Staal is een materiaal dat zowel in historische als hedendaagse omgevingen gedijt. Dat bleek eens te meer bij de renovatie van het KMSKA en de realisatie van het nieuwe bezoekerscentrum in de Gentse Sint-Baafskathedraal. Ook het onthaalpaviljoen van het AfricaMuseum in Tervuren, dat vijf jaar geleden werd opgeleverd, bewijst dat staal zelfs in specifieke museale en monumentale contexten een tijdloze toegevoegde waarde biedt.
Na meer dan een decennium gefaseerde werkzaamheden opende het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMKSA) opnieuw de deuren. Kunstliefhebbers kunnen er zeven eeuwen artistiek vakmanschap bewonderen in een volledig nieuwe scenografie. Dankzij een ingenieuze inbreiding met tien nieuwe museumzalen kwam er 40 % exporuimte bij zonder dat de structuur en de uitstraling van het oorspronkelijke gebouw eronder leden. Zo ontstonden twee museale werelden in één, waarbij het architecturale contrast tussen de historische symmetrie en de hedendaagse asymmetrie een unieke beleving garandeert.
In bouwkundig opzicht was de renovatie en uitbreiding van het KMSKA een waar huzarenstuk. Een van de blikvangers is zonder twijfel de draagstructuur van de inbreiding, die uit 1 miljoen kilogram S355-staal bestaat. Een doordachte keuze, aangezien er nood was aan een lichte constructie die de ondergrond en de funderingen niet extra zou belasten. Opvallend is dat de staalstructuur enkel zichtbaar is in de twee techniektorens. Voor het overige is hij verborgen achter gipskartonwanden. Het staal is dus enkel een blikvanger in de figuurlijke zin van het woord. Een andere eyecatcher, die daarentegen wel prominent in het oog springt, is de ‘stairway to heaven’. Deze monumentale trap is 37 lopende meter lang en telt 103 treden, waaronder vijf tussenplateaus. De treden bestaan uit wit gepolijst prefabbeton en steunen op omvangrijke stalen kokers.
De Sint-Baafskathedraal in Gent herbergt een van de belangrijkste werken uit de Europese kunstgeschiedenis, met name de ‘Aanbidding van het Lam Gods’, toegeschreven aan de gebroeders van Eyck. De restauratie ervan vormde de rechtstreekse aanleiding voor de creatie van een nieuw bezoekerscentrum. Het doel van deze delicate operatie was om het beroemde altaarstuk opnieuw een prominente plek te geven in de Sacramentskapel. Een geklimatiseerde vitrine biedt de nodige bescherming. De verschillende bezoekersstromen zijn zo harmonieus mogelijk georganiseerd en verdeeld, zonder afbreuk te doen aan het historische karakter van het gebouw.
Ook de materiaalkeuze speelde een belangrijke rol bij het waarborgen van de architecturale en functionele continuïteit. De nieuwe elementen bestaan hoofdzakelijk uit glas, zodat de bezoekers nog steeds het weefsel van de oorspronkelijke kathedraal kunnen zien. Messing garandeert de link met de bestaande elementen. Zie onder meer de nieuwe gebogen metalen deuren en ramen in de vestibule van de kathedraal, die vervaardigd zijn uit thermisch geïsoleerde staalprofielen met een bijpassende afdekkap van messing en brons. Ook de torenhoge glazen pui van de nieuwe ingang in de hoek tussen het koor en de zijkapel is opgetrokken in staalprofielen, die speciaal op maat van dit project geselecteerd zijn.
Dankzij een stijlvolle restauratie, renovatie, uitbreiding en reorganisatie kan het AfricaMuseum in Tervuren zijn rol als hedendaags kennis- en expositiecentrum beter dan ooit vervullen. Vooral de realisatie van het nieuwe onthaalpaviljoen – een verfijnde staal- en glasstructuur – gaf het museum opnieuw ademruimte. Dit transparante balkvolume is opgetrokken naast het historische gebouw en bundelt alle secundaire functies (onthaal en shop op het gelijkvloers, restaurant met panoramisch zicht op de verdieping). Onder dit onthaalvolume bevinden zich nog een vestiaire, vergaderzalen, een foyer, kinderauditoria en een refter, die van een rijkelijke natuurlijke lichtinval genieten dankzij de verdiepte Engelse koer. Het nieuwe gedeelte staat via een ondergrondse galerij in verbinding met het bestaande museum.
Het onthaalpaviljoen is een opvallende nieuwkomer in de monumentale setting, maar gaat dankzij zijn glazen vliesgevel en slanke staalstructuur volledig op in de groene, historische context. De draagstructuur, die uit wit S355-staal bestaat, is onttrokken aan de beglaasde gevelvlakken. Een andere constructieve eyecatcher is de pivoterende scheidingswand van 5 op 14 meter in de ondergrondse galerij, die is opgebouwd uit een vakwerk van stalen UPN240-profielen. Ook het schrijnwerk, dat bestaat uit slanke, gemoffelde staalprofielen, mag er wezen.