Tagarchief: Duurzaam bouwen

Nieuw! Bouw het klimaat, dé blog over duurzaam bouwen

Bouw-the-klimaat
Lees het gehele artikel

Alles rondom ons wordt bepaald door twee belangrijke dingen: bebouwing en klimaat. Denk maar aan het huis waarin je woont, of de wegen en rioleringen, maar ook de droge zomers waarin je je gras geen water geeft en de dikke truien voor de winter. Het klimaat, onze omgeving en de bebouwing zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden. Dit betekent ook dat de bouwsector een grote bijdrage kan leveren aan de noodzakelijke klimaatdoelstellingen waarop Europa inzet via de Green Deal en Fit for 55. Daarom werkt Embuild Vlaanderen op veel projecten rond duurzaamheid en innovatie. Dat willen we met iedereen delen op de blog Bouw het klimaat. Van energetische renovatie tot tools voor circulair bouwen, van jobs met oog voor het klimaat tot subsidies voor je innovatief project: op deze blog volgt u de vooruitgang en kan u zich laten inspireren.

Bouwt u mee aan een beter klimaat? Ontdek de blog

Duurzaam bouwen met beton

B-architecten_CityHallRoeselare_Img03
Lees het gehele artikel

Een nieuw stadhuis overschreed door de stijgende bouwprijzen het budget, maar het duurzame karakter van het gebouw was een must. Gelukkig had Stad Roeselare met Algemene Bouw Maes een aannemer met een brede blik klaarstaan. Zij vonden in Megaton / Structo Prefab Systems de geschikte partner om een alternatieve materialisatie samen te stellen. Met maximaal behoud van de stijl en uitstraling van het ontwerp én met een sterk ecologisch karakter.

Megaton / Structo Prefab Systems, een onderdeel van de Willy Naessens Group, onderscheidt zich onder meer met zijn gecertificeerde CO2-neutraliteit bij de productie, het transport en de installatie van betonelementen. Ze minimaliseren en reduceren de uitstoot tijdens het productieproces, maken maximaal gebruik van recyclageproducten, zoals alle afvalwater, en compenseren de uitstoot van onder andere het transport van en naar de werf. Door die inspanningen kunnen ze met beton een volwaardig duurzaam alternatief bieden voor houtbouw. 

“De originele hout-staalstructuur met gevelelementen in sierbeton transformeerden we, samen met Algemene Bouw Maes, tot een betonnen structuur. De afwerking op het gelijkvloers gebeurt met prefab gevelelementen. Bovenliggend combineren we sierpleister met aluminium vinnen en dorpels”, legt Joris Vuerstaek, directeur bij Megaton / Structo Prefab Systems, uit. “Zo slagen we erin zo goed mogelijk bij het oorspronkelijke ontwerp te blijven, ook al kozen we andere materialen. Zo bespaarden we aanzienlijk op de bouwkost.”

Volledig CO2-neutraal

Duurzaam bouwen doet bij veel bouwheren en professionals nog steeds automatisch aan hout denken. Nochtans heeft de betonproductie de laatste tijd grote veranderingen doorgemaakt en is vandaag ook al veel mogelijk met dit klassieke bouwmateriaal. Voor het stadhuis van Roeselare stopte Algemene Bouw Maes trouwens niet bij het zoeken naar een duurzame partner. 

Voor het stadhuis van Roeselare leverde beton heel wat bijkomende voordelen op.

In het kader van die duurzaamheid wilden de bouwpartners hun ecologische voetafdruk kennen. Didier Francq, directeur aankoop en werkvoorbereiding bij Algemene Bouw Maes: “Naast de CO2-neutraliteit van de productiehuizen van Megaton / Structo Prefab Systems en het transport zullen we een volledige nacalculatie doen van de werf op het vlak van uitstoot. Van de complete beton-
structuur, inclusief druklagen en extern geproduceerde onderdelen. Stad Roeselare onderzoekt de opties om deze impact te compenseren.”

De wondere wereld van beton

Beton is bij weinigen het eerste materiaal waar ze aan denken voor een duurzaam project. Nochtans is het soms een betere en ecologischere keuze dan bijvoorbeeld hout. Voor het stadhuis van Roeselare leverde beton trouwens bijkomende voordelen op. De eigenschappen van voorspanbeton lieten grotere overspanningen toe. Zo slaagden Megaton / Structo Prefab Systems en Algemene Bouw Maes erin om in twee van de drie vleugels een kolommenrij te laten vallen. Een uitsparing van materialen die tegelijk een positieve impact heeft op het ruimtegebruik en de eventuele herbestemming van lokalen na verloop van tijd.

“We zijn trots op onze CO2-neutraliteit, maar blijven nieuwe methodieken ontwikkelen”, benadrukt Megaton / Structo Prefab Systems. “We willen nog meer mogelijk maken met beton, vanuit een toekomstgerichte visie. Binnen onze bouwgroep lopen heel wat projecten om benutting van grondstoffen te maximaliseren, maar ook maximaal directe recyclage mogelijk te maken, zoals het nullozerstatuut van al onze betonfabrieken. We trekken dit procedé door binnen de ganse Willy Naessens Group en trachten onze huidige en toekomstige klanten te betrekken in deze visie, samen met onze toeleveranciers. Onze CSO – Chief Sustainability Officer – helpt de groep te blijven groeien binnen een duurzame bouwwereld. Projecten zoals dit kunnen realiseren met vertrouwde bouwpartners zoals Algemene Bouw Maes is daarbij een belangrijke hefboom. Samen bewijzen we dat beton een volwaardig alternatief is voor hout.”   

TECHNISCHE FICHE
  • Bouwheer Stad Roeselare
  • Architect B-architecten (Antwerpen, Brussel)
  • Hoofdaannemer(s) Algemene Bouw Maes (Gent)
  • Prefabrikant Structo Prefab Systems / Megaton

Duurzaam bouwen én betaalbaar wonen

Aanpasbarewoning
Lees het gehele artikel

VUB-onderzoek wijst uit dat het kan, met aanpasbare huizen 

Duurzaam bouwen én betaalbaar wonen, die twee thema’s lijken niet te rijmen. En toch, Charlotte Cambier van de VUB-onderzoeksgroep Architectural Engineering kon in haar doctoraat aantonen dat aanpasbare woningen wel degelijk goedkoper zijn dan klassieke woningen. Een ‘aanpasbaar gebouw’ is een gebouw dat makkelijker en met minder bouwmateriaal en -afval aangepast kan worden aan de veranderde woonsituaties van de bewoners, bijvoorbeeld: alleenwonend, een klassieke gezinssituatie, kangoeroewonen, cohousing, thuiswerken, etc. Cambier kon in haar studie nawijzen dat bij een aanpasbare woning alle kosten – vanaf de bouw tot de sloop en inclusief onderhoud, reparaties en vervangingen –  lager liggen.

De bouwsector is verantwoordelijk voor 39% van de CO2-uitstoot. Daarom besloot de Vlaamse regering dat vanaf 2023 nieuwbouw koolstofarm moet zijn. Dit bovenop de stijgende huizenprijzen zorgt ervoor dat een woning kopen steeds minder een evidentie wordt. Recent onderzoek van doctoraatsstudente Charlotte Cambier, onder leiding van professoren Niels De Temmerman en Waldo Galle (Architectural Engineering, Vrije Universiteit Brussel), toont aan dat aanpasbaar bouwen een belangrijke rol kan spelen in een antwoord op beide problematieken. 

Verandering vooraf inplannen

Een ‘aanpasbaar gebouw’ kan makkelijker en met minder bouwmateriaal en -afval aangepast worden aan de veranderende noden van de bewoners. Hoe? Door vooraf ruimtes zo te organiseren dat ze makkelijk te veranderen zijn en door onderdelen zoals schrijnwerk en binnenwanden demonteerbaar en herbruikbaar te maken. In het onderzoek van Cambier start de aanpasbare woning vanuit een kleine kern die op verschillende manieren kan uitgebreid worden. Door deze soort woning naast een doorsnee Vlaamse rijwoning te leggen, konden beide woningtypes op verschillende vlakken vergeleken worden.  

Uit het onderzoek blijkt dat alle kosten – vanaf de bouw tot de sloop en inclusief onderhoud, reparaties en vervangingen –  lager liggen bij een aanpasbare woning dan bij een klassieke woning.

Cambier: “Dit komt omdat de aanpasbare woning in de beginfase enkel met die ruimtes start die op dat moment voor de gezinssituatie nodig zijn. Hierdoor moeten er minder materialen moeten aangekocht worden, waardoor de aankoopkosten al lager liggen. Maar in de volgende jaren liggen ook de onderhoudskosten lager omdat er minder gebouwelementen zoals schrijnwerk, afwerkingsmaterialen etc. moeten onderhouden en gerepareerd worden. Om dezelfde reden is de aanpasbare woning ook materiaalefficiënter en ligt de impact op het milieu lager.

Duurzaam bouwen gaat ook verder dan enkel de hoeveelheid materialen. Duurzaamheid uit zich ook in welke materialen gebruikt worden. De woning uit het onderzoek werd daarom zowel in conventionele materialen uitgewerkt, zoals beton of baksteen, als in demonteerbare materialen. Die laatste maken aanpassingen eenvoudiger, zoals bijvoorbeeld door lichtgewicht materialen te gebruiken die verbonden worden met omkeerbare verbindingen (bv. houtskelet, bouten).

Cambier: “Het gebruik van andere materialen maakte financieel gezien wel geen verschil uit, maar kan op lange termijn wel voordeliger uitvallen. Men kan de demonteerbare materialen immers na gebruik doorverkopen. En je bent duurzaam bezig omdat het het materiaal hergebruikt kan worden. Met conventionele bouwmaterialen en -technieken is dit praktisch onmogelijk en financieel niet interessant. Anders zou er niet bij elke huidige renovatie een afvalcontainer klaarstaan.”

Duurzaam bouwen – het VUB Circular Retrofit lab toont de weg

In dezelfde onderzoekslijn huldigde het onderzoeksteam VUB Architectural Engineering in 2019 het Circular Retrofit Lab in, waar acht iconische studentenkoten op de campus Etterbeek werden omgebouwd tot het eerste Europese circulaire renovatieproject. Na hiermee de technische haalbaarheid aangetoond te hebben, rees de vraag ‘Hoe maken we circulair bouwen betaalbaar?’ Het team onderzoekt momenteel hoe het nemen van de juiste beslissingen tijdens het ontwerpproces de circulariteit van gebouwen kan doen toenemen terwijl de lasten op de lange termijn verlagen. Het anticiperen van toekomstige renovaties en het gebruik van omkeerbare verbindingen blijkt alvast een beloftevol antwoord. 

Duurzaamheid troef in circulair vakantiepark

Photo_6553795_DJI_195_jpg_4606573_0_2021911184452_photo_origina
Lees het gehele artikel

Tijdens de coronacrisis hebben veel reisliefhebbers België (her)ontdekt als vakantiebestemming. Vanaf deze herfst zijn de mogelijkheden voor een zogenaamde ‘staycation’ weer wat ruimer, want dan opent in Hechtel-Eksel ‘het duurzaamste vakantiepark van het land’. Een eretitel die niet uit de lucht gegrepen is: circulaire CLT-architectuur, hernieuwbare energie, maximale regenwaterrecuperatie en minimale verharding, optimale integratie in de natuurlijke omgeving … De ambities zijn klaar en duidelijk: het concept ‘rustgevend verblijf in het groen’ een nieuwe dimensie geven.

Het verhaal van het vakantiepark in Hechtel-Eksel, in het hart van de Limburgse Kempen, startte in 2015. De oude vervallen camping die de recreatiezone van het Exelshof in natuurdomein Bosland onteerde, werd afgebroken om plaats te maken voor een nieuwe ontwikkeling. Bouwheer Life Tree Group werkte samen met Wood Architects – toen nog opererend onder de naam Aché Ligno Architecten – een vooruitstrevend concept uit voor een kleinschalig vakantiepark, dat het grootst mogelijke respect voor de plaatselijke natuur aan de dag legt. Uitbater Roompot kwam in 2018 op de proppen. De rest is geschiedenis: midden in het groen
verrees een aantrekkelijk geheel met 121 comfortabele vakantiewoningen: 84 woningen voor vier personen (twee slaapkamers), 32 woningen voor zes personen (drie slaapkamers) en vijf woningen voor zestien personen (acht slaapkamers). Alle gasten zullen er over een piekfijn uitgeruste keuken, comfortabele bedden en een gezellige living met tv beschikken. Een winkeltje, een collectieve wasserette en een restaurant met terras maken het plaatje compleet. 

De trapeziumvormige volumes met schuine wanden en hellende daken creëren een bijzondere dynamiek. (Beeld: Wood Architects)

Circulaire CLT-architectuur

Duurzaamheid was van meet af aan prioriteit nummer 1 bij de realisatie van het nieuwe vakantiepark. Zo zijn de woningen quasi integraal opgetrokken uit hout, dat afkomstig is van Europese PEFC-gecertificeerde bossen. “Gezien onze ruime expertise op het vlak van innovatieve houtbouw, hebben we geopteerd voor circulaire CLT-architectuur, een absolute primeur voor een Belgisch vakantiepark. De trapeziumvormige volumes met schuine wanden en hellende daken creëren een bijzondere dynamiek”, vertelt Piet Kerckhof, oprichter en senior architect bij Wood Architects. “Op de betonnen vloerplaat na zijn alle woningen volledig demonteerbaar en herbruikbaar. De materialen zijn zo toegepast en gecombineerd dat ze in de toekomst maximaal te recupereren zijn. Zo zal de EPS-isolatie slechts minimaal gecontamineerd zijn door de gevelafwerking in crepi – er zal hoogstens een dun laagje moeten worden weggesneden – en was de EPDM-dakdichting volledig op maat gemaakt voor de levering, zodat er op de werf zelf geen snij- en plakwerk meer nodig was. Daarnaast wilden we qua ruimtelijke indeling ver weg blijven van een klassieke camping en wilden we er vooral een luchtig geheel van maken. Vandaar dat we de wooneenheden geclusterd hebben in verschillende cirkels, inclusief kleinschalige binnenpleintjes met de nodige privacy.”   

Inheemse beplanting bevordert de integratie in de natuurlijke omgeving. (Beeld: Wood Architects)

Gerecycleerde vloerisolatie en groendaken

Daar bleef het echter niet bij, want er zijn nog heel wat andere maatregelen getroffen om het vakantiepark zo duurzaam mogelijk te maken. “We hebben niet gekozen voor een traditionele fundering, maar voor een ecologische grondlaag en een isolerende stabilisator uit gerecycleerd glasgranulaat”, legt Piet Kerckhof uit. “Bovendien zijn alle volumes op de site – 136 in totaal – uitgerust met extensieve groendaken, die jaarlijks samen 70.000 liter regenwater bufferen en vertraagd afvoeren naar wadi’s. Daardoor was de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel overbodig en volstond een enkelvoudige riolering voor het afvalwater. Het overige regenwater infiltreert ter plaatse in de ondergrond, aangezien het aandeel verharding op de site slechts 8 % bedraagt. De meeste wegen van het park zijn aangelegd met behulp van natuurlijk dolomiet of grasdallen. Er komt dus geen enkele druppel regenwater in de riolering terecht. Qua verwarming en koeling doen we dan weer een beroep op warmtepompen, die groene stroom krijgen aangeleverd van onder meer zonnepanelen op het gemeenschappelijke gebouw. En last but not least is er gekozen voor inheemse beplanting die de integratie in de natuurlijke omgeving aanzienlijk bevordert. Kortom: samen met bouwheer Life Tree Group hebben we op het vlak van duurzaamheid het onderste uit de kan gehaald!”

Er zijn heel wat maatregelen getroffen om het vakantiepark zo duurzaam mogelijk te maken. (Beeld: Ecostruct)

Anderhalve woning per dag

Het nieuwe vakantiepark opent deze herfst de deuren. “We zitten nog altijd perfect op schema. De grondwerken zijn in februari vorig jaar gestart – lees: vlak voor het uitbreken van de coronacrisis. Tijdens de ‘lockdown’ hebben we even stilgelegen, maar we hebben die periode gebruikt om drie proefhuisjes te monteren en de logistieke processen te optimaliseren”, zegt Piet Kerckhof. “We hebben de CLT-structuur van de woningen integraal ontworpen in 3D (inclusief alle uitsparingen voor de technieken) om er makkelijk productieplannen uit te kunnen distilleren – een ‘BIM light’, zeg maar. De montage van de woningen, die bij wijze van spreken op de werf arriveerden als kant-en-klare bouwpakketten, is gestart in augustus 2020, volgens een ritme van anderhalve woonunit per dag. We hebben hier en daar moeten bijsturen vanwege de pandemie, maar over het algemeen is alles vlot verlopen. Voor een klein bureau als het onze was het geweldig om zo’n grootschalig prestigeproject te kunnen realiseren. Het klinkt misschien ouderwets, maar we beschouwen dit vakantiepark echt als een eigen kind, dat we vol verwachting op de wereld hebben gezet en dat we beetje bij beetje hebben zien uitgroeien tot een prachtige creatie. Kortom: we zijn er erg fier op!”    

De meerwaarde van CLT

Dat het nieuwe vakantiepark in Hechtel-Eksel is opgetrokken in CLT, is allerminst toeval. Wood Architects werkt al sinds 2013 uitsluitend met houtbouw. “CLT-structuren bestaan uit meerdere lagen hout die kruislings verlijmd zijn”, legt Piet Kerckhof uit. “Dit biedt de nodige vrijheid qua bouwconcept, stijl en architectuur, vermits het ook prima te combineren is met andere bouw-materialen. Bovendien is CLT uiterst geschikt voor demontage en hergebruik. Extra troeven zijn dan het erg brandveilig is, tot 10 % meer leefruimte op dezelfde oppervlakte biedt en goede isolerende eigenschappen heeft. Tot slot is er de gunstige CO2-balans: aangezien het hout dat gerooid is voor de realisatie van het vakantiepark in het verleden al 5,2 miljoen kilogram CO2 aan de lucht onttrok, is het bijbehorende transport – lees: alle vrachtwagenritten die nodig waren voor de bouw van het vakantiepark en de gemiddelde afstand die toekomstige gasten per dieselauto zullen afleggen in functie van hun verblijf – in theorie geneutraliseerd voor de komende 25 jaar. Ter compensatie van het houtgebruik zijn er ook meteen 1750 nieuwe bomen geplant, die voor extra CO2-reductie en zuurstofproductie zorgen.”

TECHNISCHE FICHE

Bouwheer Life Tree Group (Sint-Martens-Latem)
Uitbater Roompot (Goes, Nederland) 
Architect Wood Architects (Aalter)
Hoofdaannemer(s) Ecostruct (Beervelde, bouwwerken) & APK Group (Pelt, grond- en wegeniswerken)

Aluminiumspecialist zet resoluut in op duurzaamheid en Cradle to Cradle

Harderwijk-HQ Alcoa-6094 kopiëren
Lees het gehele artikel

Duurzaamheid is een begrip dat te pas en te onpas gebruikt wordt en dat vele definities heeft. Eén ding is echter zeker: het gaat veel verder dan het minimaliseren van het energieverbruik en het reduceren van de CO2-uitstoot. Vraag dat maar aan Kawneer, dat als ontwikkelaar van aluminium profielsystemen voor ramen, deuren, schuifpanelen en vliesgevels forse inspanningen levert om zo zuinig mogelijk om te springen met schaarse grondstoffen. Door maximaal in te zetten op recyclage en de Cradle to Cradle-certificatie van haar producten evolueert de ambitieuze Nederlandse onderneming elke dag een beetje meer naar een volledig circulaire werkwijze.

Het RT 82 HI+ raam- en deursysteem van Kawneer heeft een Passiefhuis- en Cradle to Cradle-certificaat.

De deadline voor de Europese klimaatdoelstellingen lijkt nog ver weg, maar in termen van nieuwbouw en renovatie is 2050 al behoorlijk dichtbij. Dat im-pliceert niet alleen dat we zuinig en slim moeten omspringen met grondstoffen – conform het circu-laire model met gesloten materialenkringlopen – en dat nieuwe woningen en gebouwen op z’n minst moeten voldoen aan de BEN-eisen, maar ook dat we ons bestaande gebouwpatrimonium grondig moeten verduurzamen. Het isoleren van de gebouwschil is in dat opzicht een logische eerste stap. Aluminium profielen hebben een zeer goede isolatiewaarde en leveren dus een waardevolle bijdrage aan het algemene energiepeil. Op die manier maken ze woningen en gebouwen ook toekomstbestendig en hebben ze dus een positieve impact op hun waarde. Bovendien passen ze met hun levensduur van 75 jaar, onderhoudsarme karakter en vrijwel onbeperkte recycleerbaarheid (met dezelfde kwaliteit en gunstige eigenschappen!) perfect in het circulaire plaatje.

Het stadskantoor van Venlo is ontworpen en gebouwd volgens het Cradle to Cradle-principe.

Duurzame bedrijfsvoering

Als gespecialiseerde ontwikkelaar van profielsystemen voor ramen, deuren, schuifpanelen en vliesgevels is Kawneer al lang overtuigd van de vele voordelen van aluminium. Circulariteit en duurzaamheid vormen er bovendien een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering. Zo zijn tal van producten PassiefHuis- en Cradle to Cradle– gecertificeerd, werkte de onderneming twee duurzaamheidsprogramma’s uit om het aandeel gerecycleerd aluminium in de bouw te maxi-maliseren (AR 90 en AR 100) en wordt het gegeerde ISO 14001-certificaat niet zozeer beschouwd als een doel op zich, maar eerder als een middel om het interne milieubeleid verder te ontwikkelen en te waarborgen. Afvalbeperking, het scheiden van afvalstromen en het reduceren van papiergebruik zijn hierbij belangrijk speerpunten. Ook bij de realisatie van de nieuwe Kawneer-vestiging in Harderwijk was duurzaamheid een cruciaal uitgangspunt. Sensortechnologie om het energie- en waterverbruik te reduceren, de remenergie van de bovenloopkranen die wordt omgezet in stroom, gevels uit gerecycleerd aluminium, zonnepanelen die meer opwekken dan er jaarlijks verbruikt wordt …: er is niets aan het toeval overgelaten. Dit alles resulteerde in een energie-efficiënt gebouw met een BREEAM Very Good-certificaat.

Circulair dankzij Cradle to Cradle

Het spreekt voor zich dat Kawneer er ook alles aan doet om de ecologische footprint van zijn producten zo laag mogelijk te houden. Vandaar dat het veel belangstelling heeft in Cradle to Cradle, een wereldwijd erkende standaard voor circulaire producten. Als ultieme vorm van duurzaam ondernemen stimuleert dit concept onder meer hergebruik van grondstoffen zonder waarde-verlies. Kawneer zet er al sinds 2016 op in, waardoor de vliesgevels en raam- en deursystemen van de onderneming intussen kunnen pronken met een Cradle to Cradle-certificaat, inclusief hang- en sluitwerk, anodisatie of poedercoating en voor alle mogelijke dimensies en vormgevingen. Vooral op het vlak van ‘material reutilization’ en ‘renewable energy’ scoren ze erg goed. Raam- en deursystemen zoals de RT 72 Reflex-, RT 72 HI+- en RT 82 HI+ en de AA 100-vliesgevel behaalden een bronzen certificaat, terwijl de AA 100 HI+-vliesgevel zelfs een zilveren certificaat in de wacht sleepte. De ultieme ambitie is dan ook om alle Kawneer-producten te laten certificeren. Een droom die elke dag een beetje meer werkelijkheid wordt …

Duurzaam bouwen met slanke vloeren

DELTABEAM-wood kopiëren
Lees het gehele artikel

Deze materialen kunnen nu perfect met elkaar verbonden worden dankzij de Deltabeam van Peikko. Een oplossing die trouwens ook erg interessant is in combinatie met betonvloeren.

Deltabeam is een staal-betonligger die in de vloer wordt geïntegreerd. Peikko levert de balk als een lichtgewicht stalen profiel aan de aannemer, die hem vervolgens monteert. Na de oplegging van de welfsels wordt de ligger aangestort met beton, waardoor er een doorgaand vloerveld ontstaat. De unieke deltavorm van het profiel, waaraan de ligger zijn naam ontleent, zorgt voor extra grip voor het beton aan de zijkanten, die in tegenstelling tot die van traditionele liggers schuin zijn. Deltabeam is in België intussen een gekende oplossing voor toepassingen in combinatie met alle mogelijke betonvloeren. Niet verwonderlijk, want dankzij de erg hoge stijfheid zijn er grote overspanningen mogelijk. Bovendien laat Deltabeam toe om slanke vloeren te realiseren zonder doorhangende balken. De besparing op het vlak van vloerdikte kan oplopen tot 30 %. “Minder bekend is dat de Deltabeam ook perfect te combineren is met hybride vloerconstructies (hout-beton)”, vertelt Joris Van Hezewijk, sales- en marketingcoördinator van Peikko Benelux. “Vanuit constructief oogpunt biedt deze techniek talloze voordelen. Bovendien is het de meest ecologische manier om duurzame gebouwen met een lange levensduur te realiseren.”

Waar er met andere systemen veelal een kolomafstand van 7,2 meter wordt bereikt, loopt dit met de hybride constructie op tot 10,8 meter.

Robuuste draagstructuur

In combinatie met hout-betonwelfsels koppelen Deltabeam-staal-betonliggers een hoge kwali-teit aan een lichte, ecologisch verantwoorde bouwmethode. “De voordelen van de materialen worden optimaal benut”, aldus Joris Van Hezewijk. “Er ontstaat een hybride constructie die aan alle vereisten van een robuuste draagstructuur voldoet. Ook in dit geval speelt de hoge stijfheid een belangrijke rol bij de realisatie van grote overspanningen met een balkenstructuur die in de vloer geïntegreerd blijft. Waar er met andere systemen veelal een kolomafstand van 7,2 meter wordt bereikt, loopt dit met de hybride constructie op tot 10,8 meter, terwijl het slanke uitzicht van de vloer doorgaans behouden blijft! Het feit dat er minder kolommen nodig zijn, opent trouwens de deur naar een flexibele in-
deling, waarmee er op toekomstige functiewijzigingen van het gebouw kan worden ingespeeld.”

Op en top ecologisch

Natuurlijk gaat de productie van beton en staal nog steeds gepaard met een bepaalde CO2-uitstoot. “Hout is daarentegen een natuurlijke opslagbron voor CO2”, vervolgt Joris van Hezewijk. “In de juiste verhoudingen kan er dus zelfs een CO2-neutrale constructie gecreëerd worden. Kortom: in combinatie met hout-betonvloerplaten vormen Deltabeam-staal-betonliggers een bijzonder interessante oplossing voor ecologisch bouwen in de ware zin van het woord.”    

“Bijna elke Belgische woning moet tegen 2050 opnieuw geïsoleerd worden”

Beeld Renovatie Isolatie LR kopiëren
Lees het gehele artikel

Dat blijkt uit de Isolatiebarometer 2020 van Recticel Insulation, een belangrijke marktspeler in thermische en akoestische isolatie. “We staan voor een grote, maar niet onoverkomelijke uitdaging. Zolang we maar anders over onze woning gaan denken”, zegt Pieter Bailleul, technical manager Belux van Recticel Insulation.

België ondersteunt de Europese Green Deal en de Overeenkomst van Parijs. Broeikasgassen moeten tegen 2050 met 80 à 95 procent verminderen ten opzichte van 1990. In ons land is 13,2 procent van de totale uitstoot afkomstig van woningen en appartementen. En dus zullen residentiële gebouwen betere energieprestaties moeten voorleggen. “Dat kan enkel als die woningen gesloopt, herbouwd of energetisch verbeterd worden tot een energieverbruik van minder dan 100 kilowattuur per vierkante meter per jaar in Vlaanderen en Brussel en 85 kilowattuur in Wallonië”, zegt Pieter Bailleul. “We moeten met z’n allen vooruitdenken en als we renoveren voorrang geven aan het isoleren en na-isoleren van daken, muren en vloeren. Dat is de efficiëntste en financieel interessantste manier om onze energieambities te realiseren.”

De Isolatiebarometer van Recticel Insulation kleurt bijlange nog niet groen.

Daken, muren en vloeren

De uitdagingen zijn enorm en daarom stelde Recticel Insulation een Isolatiebarometer 2020 op, waarin de energieprestaties van het huidige Vlaamse, Brusselse en Waalse woonbestand naast elkaar gelegd worden. Wat blijkt: 99 procent van alle huizen en 95 procent van alle appartementen voldoen nog niet aan de doelstelling voor 2050. “Een energetische renovatie is noodzakelijk”, zegt Pieter Bailleul. “Daarbij moet je de Trias Energetica in gedachten houden: isoleren, duurzame bronnen gebruiken en fossiele brandstoffen efficiënt inzetten. Begin dus met het investeren in isolatie. De meest koolstofarme energie is namelijk de energie die je niet verbruikt. Het is een manier om sneller en efficiënter de energieprestaties van je woning te verbeteren.”

20 procent van de daken van Belgische woningen is niet geïsoleerd. Muur- en vloerisolatie is in nog veel minder gevallen aanwezig. “Hoe je het ook draait of keert: je krijg maar één keer de kans om goed te isoleren. Het is een verstandige investering, niet alleen voor je comfort of energiefactuur, maar ook voor de meerwaarde die je op lange termijn genereert”, besluit Pieter Bailleul.    

Duurzaam bouwen met slanke vloeren

deltabeam-wood-kopieren
Lees het gehele artikel

Wie duurzaam bouwen wil combineren met een lange levensduur, kiest het best voor een houten constructie met geïntegreerde staal-betonliggers. Deze materialen kunnen nu perfect met elkaar verbonden worden dankzij de Deltabeam van Peikko. Een oplossing die trouwens ook erg interessant is in combinatie met betonvloeren.

Deltabeam is een staal-betonligger die in de vloer wordt geïntegreerd. Peikko levert de balk als een lichtgewicht stalen profiel aan de aannemer, die hem vervolgens monteert. Na de oplegging van de welfsels wordt de ligger aangestort met beton, waardoor er een doorgaand vloerveld ontstaat. De unieke deltavorm van het profiel, waaraan de ligger zijn naam ontleent, zorgt voor extra grip voor het beton aan de zijkanten, die in tegenstelling tot die van traditionele liggers schuin zijn. Deltabeam is in België intussen een gekende oplossing voor toepassingen in combinatie met alle mogelijke betonvloeren. Niet verwonderlijk, want dankzij de erg hoge stijfheid zijn er grote overspanningen mogelijk. Bovendien laat Deltabeam toe om slanke vloeren te realiseren zonder doorhangende balken. De besparing op het vlak van vloerdikte kan oplopen tot 30 %. “Minder bekend is dat de Deltabeam ook perfect te combineren is met hybride vloerconstructies (hout-beton)”, vertelt Joris Van Hezewijk, sales- en marketingcoördinator van Peikko Benelux. “Vanuit constructief oogpunt biedt deze techniek talloze voordelen. Bovendien is het de meest ecologische manier om duurzame gebouwen met een lange levensduur te realiseren.”

at100136_landi_einsiedeln_160415_ready_8_-kopieren

Waar er met andere systemen veelal een kolomafstand van 7,2 meter wordt bereikt, loopt dit met de hybride constructie op tot 10,8 meter.

 

Robuuste draagstructuur

In combinatie met hout-betonwelfsels koppelen Deltabeam-staal-betonliggers een hoge kwali-teit aan een lichte, ecologisch verantwoorde bouwmethode. “De voordelen van de materialen worden optimaal benut”, aldus Joris Van Hezewijk. “Er ontstaat een hybride constructie die aan alle vereisten van een robuuste draagstructuur voldoet. Ook in dit geval speelt de hoge stijfheid een belangrijke rol bij de realisatie van grote overspanningen met een balkenstructuur die in de vloer geïntegreerd blijft. Waar er met andere systemen veelal een kolomafstand van 7,2 meter wordt bereikt, loopt dit met de hybride constructie op tot 10,8 meter, terwijl het slanke uitzicht van de vloer doorgaans behouden blijft! Het feit dat er minder kolommen nodig zijn, opent trouwens de deur naar een flexibele indeling, waarmee er op toekomstige functiewijzigingen van het gebouw kan worden ingespeeld.”

Op en top ecologisch

Natuurlijk gaat de productie van beton en staal nog steeds gepaard met een bepaalde CO2-uitstoot. “Hout is daarentegen een natuurlijke opslagbron voor CO2”, vervolgt Joris van Hezewijk. “In de juiste verhoudingen kan er dus zelfs een CO2-neutrale constructie gecreëerd worden. Kortom: in combinatie met hout-betonvloerplaten vormen Deltabeam-staal-betonliggers een bijzonder interessante oplossing voor ecologisch bouwen in de ware zin van het woord.”     

BASF werkt samen met het BIM-project ‘SPHERE’ van de Europese Unie voor duurzaam bouwen

rs4704_mbs_5282_kv_vdc_bearb_rgb_teil3
Lees het gehele artikel
  • Het SPHERE-project maakt gebruik van een digitale-tweelingplatform en is gericht op het verbeteren van de energie-efficiëntie van gebouwen
  • Innovatieve virtualisatietechnologie opent nieuwe mogelijkheden bij het ontwerp en beheer van gebouwen
  • Master Builders Solutions® als expert met de breedste BIM-portefeuille in de bouwchemicaliënindustrie

BASF is een partner van het SPHERE-project van de Europese Unie. Het project heeft tot doel een softwarematig digitale-tweelingplatform te ontwikkelen om de virtuele replicatie van gebouwen mogelijk te maken met het oog op de verhoging van hun energie-efficiëntie, de optimalisering van hun levenscyclus en de vermindering van de kosten. De ‘virtuele tweeling’ zal een breed scala aan gegevens over bouwmethoden, ontwerp, productie van bouwmaterialen, structuurelementen en het bouwproces bevatten. Aan het project is 7,4 miljoen euro aan EU-financiering toegewezen; het totale budget van het project bedraagt 12,8 miljoen euro.

Het nieuwe digitale-tweelingplatform is gebaseerd op Building Information Modeling (BIM). De bouwexperts van Master Builders Solutions®, BASF’s wereldwijde merk voor bouwchemicaliënoplossingen, beschikken over een uitgebreide expertise op het gebied van deze technologie: Begin dit jaar lanceerde Master Builders Solutions zijn Virtual Design and Construction Resource Center, bestaande uit een waaier aan digitale bronnen met betrekking tot BIM en een selectie van geschikte producten, specificaties en de verschillende toepassingen van zijn bouwproducten. “Voor ons vormen virtuele gebouwmodellen een belangrijke technologie voor het bedenken en ontwerpen van bouwwerken”, aldus Philipp Kley, Senior Vice President Construction Chemicals Europe bij BASF. “Wij willen innovatieve softwaretechnologieën gebruiken om een voortrekkersrol te spelen op het gebied van Industrie 4.0 in de bouwsector.” De BIM-portefeuille van Master Builders Solutions is de grootste in de bouwchemicaliënindustrie, met op dit moment meer dan 200 BIM-objecten en binnenkort meer dan 400 Revit-modellen uit 13 verschillende industriële segmenten. Dat is de expertise die BASF kan inbrengen in het SPHERE-project: “Wij ondersteunen dit EU-project graag met onze knowhow en werken samen met partners uit tien verschillende landen aan de ontwikkeling en verfijning van virtuele gebouwmodellen”, zegt Olivier Bayard, Regional Business Segment Manager Admixture Systems Europe bij BASF. “Zo willen we bijdragen aan het verhogen van de energie-efficiëntie van gebouwen en het verlagen van de kosten van bouwprojecten. Ontwerpers en eigenaars profiteren van een digitaal-tweelingmodel in alle projectfasen: van de planning en het ontwerp tot en met de bouw, het onderhoud en de sloop.”

EU-kaderprogramma Horizon 2020 voor onderzoek en innovatie
Naast BASF bestaat het SPHERE-consortium uit softwarespecialisten, architecten, ingenieurs en onderzoeks- en ontwikkelingscentra. Het project heeft financiering ontvangen van het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020 van de Europese Unie in het kader van subsidieovereenkomst nr. 820805. Als EU-steunprogramma is Horizon 2020 gericht op het bevorderen van een op kennis en innovatie gebaseerde maatschappij en concurrerende economie in de hele EU en op het leveren van een bijdrage aan duurzame ontwikkeling.

SPHERE is een vierjarig Horizon 2020-project dat tot het najaar van 2022 loopt. Op basis van vier nieuwbouw- en renovatieprojecten in Italië, Finland, Oostenrijk en Nederland worden het digitale-tweelingplatform en zijn nieuwe softwaretools getest en ontwikkeld met het oog op verkoopbaarheid.