeler kunnen worden genomen: de 3/4-meerderheid wordt teruggebracht naar een 2/3-meerderheid. Bovendien mogen mede-eigenaars voortaan enkel meestemmen over een gemeenschappelijk deel als ze bijdragen in de kosten voor dit gemene deel.

Afstand van eenparigheidsvereiste
De hervorming heeft ook oog voor de gebouwen waarin er een blokkering van de besluitvorming plaatsvindt: de vrederechter kan als ultieme remedie een voorlopige bewindvoerder aanstellen, die onder bepaalde omstandigheden een beslissing kan nemen op kosten en in plaats van de algemene vergadering. Vanuit dezelfde optiek wordt voor de totale heropbouw van het gebouw, steeds onder strikte voorwaarden, afstand gedaan van de eenparigheidsvereiste: de afbraak en heropbouw van het gebouw kan soms met een 4/5-meerderheid, namelijk als de hygiëne, veiligheid of disproportionele herstellingskosten daartoe dwingen. Zo kan er een oplossing geboden worden voor de talrijke gebouwen waarin gebrek aan eenparigheid tot een volstrekte immobilisatie en dus dreigende ruïnering leidt.

Nieuwigheden op financieel vlak
Ook op financieel vlak worden er een aantal nieuwigheden ingevoerd: de introductie van een verplichte bijdrage voor het reservefonds, die 5% van de totale bijdrage zal bedragen, is bedoeld om de kosten voor grote werken zoveel mogelijk in de tijd te spreiden.

Naast deze wijzigingen zijn er ook een aantal wijzigingen die specifiek betrekking hebben op de syndici. Zo zal het niet meer aan de syndicus zijn om te communiceren met de huurders. Indien een eigenaar zijn appartement verhuurt, is het zijn verantwoordelijkheid om de huurder op de hoogte te brengen van de beslissingen binnen de algemene vergadering van het gebouw. Daarnaast wordt er ook een preciezere omschrijving van de inhoud van het syndicuscontract opgelegd, met name wat de kosten betreft.

Tekst en beeld CIB Vlaanderen