Tegenwoordig hoor je steeds vaker over “verduurzaming” in de bouw. Dit betekent niets meer dan milieuvriendelijke praktijken toepassen in het bouwproces. Je kunt bijvoorbeeld natuurlijke materialen gebruiken, zonnepanelen installeren, energiezuinige verwarmingssystemen installeren, maar ook schimmel in huis verwijderen voor een betere luchtkwaliteit. Maar wat kunnen bouwbedrijven allemaal doen om milieuvriendelijker te bouwen?
Bij duurzaam bouwen denk de meeste aan energie besparen, met het gaat om meer dan dat. Zowel mens als milieu moet in acht genomen worden wanneer we gebouwen ontwerpen en bouwen. We proberen natuurlijk om minder energie te verbruiken, maar we moeten ook materialen gebruiken die goed zijn voor het milieu. Daarnaast moeten we ervoor zorgen dat de binnenlucht gezond is om vocht, schimmel en andere schadelijke stoffen te voorkomen. Duurzaam bouwen draait dus ook om het creëren van leefbare woon- en werkplekken over het hergebruiken van materialen als we een gebouw slopen. Tot slot is het nodig om zoveel mogelijk water te besparen en zo min mogelijk natuurlijke hulpbronnen te gebruiken om de belasting op het milieu te verminderen.
People, Planet, Profit is een aanpak die wordt gebruikt bij het ontwerpen en renoveren van wijken en gebouwen. Het idee is om een balans te vinden tussen drie belangrijke aspecten: mensen, de planeet (het milieu) en economische winst. Wanneer je teveel bezig bent met het verminderen van de belasting op het milieu en niet echt rekening houdt met hoe klanten het gebruiken, kan het zijn dat het gebouw niet duurzaam is. Je kunt daarom ook nog een vierde P toevoegen, namelijk Project. Daarbij neem je in het ontwerpproces ook aspecten mee zoals ruimtelijke kwaliteit, diversiteit, flexibiliteit en evenwicht.
IFD staat voor Industrieel, Flexibel en Demontabel. Op deze manier kijk je niet alleen naar het eindresultaat, maar ook naar de organisatie van het bouwproces. Je kunt tegenwoordig delen van gebouwen ergens anders produceren en ze op de bouwplek in elkaar zetten. Dit werkt sneller, efficiënter en met minder fouten. Dit is voordelig voor de kwaliteit, kosten en het milieu en je kunt tevens makkelijker aanpassingen maken. IFD bouwen is dus een goede manier om duurzaam te bouwen.
Een andere strategie om duurzaam te bouwen is Cradle to Cradle (C2C). Het principe is eigenlijk dat “afval voedsel” kan zijn. Alles wat we gebruiken in een product moet ook na de levensduur nuttig kunnen zijn voor andere producten. Denk hierbij aan het gebruik van restproducten die je kunt hergebruiken. Met deze methode zet je afval weer om in nieuwe grondstoffen. De 3 belangrijkste punten zijn “Afval = voedsel”, “Zon is de energiebron” en “Respect voor Diversiteit.” Met dit principe ben je niet alleen beter bezig met het milieu, maar maak je ook een positieve impact. Met deze drie strategieën ben jij al aardig op weg om duurzaamheid te verwerken in het bouwproces.