Bunkers, observatieposten en geschutstellingen, met elkaar verbonden door ondergrondse gangen en loopgraven: in Provinciedomein Raversijde vind je de Duitse Batterij Aachen, onderdeel van de Atlantikwall. Dankzij de recente restauratie en ontsluiting is een bezoek aan het openluchtmuseum nu een totaalbeleving, waarbij zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog duidelijk aan bod komen.
“Eigenlijk was het volledige project eerder een consolidatie – het vertragen van het verval – dan een restauratie”, benadrukt Elisabeth Lehouck van aNNo architecten, die het project in Raversijde coördineerde. “We hebben alles in kaart gebracht, en op basis daarvan is bepaald welke werken echt nodig waren. De daken en plafonds zijn bijvoorbeeld waterdicht gemaakt, en de wanden zijn hier en daar beperkt gerestaureerd. Daarnaast is de kalkverf uit Wereldoorlog I waar mogelijk blootgelegd. Jongere verflagen zijn dus verwijderd. Daarbij kwam onder meer een muurtekening aan het licht,
waarvan de historische waarde nog verder onderzocht wordt.”
Het streefdoel van de restauratie was de gelaagdheid van de site demonstreren. Doorheen de ganse Batterij lopen restanten van de Eerste Wereldoorlog namelijk over in die van de Tweede en omgekeerd. Bij aanvang van het project werd de focus hoofdzakelijk op Wereldoorlog I gelegd. De taak van de architect was dus om de overblijfselen van WOI zichtbaar te maken doorheen de overlevering van WOII. Elisabeth Lehouck: “Door middel van betonnen maquettes wordt het verhaal verteld en de beleving ondersteund. In een van de bunkers staat bijvoorbeeld een betonnen maquette die de doorsnede van deze bunker weergeeft. Het kleurverschil illustreert de transformatie.”
Net als de authenticiteit van de artefacten zelf was ook de geloofwaardigheid van de omgevingsaanleg een prioriteit. Voor de aanleg van de paden liet aNNo architecten zich inspireren door historisch beeldmateriaal uit WOI. Met aandacht voor de toegankelijkheid en het erfgoed, uiteraard. “We legden de lus voor de bezoekers omgekeerd in vergelijking met de voormalige toestand. Hierdoor kan de historische werking van de batterij en de verschillende bunkers beter geduid worden.”
Om dat op een goede en historisch betrouwbare manier te kunnen verwezenlijken, was regelmatig overleg met diverse partners nodig. “De uitstekende samenwerking met de aannemers, de opdrachtgever en publieke diensten zoals Agentschap Onroerend Erfgoed (gebouwen, landschap en archeologie) en Inter liggen mee aan de basis van het geslaagde resultaat”, besluit Elisabeth Lehouck.