In het verleden werd al vaak geopperd dat goede akoestiek een positief effect heeft op de leefbaarheid. Maar is dat ook effectief zo, en indien ja: in welke zin dan precies? Het AcustiCare Project zocht het uit via een tweejarig onderzoek naar de effecten van een evenwichtige akoestische omgeving en het gebruik van soundscapes in woonzorgcentra. De resultaten van deze grootschalige studie ogen alvast veelbelovend …
Gezond ouder worden is gezien de stijgende levensverwachting een van de grootste maatschappelijke uitdagingen van de komende jaren en decennia. Een chronische aandoening die in dat opzicht roet in het eten kan gooien, is dementie. Dementie tast de cognitieve capaciteiten aan en kan leiden tot psychologische of gedragsproblemen. In hedendaagse woonzorgcentra doet men heel wat inspanningen om personen met dementie in een aangename omgeving te laten verblijven, maar aan akoestiek en het aanwezige geluid wordt tot nog toe (te) weinig aandacht besteed. Vandaar dat de Vlaamse overheid het AcustiCare Project op poten zette, een praktijkgerichte studie omtrent de impact van akoestiek op de leefbaarheid in woonzorgomgevingen.
Ook een reductie van het omgevingsgeluid speelt in bepaalde woonzorgcentra een cruciale rol.
Het eigenlijke onderzoek vloeide voort uit een vruchtbare samenwerking tussen verschillende stakeholders binnen de ouderenzorg, waaronder kenniscentra (UGent, Arteveldehogeschool, Expertisecentrum Dementie Vlaanderen, WTCB …), bouwactoren (Ibens, archipelago | ar-te en VK Architects & Engineers) en producenten van akoestische oplossingen (DOX Acoustics, Gyproc, ShowTex en Triplaco). Vijf Vlaamse woonzorgcentra openden hun deuren om de complexe zoektocht naar de effecten van akoestische optimalisatie en het gebruik van soundscapes mogelijk te maken: WZC Sint-Jozef in Lier (Amate), WZC Sint Vincentius in Meulebeke, WZC Leiehome in Drongen (vzw Sint Regina’s Godshuis), WZC Sporenpark in Beringen (Senior Living Group) en WZC Veilige Have in Aalter. In eerste instantie werd er ingezoomd op het aantal aanwezige geluidsbronnen, de eventuele afstemming van de woonruimtes op de akoestische noden (ruimte-akoestiek) en de relatie met de kamers/ruimtes errond (geluidsisolatie). Daaruit bleek dat een gebrekkige akoestiek irritaties kan opwekken bij de bewoners en het aanwezige personeel.
In een volgende fase werden er waar nodig geluidsabsorberende en -isolerende oplossingen geïmplementeerd om de nagalmtijd, het contactgeluid en het luchtgeluid te reduceren. Met succes, want de feedback over de akoestische optimalisaties was erg positief. Ze bleken meteen een positief effect te hebben op het gedrag van de bewoners en hadden gezien hun esthetische karakter eveneens een gunstige invloed op de algemene levenssfeer. Conclusie: het opti-maliseren van de akoestiek is wel degelijk bevorderlijk voor de levenskwaliteit in woonzorgcentra!
Akoestische plafonds vermijden storende galmen in de leefruimtes van WZC Ludinaca in Lanaken.
Een tweede luik van het onderzoek focuste op het gebruik van sound-scapes. De ISO-formulering van dit begrip luidt als volgt: ‘De akoestische omgeving zoals gepercipieerd of ondervonden en/of begrepen door een persoon of een groep van personen, in zijn context’. Dit impliceert dat niet alleen de aanwezige geluiden, maar ook de interpretatie en ‘beleving’ ervan een rol spelen. Anders gezegd: op basis van een onderscheid tussen ‘gewenst’ en ‘ongewenst’ geluid kan je via de bewuste creatie van bepaalde geluiden een extra, positieve dimensie creëren (het geluid van vogels om in alle sereniteit wakker te worden, muziek om mensen te activeren of net tot rust te brengen …).
Kunnen soundscapes ook een rol spelen bij het behandelen en/of controleren van gedrags- of psychologische problemen? Het AcustiCare-project suggereert van wel. Vermits de evaluatie van die soundscapes een zeer persoonlijk gegeven is, kwamen ze tot stand via een cocreatieproces met bewoners, familie en medewerkers. De woonzorgcentra fungeerden als het ware als living labs, waarbij bleek dat natuurgeluiden veel beter onthaald worden dan menselijke of technische geluiden (met uitzondering van het bel- of klokgeluid, dat op prijs gesteld werd door de grote herkenbaarheid). Een belangrijk aandachtspunt was echter de afstemming op de dagelijkse werking van de woonzorgcentra – een belangrijke houvast voor de bewoners. Zowel bij het kiezen van de geluiden als het instellen van het tijdsinterval moet er dus rekening gehouden worden met persoonlijke voorkeuren. Conclusie: het reduceren van (storend) geluid kan hand in hand gaan met het creëren van soundscapes, op voorwaarde dat ze op maat van de context en de aanwezige personen zijn.
Meer info, alle onderzoeksresultaten en de gedetailleerde analyses vindt u op www.acusticare.be.