Door de intense publieke aandacht voor het oudere deel van het stadscentrum en het Eilandje en de jarenlange sluiting – wegens de restauratiewerken – bleef het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (KMSKA) in de Antwerpse wijk Zuid lang in de schaduw, ondanks de collectie met wereldallure. Na de restauratie wordt het museum ongetwijfeld een trekpleister van formaat. Tijdens de werken reisde de collectie overigens de wereld rond.
De huidige werken kaderen in een integraal masterplan voor de hele site, met inbegrip van de tuin. Dit plan is gebaseerd op maximaal respect voor het negentiende-eeuwse, beschermde museumgebouw en voorziet eveneens in een uitbreiding, aangepast aan de hedendaagse museumnormen.
Het museumgebouw uit 1890 heeft meer gemeen met Grieks-Romeinse tempels dan de classicistische bouwstijl. Waar deze tempels in de loop der jaren hun soms kleurrijke beschildering verloren, zorgde de toenemende vervuiling ervoor dat het Antwerpse museum, ondanks de variatie in soorten
natuursteen, almaar meer als een eentonige, grijze massa oogde. Na de restauratie komt de diversiteit van de toegepaste soorten natuursteen opnieuw tot haar recht. Zo is de sokkel bekleed met blauwe hardsteen en zijn de meeste beelden gekapt uit lichtroze Franse Euvillesteen. Voorts maakten de bouwers in 1890 gebruik van Gobertin, Brecci (voorbalkon) en Vinalmont en Merlemont (balustrades).
Binnen krijgen de historische museumzalen hun diepe kleuren terug en worden het houtwerk en de plafonds hersteld met traditionele materialen en technieken. De klassieke museumrondgang uit 1890 wordt opnieuw opengemaakt. Die was in de voorbije eeuw verstoord door allerlei ingrepen, zoals het dichtmaken van ramen, het plaatsen van nieuwe wanden en het overdekken van patio’s.
En dan is er de uitbreiding. Aan de buitenkant merk je daar weinig van. Op de vroegere binnenplaatsen van het museum is een complexe staal-structuur opgetrokken. Dit nieuwe museumvolume levert een derde meer ruimte op en zorgt voor een eigentijdse beleving. De dakstructuur voorziet alle niveaus van het nieuwe gedeelte van invallend daglicht. Om dit bij-komende museumvolume te bereiken, is een beperkt deel van het bestaande volume opgeofferd aan nieuwe trappenpartijen. Die zijn net als de extra zalen op een erg uitgekiende manier ingeplant, zodat er mooie zichtlijnen en een passende natuurlijke lichtinval ontstonden.
“Intussen is niet meer te zien hoe ingrijpend onze werken waren”, verklaart projectleider Thijs Jonckheere van aannemer Artes-Woudenberg. “Tijdens de werken bleek niet alleen dat de tijd veel meer schade had aangericht dan geschat, we troffen hier en daar ook asbest aan. Dat heeft de werken wel vertraagd.”
Artes vernieuwde niet alleen bestaande pleisterlagen, maar bracht er ook nieuwe verluchting in aan. Alle zalen kregen een nieuw glazen plafond. De helft van het plafond van de Van Dijckzaal werd, inclusief alle lijsten, gereconstrueerd naar oorspronkelijk model. In de nieuwe zalen op de topverdieping zorgen 198 driehoekige dakkoepels voor de nodige daglichttoetreding. “We hebben ze zo geplaatst dat ze alleen noorderlicht binnenlaten. De technieken hebben we zorgvuldig verstopt op de zolder, in twee techniekentorens en op twee tussenverdiepingen.”
“We hebben de originele toestand maximaal proberen te herstellen. Zo hebben we de kenmerkende sofa’s in het midden van de zalen opnieuw gestoffeerd en het houtwerk gerestaureerd. Sommige sofa’s zijn nieuw, vervaardigd naar origineel model. Maar door de gedeeltelijk nieuwe invulling was het niet altijd mogelijk om de originele toestand te reconstrueren. Zo was het noodzakelijk om een aantal extra deuropeningen te maken, wat dan weer een rist akoestische maatregelen vergde. Ze zijn wel naar oorspronkelijk
model geplaatst. De nieuwe schilderijenlift kan panelen van 5 x 5 meter dragen. Dat vergroot de mogelijk-heden voor toekomstige exposities.”
“Na de werken moet het KMSKA een eenentwintigste-eeuwse muzikale beleving kunnen bieden”, meent Jonckheere. “Hoewel het nog altijd een wetenschappelijke instelling blijft, schenkt het voortaan ook meer aandacht aan de bezoekers. Zo wordt de cafetaria gespreid over twee ver-diepingen en komt er een koffiehoek met boekenwinkel. Tegelijk zal er een groot probleem opgelost zijn: het nieuwe museum kan niet alleen veel meer zaken tentoonstellen, maar kampt ook niet langer met een tekort aan ruimte om de uitgebreide reserves te stockeren.”