Platform voor de bouw
‘Hoge’ school op Antwerps brownfield
Per verdieping hebben we gemiddeld achttien werkdagen nodig”, zegt Tim D’haese. (Beeld: Tim D’haese)

‘Hoge’ school op Antwerps brownfield

Een van de eerste nieuwbouwprojecten in de voormalige logistieke zone Petroleum Zuid langs de Schelde in Antwerpen is de realisatie van een school voor secundair technisch onderwijs. Met een vloeroppervlakte van 10.717 m² is dit een van de grootste nieuwe scholenbouwprojecten in Vlaanderen.

Na voltooiing – in het voorjaar van 2022 – moet de school onderdak bieden aan de 290 leerlingen van de bestaande stedelijke scholen voor deeltijds- en volwassenenonderwijs CDO Werkend Leren Antwerpen Zuid en CVO Encora. Daardoor worden de opleidingen ‘harde technieken’ van beide scholen maximaal geclusterd op één technische campus en zal het tekort aan beschikbare atelierruimte verholpen zijn.

Met bijna 35 meter is het complex ongewoon hoog voor een school. Naast klas-, vak-, technische en andere lokalen worden er nog andere voor-zieningen gerealiseerd. Op de zesde verdieping zal een open speelplaats worden ingericht en op de derde verdieping legt Antwerpse Bouwwerken een zandbak aan. “Het lijkt misschien ongewoon voor een secundaire school, maar deze zandbak heeft geen recreatieve functie. Hij zal dienstdoen als oefenterrein voor de aanleg van rioleringen en andere ondergrondse leidingen”, verklaart werf- leider Tim D’haese. Andere technische installaties voor het geven van opleidingen zijn onder meer een hefbrug voor autotechniek, een lasinstallatie en een simulatiestapelmagazijn.

Dubbele technieken

“Deze en andere lesinfrastructuur maakten dat we in technisch opzicht twee verschillende concepten moesten combineren”, legt de werfleider uit. “Enerzijds is er de technische uitrusting om het gebouw te doen functioneren, zoals de verwarming en de ventilatie. Anderzijds zijn er alle basistechnieken voor de opleidingen. Die omvatten onder meer installaties voor lassen, pleisteren en houtbewerking, maar bijvoorbeeld ook werken met vorkheftrucks. De constructie moet dan niet alleen zware lasten kunnen dragen, maar ook bestand zijn tegen een flinke stoot.”

De werken gingen in augustus 2020 van start en moeten in mei 2022 afgerond zijn. Het gebouw rust op een fundering van driehonderd palen. “Per verdieping hebben we gemiddeld achttien werkdagen nodig. De fundering en het gelijkvloerse niveau waren al in oktober 2020 klaar”, blikt D’haese terug. De draagconstructie bestaat uit kolommen, balken, premuren en predallen. Er is zowel gebruikgemaakt van voorgespannen welfsels met druklagen als van stortklaar beton. De trappen zijn kant-en-klaar aangeleverd in prefabbeton. “We werkten met gemengde ploegen, zodat niemand permanent met alleen maar balken of kolommen bezig was. Deze werkwijze voorkomt ook frustraties. Ploegen die gespecialiseerd zijn in één tak hoeven niet te wachten tot een andere ploeg klaar is met de vorige stap.”

Ge(k)liefde betonblokken

De gevelafwerking bestaat deels uit een aluminium beplating en deels uit verlijmde, gekloven beton-blokken. “Het klieven van de betonblokken gebeurde op uitdrukkelijk verzoek van de architecten. Op die manier wilden ze een ruw uitzicht realiseren. De raampartijen bestaan uit aluminium schrijnwerk en de bijbehorende zonwering. De vaklokalen zijn op hun beurt afgewerkt met gepolierd beton, de sanitaire ruimtes met tegels en de buiten- gevels met een aluminium beplating.” Aangezien akoestiek een essentieel aandachtspunt is in een school met lawaaierige praktijkopleidingen, is op de meeste plafonds een laag akoestische spuitpleister aangebracht. In totaal zijn in de ruwbouw 377 kolommen, 412 balken, 27.840 liter gietmortel, 6.600 m² betonmetselwerk, 280 ton metselmortel, 8.000 m² polybeton en 75 trap-sledes en bordessen verwerkt. De welfsels zijn samen goed voor 8.000 m² vloeroppervlakte, de predallen voor 1.500 m².

3D-plannen voor iedereen

Tijdens de studiefase werd beslist om het vol-ledige project in BIM te modelleren. “Een van de belangrijke voordelen hiervan is dat clashes tussen diverse technieken al gedurende de ontwerpfase kunnen worden vastgesteld en weg- gewerkt. Hierdoor worden de uitvoeringsfouten en de bijbehorende faalkosten tot een minimum herleid”, aldus D’haese. “Tijdens de bouw maakten we gebruik van een sterke visuele interface, zodat ook de ploegbazen, arbeiders en torenkraan- machinisten hun werk konden voorbereiden en evalueren aan de hand van 3D-plannen met heldere kleurcodes.” 

TECHNISCHE FICHE

Bouwheer
DBFM Scholen van Morgen (Brussel)
Architect
POLO Architects (Antwerpen)
Hoofdaannemer(s)
Antwerpse Bouwwerken (Antwerpen)

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details