Een jaar lang werd de idyllische rust van Het Leen in Eeklo verstoord door een enthousiast bouwteam dat met man en macht aan de renovatie van het patrimonium werkte. De hinder die bezoekers en medewerkers ondervonden, is intussen al lang vergeten. Een prachtig bosinfocentrum fungeert letterlijk en figuurlijk als onthaalpoort van het rijkelijk beboste domein.
Met een overkraging van maar liefst 6 meter vervult de uitkijktoren zijn rol van herkenningspunt met glans.
Met zijn 253 hectare (voornamelijk) bosrijk gebied is Het Leen een van de mooiere provinciale domeinen dat ons land rijk is. “De echte toegang tot het bos bestond uit aftandse gebouwtjes die ooit nog door het leger waren opgetrokken”, vertelt Thomas van Vlaenderen, bestuurder van BABO Bouw & Interieur. “Om Het Leen de allure te geven die het verdient én de personeels-leden in optimale omstandigheden te kunnen laten werken, besloot de Provincie Oost-Vlaanderen deze ‘inkompoort’ op te waarderen door middel van een grondige renovatie.”
De architect koos voor een industriële look, waarbij de originele metalen dakspanten de brug slaan tussen oud en nieuw.
BABO Bouw & Interieur mocht het volledige project realiseren. Dit gereputeerde aannemingsbedrijf is al aan zijn vierde generatie toe en is gespecialiseerd in renovatiewerken én innenschrijnwerk/maatmeubilair. “Vandaar dat we ook in dit project de meeste werken met eigen mensen hebben uitgevoerd”, aldus
Thomas van Vlaenderen. “De grootste uitdaging bestond erin de huidige normen te verenigen met het authentieke karakter van de gebouwen. Ook het feit dat er een volledig nieuw tussengedeelte werd gebouwd, bracht de nodige kopzorgen met zich mee. In oude gebouwen zijn rechte muren en vloeren
immers een grote uitzondering …”
De tussenbouw maakte plaats voor een grote, heldere serre van 210 m².
De bestaande tussenbouw, waar zich het onthaal en de administratie bevonden, maakte plaats voor een grote, heldere serre van 210 m². Links daarvan bevindt zich een uit de kluiten gewassen lockerruimte met een achterliggende opslagplaats voor het natuureducatief materiaal. Verderop vond de permanente tentoonstelling ‘bos-boom-hut’ zijn onderkomen. Aan de overkant daarvan is een doorgang naar het leslokaal voorzien, terwijl de infobalie aan de voorzijde gepositioneerd is, net zoals een kleine natuurwinkel. Deze vormen op hun beurt de toegangspoort naar de backoffice van Het Leen. In het aanpalende gerenoveerde gebouw zijn de kantoren, een vergaderzaal, een eetplaats en sanitaire voorzieningen voor het personeel ondergebracht.
Aan de binnenkant is het plafond bekleed met multiplexplaten in Fins vuren, die een laagje vernis kregen.
De gesloten, militaire bouwstijl van de oorspronkelijke gebouwen is in het nieuwe concept verzoend met de laagdrempelige, natuureducatieve doelstelling van het bosinfocentrum. “Door de serrestructuur kan de bezoeker als het ware door het volledige gebouw kijken”, legt Thomas Van Vlaenderen uit. “De architect koos voor een industriële look, waarbij de originele metalen dakspanten de brug slaan tussen oud en nieuw. Het oorspronkelijke dak, dat uit asbestgolfplaten bestond, is volledig vervangen door geïsoleerde dakpanelen waarop hedendaagse golfplaten zijn gemonteerd. Op deze manier werd het originele buitenaanzicht maximaal gevrijwaard. Aan de binnenkant werkten we met multiplexplaten in Fins vuren, die een laagje vernis kregen. Dit materiaal is doorgetrokken in de raamomkasting van het nieuwe schrijnwerk in geanodiseerd, natuurkleurig aluminium. Ook in het meubilair komt het terug, maar dan in een betonplex beplakte uitvoering, waarbij de kopse kanten van de multiplex zichtbaar gebleven zijn.”
De multiplexplaten keren terug in het meubilair, maar dan in een betonplex beplakte uitvoering, waarbij de kopse kanten van de multiplex zichtbaar gebleven zijn.
Een interessant gegeven is dat de dakstructuur van de grote serre de daklijn van de twee oorspronkelijke gebouwen volgt. In het verlengde daarvan is een nieuwe uitkijktoren gebouwd, die dienstdoet als herkenningspunt. Een rol die hij trouwens glansrijk vervult dankzij zijn hoogte van 20 meter en het specifieke materiaalgebruik. Deze constructie is immers volledig opgetrokken in staal, inclusief borstweringen in fijnmazig strekmetaal. “Toch is het vooral de top van de toren die opvalt”, aldus Thomas Van Vlaenderen. “Deze heeft een overkraging van maar liefst 6 meter en is publiek toegankelijk. De vloer bestaat uit persroosters, waardoor de bezoekers rechtstreeks naar beneden kunnen kijken. Het hoeft geen
betoog dat dit een spectaculaire sensatie oplevert.”