Met de vernieuwing van De Wilg bewijst Sint-Niklaas dat het volop de kaart van sociale en culturele ontwikkeling trekt. Beide aspecten zijn met elkaar verzoend in een uitgekiend ontwerp, waarin het restaurant en de cafetaria een centrale rol vervullen. De duurzame en transparante architectuur is gekoppeld aan een huiselijke inrichting. Het resultaat? Een dienstencentrum dat geëvolueerd is naar een ontmoetingsplaats waar alle leeftijden uit elke sociale klasse elkaar vinden. Vandaar ook dat het complex is omgedoopt tot ‘’t Lammeken’.
Het dienstencentrum van Sint-Niklaas had zijn beste tijd gehad. Zowel functioneel als ecologisch en architecturaal voldeed het gebouw al lang niet meer aan de moderne maatstaven. Aanvankelijk werd er aan een grondige renovatie gedacht, maar uiteindelijk bleek een nieuwbouw kostenefficiënter te zijn. “Dit liet ons niet alleen toe om erg energiezuinig te bouwen”, aldus Filip Opdebeeck van m3 architectuur, dat samen met Under Construction architecten instond voor het ontwerp. “We kregen zo ook de kans om alle functies optimaal op elkaar af te stemmen. Dat was geen overbodige luxe, aangezien het stadsbestuur het sociale restaurant De Variant naar deze locatie wilde transfereren. Bovendien moesten er ook een kapsalon, wasserette en badkamer ingericht worden. Kortom: op een eenzelfde footprint moesten we veel meer functionele ruimte zien te creëren.”
De architecten vertrokken vanuit de filosofie dat de cafetaria het kloppende hart van het complex moest worden. “Het leek ons de ideale manier om van De Wilg een echt ontmoetingscentrum te maken”, zegt architect Filip Opdebeeck. “Vandaar onze keuze om de cafetaria centraal te positioneren, aan een interne ‘dorpsstraat’ die de brug naar de andere functies slaat.” Aan de tuinzijde bevindt zich een activiteitenruimte van 144 m², die geconnecteerd is met het sociale restaurant van 110 m². Dankzij de integratie van grote glaspartijen is het een erg transparant volume geworden, met zicht op een intieme ‘patiotuin’. De andere functies situeren zich eveneens rond de cafetaria, terwijl de keuken en de sanitaire voorzieningen van Den Azalee – de vzw die mensen die om persoons- of omgevingsgebonden redenen weinig kans maken op de reguliere arbeidsmarkt in de keuken aan het werk zet – zich in het smalle gedeelte richting de Lamstraat bevinden. “Om het nieuwe complex af te stemmen op de morfologie van de bouwhoogtes in de omgeving, hebben we aan de Lamstraat twee bouwlagen voorzien”, legt Opdebeeck uit. “Zo konden we voldoende ruimte creëren voor drie extra kantoren, twee gesprekslokalen en een polyvalente vergaderzaal. Bovendien wordt de connectie met ‘t Punt – een andere voorwaarde van de bouwheer – in de verf gezet door middel van twee bruggen over de dubbelhoge dorpsstraat die de administratieve ruimtes van beide gebouwen verbinden.”
Met duurzaam bouwen als uitgangspunt kozen de architecten voor een ‘ecologische’ look. Het gedeelte met één bouwlaag bestaat uit een combinatie van een stalen skeletstructuur en gelamelleerde houten liggers. Het dak is afgewerkt met steeldeck, waarop een groentuin is aangelegd. Het volume langs de Lamstraat is opgebouwd uit dragende wanden in silicaatsteen en een vloerplaat uit predallen met opgestort beton. Het geheel is afgewerkt met een bekleding van thermisch gemodificeerd vurenhout met verschillende secties. “Hier en daar is er een blauwe of gele lat voorzien – de stadskleuren van Sint-Niklaas. Hiermee hebben we een speels accent geïntegreerd”, vervolgt Filip Opdebeeck. “Schrijnwerk in antracietkleurig aluminium zorgt dan weer voor een visueel aantrekkelijk contrast. Ook de bestaande open fietsenberging van ’t Punt kreeg overigens dezelfde bekleding mee, waardoor de visuele cohesie tussen beide gebouwen versterkt is. Het interieur getuigt van een grote flexibiliteit. Eenvoudig verplaatsbare wanden maken het mogelijk om de zone cafetaria-restaurant-activiteitenzaal op verschillende manieren in te delen naargelang het type activiteit: van kleine groepslessen tot grote recepties of feesten.”
Het was Dero Construct dat de plannen van de architecten naar de praktijk vertaalde. Dit dynamisch algemeen klasse 7-bouwbedrijf mag dit jaar al dertig kaarsjes uitblazen. Met een honderdtal bekwame en enthousiaste medewerkers profileert de firma zich als een polyvalente partner met een ruime ervaring in de bouw en renovatie van de meest uiteenlopende gebouwen. “Bij de realisatie van Dienstencentrum De Wilg stonden we in voor het volledige pakket aan werkzaamheden, uitgezonderd de technische installaties en de keuken-inrichting. Maar ook deze werken hebben we mee gecoördineerd”, aldus projectleider Roeland De
Geyter. “De ruwbouw is opgetrokken met eigen personeel. Voor de binneninrichting, de omgevingswerken en de voorbereidende sloopwerken deden we een beroep op vakbekwame partners die voornamelijk afkomstig zijn uit de regio. Het minimaliseren van de ecologische voetafdruk is bij Dero Construct immers een belangrijk aandachtspunt.”
Het atypische ontwerp en de dito inrichting brachten de nodige uitdagingen met zich mee. “Zo was het niet altijd mogelijk om de logische uitvoeringsvolgorde te respecteren”, legt Roeland De Geyter uit. “Voorts was er sprake van veel verschillende afwerkingsmethodes, een brede waaier aan materialen en specifieke uitvoeringsdetails. In combinatie met een erg scherpe deadline vereiste dit een uitgekiende voorbereiding en een doorgedreven coördinatie. Elke partner moest zijn taken immers in een klein tijdsbestek uitvoeren. Toch was het een project dat perfect op maat van Dero Construct was gesneden, zowel qua complexiteit als omvang. Het is dan ook met gepaste trots dat we terugblikken op de constructieve samenwerking, die resulteerde in een gebouw dat een echte meerwaarde biedt – zowel architecturaal als functioneel. We zijn ervan overtuigd dat het nieuwe dienstencentrum een plaats is waar zowel jong en oud zich thuis zullen voelen en waar de personeelsleden elke dag met plezier komen werken.”