Veel bouwbedrijven hadden tot 4 mei geen andere keuze dan de uitvoering van hun werken onmiddellijk te onderbreken, hetzij drastisch te verminderen. Dat had ook een impact op de projectontwikkelaars. Daarom vragen beide organisaties om bedrijven die getroffen werden door Covid-19 schade te vergoeden en raden ze hun leden aan om via constructieve dialoog de contracten te goeder trouw uit te voeren.
In het kader van de COVID-19 crisis werden de activiteiten in de bouwsector weliswaar niet verboden door de Ministeriële Besluiten, maar vielen ze ook niet onder essentiële sectoren. De bouwsector kreeg vanwege de overheid strenge regels opgelegd in de uitoefening van hun activiteiten, zoals ‘social distancing’.
Gelet op de termijn waarbinnen de strenge maatregel diende ingevoerd te worden en het zware sanctiebeleid, hadden vele bouwondernemingen geen andere keuze dan de uitvoering van hun werken onmiddellijk te onderbreken, hetzij drastisch te verminderen. Door de maatregelen konden vele bouwwerken tot 4 mei niet worden verdergezet (de ”lockdownperiode”) , wat enorme gevolgen van diverse aard met zich meebracht. Vermits vastgoedontwikkeling een ketenproces is, ondervinden de bouwheren eveneens een zwaar economische impact ingevolge de volledige of gedeeltelijke stopzetting van de bouwwerven.
Ook al maakt het Ministerieel Besluit van 30 april 2020 het vanaf 4 mei terug mogelijk om de bouwactiviteiten te kunnen heropstarten met inachtneming van preventiemaatregelen, zoals voorzien in de generieke gids en het sectoraal akkoord voor de bouw, wordt ook na 4 mei de economie van de bouwcontracten nog verstoord.
BVS & Confederatie Bouw willen solidair zijn in deze moeilijke tijden en een vlotte heropstart van de bouwactiviteiten in ons land bewerkstelligen. Daarom engageren beide organisaties zich ertoe om:
BVS & CONFEDERATIE BOUW wensen zich in alle vertrouwen op te stellen alsconstructieve gesprekspartners en sturen elkeen aan op het vinden van evenwichtige oplossingen .