‘Den Ouwen Dok’, zoals ze in Mechelen zeggen, is niet meer. Het oude zwembad op het Rode Kruisplein onderging de voorbije twee jaar een volledige metamorfose tot een viersterrenhotel van de Nederlandse Van der Valk-keten. De zwemkom is nu een vijver en binnenin is plaatsgemaakt voor 124 kamers, zes conferentiezalen, een wellnessruimte, een bar en een restaurant. Een geslaagde herbestemming die heden en verleden verzoent.
De plannen voor het zwemdok dateren al van 1869. Daar werd toen een bedrag van 10.000 Belgische frank voor uitgetrokken. Het duurde tot 1924 vooraleer het gebouw in art-nouveaustijl – een complex van 10.000 vierkante meter – de deuren opende. In 1997 werd het een beschermd monument. Vele generaties Mechelaars hebben er baantjes getrokken, maar vanaf dit jaar staat het Oude Zwemdok bekend als viersterrenhotel. De verbouwing was een bijzonder project met een prijskaartje van 17,5 miljoen euro. Al was het niet altijd een eenvoudige klus …
“Het is een lang verhaal”, begint Jan Heyde, projectleider bij aannemer CIT Blaton. “Eigenlijk moeten we terug naar 2013, toen de Stad Mechelen de restauratie van de buitengevels voor haar rekening nam. Vervolgens schreef ze een wedstrijd uit voor de herbestemming. Samen met architectenbureau DAE werkte CIT Blaton het winnende ontwerp uit.” Pas in maart 2018 konden de afbraakwerken van start gaan. Die sleepten zes maanden aan. “Het was een zeer arbeidsintensieve opdracht, die in nauwe samenwerking met Monumentenzorg gebeurde. Dit had onder meer invloed op de materiaalkeuze. Veel elementen moesten namelijk behouden blijven en gerestaureerd worden. Zo zijn er bijvoorbeeld oude tegeltjes opgeknapt en herplaatst. De badcellen en kleedhokjes moeten nog aan de beurt komen. Het is nog niet meteen duidelijk welke bestemming de uitbaters van het hotel daarvoor in petto hebben.”
Van de oude zwemkuip mocht Van der Valk een openluchtvijver maken. Dit betekende dat het oude dak met metalen spanten en betonplaten eraf moest, zodat de gasten vanuit hun kamer en op de terrassen zicht hebben op de vijver. “Dat dak hebben we verwijderd met behulp van klimmersploegen”, vertelt Jan Heyde. “Het was de enige mogelijke manier om het gebouw niet te beschadigen.”
De afbraakwerken moesten dus zeer minutieus verlopen. En daar kwam dan nog eens de moeilijke bereikbaarheid bij, want tijdens de afbraak begon CIT Blaton ook al met de ruwbouwwerken. “Er zijn vier nieuwe liftkernen en trappenhallen geïnstalleerd, van de kelder tot op de vierde verdieping”, zegt Jan Heyde. “Dat was zo goed als volledig manueel werk. Onze torenkraan heeft daar niet veel toe kunnen bijdragen.”
Het structurele werk was evenmin een sinecure. Alle liggers zijn apart bekeken, uitgebroken, gerenoveerd en opnieuw geplaatst. “Op het gelijkvloers zijn in de oude technische ruimte van het zwembad vergaderzalen ingericht. We hebben die oude metalen spanten gerestaureerd, maar ze hebben geen dragende functie meer”, zegt de projectleider. “We hebben ze wel teruggeplaatst omdat ze bijdragen tot de industriële look van de zaal.”
Uiteindelijk was de ruwbouw klaar in januari 2019. Dan moest de techniek nog bestudeerd worden en waren de modelkamers nog niet uitgewerkt. In de oude structuur zijn 64 hotelkamers ondergebracht, inclusief enkele luxesuites in het dak. Daarnaast is er aan de linker- en rechterzijde een nieuwbouw met een lichte staalstructuur opgetrokken. Deze telt telkens drie verdiepingen en is op die manier goed voor nog eens zestig kamers.
Voor de techniek werkte CIT Blaton samen met studiebureau Van Reeth. “Het was een forse uitdaging”, licht Jan Heyde toe. “We moesten onze eigen weg zoeken, rekening houdend met de constructie van het gebouw. In de bestaande kelderzone moesten we de luchtgroepen installeren in ruimtes van 1,50 meter op 2 meter. Alle onderdelen zijn stuk voor stuk naar binnen gebracht en ter plaatse gemonteerd.”
Een oud zwembad ombouwen tot een viersterrenhotel: eenvoudig is anders. Zeker als de erfgoedfactor mee in rekening moet worden gebracht. “Elk project is uniek”, besluit Jan Heyde. “We hebben wel ervaring in het samenwerken met Monumentenzorg. Ik denk dan meteen aan het project op de Vrijdagsmarkt in Gent. Er komt veel meer bij kijken. Zo moeten de details en accenten zichtbaar blijven of benadrukt worden met licht. Je kan je materialen en kleuren niet vrij kiezen. Noem maar op …. Dat denkwerk maakt
het net extra uitdagend. En uiteindelijk is alles wel in orde gekomen voor de opening van het
hotel in november.”