Een sterk groeiend leerlingenaantal en aftandse gebouwen: het is niet meteen de beste combinatie. Dat vond ook het gemeentebestuur van Opwijk, dat een nieuwe kleuter- en lagere school in het Heiveld besloot te bouwen. Door ook een polyvalente ruimte, een eetzaal én een buitenschoolse kinderopvang in het concept te integreren, werden er meteen meerdere noden ingevuld. En dit alles op een bijzonder ecologische manier, want het gebouwencomplex is bijna-energieneutraal.
De nieuwe school is opgetrokken op de bestaande onderwijssite op het Heiveld, die tijdens de bouwwerken operationeel bleef. Vandaar dat het project in twee fases is uitgevoerd. Eerst werd één gebouw afgebroken om plaats te maken voor twee nieuwe volumes: een gebouw met de admini-stratie en een gloednieuwe lagere school. Met drie niveaus van telkens zes klassen sluit dit blok naadloos aan op de bebouwing aan de overzijde van de straat. Vervolgens werd de rest afgebroken voor de realisatie van de kleuterschool met twee bouwlagen. Alle klasjes zijn gecentreerd rond een polyvalente ruimte, die ook als overdekte speelplaats en refter kan fungeren. In deze tweede fase werd ook het derde volume aan de sporthal vervolledigd. Dit gebouw huisvest de eetzaal, de polyvalente ruimte, het sanitair, de administratie en de kinderopvang.
“Het idee om met drie volumes te werken, was geen puur esthetisch gegeven. Hoewel dit ons natuurlijk wel toeliet om het monotone en massieve uitzicht van een traditioneel schoolgebouw te doorbreken, wat eigenlijk onze belangrijkste opzet was”, aldus Liesbeth Vanderstraeten, architect-vennoot van Radar Architecten. “We wilden gebouwen ontwerpen waarin de kinderen zich geborgen voelen en volop kunnen spelen en leren. Tegelijkertijd beoogden we een flexibel complex dat mee kan groeien met de evoluerende noden van het onderwijs en dat tegelijkertijd ook voor buitenschoolse activiteiten kan worden gebruikt. Zo kregen de polyvalente zaal en de refter een aparte ingang, waardoor er in het weekend feestjes, evenementen of opleidingen kunnen worden georganiseerd. De klasgebouwen hebben dan weer een heldere draagstructuur en een daarop afgestemd gevelontwerp, wat in de toekomst een andere invulling of grootte van de lokalen toelaat.”
De constellatie van de drie gebouwen organiseert en structureert de diverse speelruimtes op maat van de gebruikers en de omgeving. Architecte Liesbeth Vanderstraeten: “Via een eenduidige toegang die in het hart van de school uitkomt, creëerden we de nodige herkenbaarheid. ‘De Boot’ is ook een ecologische school – in eerste instantie door het ontwerp, dat de energievraag beperkt.”
De drie volumes leveren een benutbare oppervlakte van 4.477 m² op. Het is dus een vrij groot gebouwencomplex geworden, dat in moeilijke omstandigheden moest worden gerealiseerd. “Het is nooit gemakkelijk om te bouwen op een site waar de oorspronkelijke volumes operationeel moeten blijven”, aldus Steven Schyvynck, projectleider bij Jan De Nul Group, dat als hoofdaannemer fungeerde. “Scholen zijn echter bijzonder moeilijke plaatsen omdat er overal kleine kinderen rondlopen. We moesten dus een erg strikte projectplanning hanteren, in combinatie met een waterdichte beveiliging. De eerste fase dienden we na minder dan een jaar op te leveren. En voor de tweede fase – de bouw van twee volumes en de aanleg van de buiten-riolering, de speelplaatsen en andere omgevingswerken – hadden we amper veertien maanden de tijd. Dankzij de gedetailleerde uitvoeringsplanning en aangepaste werkmethodes zijn we er toch in geslaagd om deze complexe opdracht tot een goed einde te brengen. Jan De Nul heeft als civiele aannemer dan ook heel wat ervaring met het realiseren van grote gebouwen, waaronder tal van scholen. Met ‘De Boot’ hebben we opnieuw aangetoond dat dergelijke projecten perfect op onze leest geschoeid zijn.”