Hoewel de Vrije Universiteit Brussel en de Université Libre de Bruxelles zich op één site bevinden, zijn het altijd twee visueel gescheiden campussen geweest. Het nieuwe Learning & Innovation Center brengt daar nu echter verandering in. Met de duale functie van incubatiekamer voor innovatie én netwerkcentrum slaat dit bijna-energieneutrale gebouw zowel operationeel als architecturaal de brug tussen de twee universiteiten. Het is een compact volume met een futuristische look dat zich situeert op een rotonde die het hart van de site zal vormen.
Het Learning & Innovation Center is een ambitieus bouwproject dat door Beliris in opdracht van beide universiteiten wordt gerealiseerd. De lat werd hoog gelegd, zowel op het vlak van architectuur als duurzaamheid, flexibiliteit en functionaliteit. De ontwerpopdracht werd toegekend aan evr-architecten en A229, die het uitgebreide eisenpakket vertaalden in een compacte stapeling van auditoria, leeromgevingen, vergaderplekken en polyvalente ruimtes, ateliers, kantoren, archief- en informaticalokalen, een bibliotheek … Het architecturale concept oogt met de trapeziumvorm, de vele glaspartijen en de rastering bijzonder futuristisch. Ook het verdiepte plein in de vorm van een rotonde draagt daartoe bij. Dit biedt toegang tot het cafetariaterras en zal een ontmoetingsplaats in de echte zin van het woord worden. De wanden van deze ‘uitholling’ zijn immers uitgewerkt als een amfitheater voor rust en ontspanning.
Het Learning & Innovation Center heeft een bruto oppervlakte van bijna 9000 m², verdeeld over acht bouwlagen (waarvan één ondergronds). De basisstructuur werd opgetrokken met balken, zichtbare ronde kolommen en platen in beton met vides. “De buitenkant bestaat volledig uit vliesgevels met screens, driedubbel glas en champagne-/antracietkleurig schrijnwerk”, vertelt Kevin Waltzing, projectleider bij Artes Roegiers. “Het gebouw werd afgesloten met een resitrixdak dat gedeeltelijk als groendak wordt ingericht. Binnen werd er gekozen voor een afwerking met grijze tapijtvloeren, betonnen kernwanden, houtlook en witte wandbekleding, witte SAPP-plafonds met microperforaties en meranti schrijnwerk.”
Ook op duurzaamheidsvlak is het Learning & Innovation Center erg progressief te noemen, want het is opgevat als een passiefconstructie. “De externe energiebijdragen worden geoptimaliseerd dankzij de gordijngevels die – indien nodig – kunnen worden verduisterd”, verduidelijkt Kevin Waltzing. “De binnenstructuur in zichtbeton zorgt voor een aanzienlijke thermische inertie én een thermische faseverschuiving die in de zomer resulteert in comfortabele binnentemperaturen. Logischerwijze voorzagen we ook een excellente isolatie, die wordt gecombineerd met koeling/verwarming door middel van warmtepompen en een uitgebreide PV-installatie op het dak. Natuurlijk staat duurzaamheid niet uitsluitend gelijk aan een minimaal energieverbruik. Daarom werd er in dit project eveneens veel aandacht besteed aan het aspect water. Zo wordt er een infiltrerende verharding aangelegd en is er een wadi voorzien. Deze dient voor verdere infiltratiemogelijkheden van de overstort van de regenwaterputten. Pas wanneer de wadi overloopt, wordt het regenwater in de riolering geloosd. Daarnaast werd op de septische put een rietveld aangelegd voor de zuivering en het hergebruik van het zwart water.”
Als multidisciplinaire bouwgroep die gespecialiseerd is in nieuwbouw, renovatie, restauratie, burgerlijke bouwkunde, waterbouw, technieken enzovoort heeft Artes Groep al veel op zijn conto. Toch is de onderneming bijzonder trots op dit project, niet in het minst omdat het een visitekaartje is van haar expertise op het vlak van complexe panden. “We hebben de ruwbouw niet voor niks met eigen mensen en materieel gebouwd”, vertelt Kevin Waltzing. “Het was een uitdaging om u tegen te zeggen, zeker vanwege de vele vides op verschillende plaatsen.
Daarom moesten we bijzonder creatief omgaan met het zoeken en ontwikkelen van ondersteuningen. Verder dienden we voor dit project het onderste uit de kan te halen wat betreft de coördinatie, vooral gezien de complexe technieken en vereiste hoge afwerkingsgraad.”
In gebouwen met een intensieve circulatie is een duurzame en onderhoudsvriendelijke vloerbekleding geen overbodige luxe. Dit combineren met de architecturale uitstraling van het Learning & Innovation Center van de VUB en ULB was echter geen evidentie. Uiteindelijk viel de keuze voor de vloerbekleding van de inkomhal op de Sika Comfortfloor®Marble FX. De plaatsing gebeurde door Bogaert Liquid Solutions, waarmee het bedrijf een primeur op zijn naam schrijft. Het was immers de eerste keer dat dit nieuwe systeem zonder voegen in een groot Benelux-project werd toegepast.
Tekst Els Jonckheere | Beeld Bolisol
Net als in elk ander gebouw is de eerste indruk bij het binnenkomen erg belangrijk. “De architecten wilden de strakke en futuristische look van het Learning & Innovation Center vooral in de vloerbekleding weerspiegeld zien”, vertelt Sven Bogaert, zaakvoerder bij Bogaert Liquid Solutions (kortweg Bolisol). “Daarom lag de keuze voor een gietvloer voor de hand. Samen gingen we op zoek naar de beste oplossing en de Comfortfloor®Marble FX kwam na het aanleveren van verschillende stalen en vloersystemen als winnaar uit de bus. Niet geheel verwonderlijk, want deze nieuwe oplossing is speciaal ontworpen om interieurontwerpers en architecten echte artistieke vrijheid te geven. Deze zeer elastische, zelfnivellerende naadloze gietvloer op basis van polyurethaan laat immers toe om verschillende patronen aan te brengen. Meerkleurige en zelfs artistieke designtoepassingen met diverse kleuren behoren tot de mogelijkheden. Daarbovenop is het een uv-bestendige oplossing, wat in het Learning & Innovation Center – met zijn glasgevels – toch wel een belangrijk gegeven is. Bovendien is deze vloer erg onderhoudsvriendelijk, garandeert hij een excellent loopcomfort én zorgt hij voor een geluidsreductie van de voetstappen.”
Uitdagend project
In het Learning & Innovation Center werd gekozen voor een lichtgrijze kleur, de ‘Marble FX grey white’. In totaal plaatste Bolisol een kleine 835 m² van dit unieke en artistieke vloersysteem. Sven Bogaert: “We spreken dus van een vrij grote oppervlakte. Normaal gezien is dat geen probleem, maar omdat de architect een naadloze vloer wenste, was dit project toch geen eenvoudige opdracht. Weliswaar hebben we intern een proces ontwikkeld om op dergelijke vragen te kunnen inspelen. De zetvoegen en scheuren worden dan met kunsthars en glasvezel behandeld. Het was echter de eerste keer dat we deze techniek met de Comfortfloor®Marble FX op een grote oppervlakte moesten toepassen, wat de uitdaging des te groter maakte. Bovendien waren de vloerdozen slecht geplaatst. Dankzij onze expertise op het vlak van uitvoering en onze vakmensen die zich bijzonder flexibel hebben opgesteld – er moest al eens in het weekend worden doorgewerkt – konden we echter een fantastisch resultaat neerzetten binnen de strikte deadline die ons was opgelegd. Hiermee kunnen we opnieuw een erg mooi project toevoegen aan onze referentielijst, die al heel wat hoogstandjes telt.”
Totaalservice gegarandeerd
Met meer dan dertig jaar ervaring in het plaatsen van gietvloeren en andere kunstharsgebonden vloersystemen is Bolisol inderdaad geen onbekende in de bouwsector. “We werken veel voor industriële bedrijven, maar hebben ook flink wat referenties in kantoren, vrijetijdsfaciliteiten en winkels”, verduidelijkt Sven Bogaert. “Onze troef is dat we een totaalservice leveren. Telkens weer zoeken we de beste oplossing in functie van de toepassing, zorgen we voor een excellente plaatsing en staan we garant voor een snelle naservice.”
Rietland – Rietvelden voor de zuivering van afvalwater
Een van de duurzame aandachtstrekkers in het Learning & Innovation Center is zonder twijfel het beluchte rietveld voor de zuivering van het sanitaire afvalwater. Dit werd aangelegd door Rietland uit Minderhout, dat zich al sinds 1994 in dit soort oplossingen specialiseert. “We kunnen bogen op de samenwerking met Global Wetland Technology, een internationaal consortium van experts in het domein van rietvelden”, vertelt oprichter en zaakvoerder Dion van Oirschot. “Onder meer dankzij deze contacten konden we enkele unieke concepten ontwikkelen, zoals de Phytoair® en het ondergrondse systeem Phytoparking®, dat dezelfde technologie combineert met een groen parkeervak.” Ook het Learning & Innovation Center koos voor de Phytoair®, maar door de beperkte ruimte moest er een erg compacte uitvoering worden ontwikkeld. “Uiteindelijk slaagden we erin om binnen een kader van betonnen wanden naast het gebouw een oplossing met een capaciteit van 28,5 m³/dag aan afvalwater te implementeren”, vervolgt Dion van Oirschot. “Het rietveld heeft een oppervlakte van 250 m³, verdeeld over twee deelbekkens van respectievelijk 150 en 100 m³ aan weerszijden van de ingang. Het afvalwater bestaat voornamelijk uit toiletspoelwater. Dit wordt bezonken in een grote septische put en loopt over in een pompput met twee pompen die het vervolgens naar het rietveld brengen. Daarnaast zijn er twee luchtblowers geïnstalleerd die het rietveld vanaf de bodem van zuurstof voorzien, zodat de bacteriën in het systeem optimaal hun zuiverend werk kunnen doen.”