Platform voor de bouw
CIRCULAIR LANDGEBRUIK

CIRCULAIR LANDGEBRUIK

Vlaanderen staat voor grote uitdagingen om de snelle ecologische veranderingen aan te kunnen en zijn ruimtelijke organisatie beter op orde te krijgen. We staan er weinig bij stil, maar helaas springt onze regio uit de band en is ze tot ver buiten de landsgrenzen berucht voor haar slechte ruimtelijke conditie. En het wordt erger, want het totale ruimtebeslag, het verspreid bouwen en de verharding blijven dagelijks toenemen. 

De hogere bevolkingsdichtheid of de afwezigheid van natuurlijke barrières in ons vlakke land worden vaak ingeroepen ter verschoning van de chaotische bebouwing en het versnipperd landgebruik. De aangrenzende regio’s van onze buurlanden hebben evenwel eenzelfde bevolkingsomvang, een vergelijkbaar welvaartsniveau en eveneens weinig landschappelijke hindernissen, maar ze slagen er wel beter in om hun ruimtelijke ontwikkelingen onder controle te houden (op Luxemburg na). Deze toestand is ons dus niet ‘overkomen’, maar is het resultaat van de lage waarde die – zowel maatschappelijk als politiek – wordt toegekend aan ons natuurlijk kapitaal en (meer specifiek) onze bodem. ‘Grondontwikkeling’ lijkt de beste en meest lucratieve benutting van de bodem, maar veel functies die de bodem voor ons opneemt (opslag van water, koolstof, voedselproductie, koeling, enzovoort) gaan ermee verloren. 

Wat meer zorg – ja, zelfs wat meer fierheid – voor ons vlakke land zou een verschil maken. Geen bijkomend ruimtebeslag meer tegen 2040 en een daling met een vijfde van de verharding in het buitengebied tegen 2050 is wat de Vlaamse overheid met de bouwshift vooropstelt om het tij te keren. Elke verandering brengt natuurlijk ook ongerustheid en weerstand teweeg, en dat is met de bouwshift niet anders. Nochtans is er geen reden tot ongerustheid, want de bouwshift is geen bouwstop. Er is nog heel wat nieuwe ontwikkeling en vooral herontwikkeling nodig in Vlaanderen. De bouwshift is wel een ‘grondstop’. We moeten namelijk zo spoedig mogelijk naar 100 % circulair landgebruik evolueren, waarbij enkel nog op de reeds ingenomen gronden wordt gebouwd, herbouwd of verbouwd. Cynisch genoeg is het doordat er in onze regio reeds zoveel landoppervlakte door ruimtebeslag werd verspild (33 % ten opzichte van 6 % gemiddeld in de Europese Unie) dat zich zelfs bij een toestand van circulair landgebruik meer dan voldoende ontwikkelingsmogelijkheden zullen blijven aandienen. En circulair landgebruik zal ongetwijfeld ook beter gelegen projecten opleveren dan bij de verdere inname van landbouwgronden op afgelegen locaties. 

Hoewel veel ontwikkeling reeds richting kernversterking en hergebruik van bestaand ruimtebeslag evolueert, blijven bijkomende bebouwing, verharding en ander type ruimtebeslag schering en inslag in Vlaanderen. Dit gaat ten koste van onze landbouwgronden en de voedselproductie. De bouwshift zal zich dus niet ‘vanzelf realiseren’ volgens de huidige marktwerking. Het opvoeren van de kernverdichting – van de steden tot de dorpen – zal hand in hand moeten gaan met het uitdoven van de verdere aantasting van landbouw en natuur. Niet alleen een ruimtelijke verschuiving van de bouwactiviteit, ook een verschuiving in de profilering van heel wat bouw- en ontwikkelingsbedrijven zal aangewezen zijn om de bouwshift mee waar te maken. Zo zullen vooral de ondernemingen die zich richten op kernversterking, gemengde ontwikkeling en reconversieprojecten een cruciale rol spelen. 

Maar ook aan de andere zijde van de bouwshift – aan de zijde van de bescherming en het herstel van de open ruimte – zal veel meer door de overheden geïnvesteerd moeten worden. Denk bijvoorbeeld maar aan het herstel van de waterhuishouding van onze regio. Daarvoor zullen vooral grondaannemers, grondsaneringsbedrijven, sloopbedrijven en landschapsaannemers nodig zijn. De bouwshift vormt dus geen bedreiging voor de bouwsector, maar net een opportuniteit om mee een betere ruimtelijke toekomst voor Vlaanderen te realiseren.    

Peter Lacoere,
Lector ruimtelijke ontwikkeling HOGENT, ir. architect en ruimtelijk planner

De Pen wordt doorgegeven aan Bart Cobbaert van DENC-STUDIO, architect en innovator op het vlak van duurzaam bouwen.

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details