Dit laatste mogen we letterlijk nemen, want de aftandse volumes werden integraal gestript en opnieuw opgebouwd, inclusief enkele structurele wijzigingen, doorgedreven isolatie en een stijlvolle gevelafwerking. Dat dit in volle coronatijd moest gebeuren, maakte deze omvangrijke klus extra uitdagend.
De verspringende terrassen zorgen voor de nodige visuele dynamiek in het gevelbeeld.
Wooncomplex Schorenshof werd in de jaren 70 opgetrokken als de ‘sociale wijk van de toekomst’. Een kleine halve eeuw later was/is er echter heel wat werk aan de winkel op het vlak van woon-comfort en energie-efficiëntie. Zelfs in die mate dat sociale huisvestingsmaatschappij Dijledal zich genoodzaakt zag om zeven blokken met telkens 24 appartementen van naaldje tot draadje te renoveren, met dank aan Europese financiële steun (EFRO-subsidies, goed voor 40 % van de totale kostprijs). De lat lag erg hoog, want de gebouwen werden/worden niet enkel structureel en archi-tecturaal, maar ook energetisch volledig op punt gesteld (inclusief de vernieuwing van alle technische installaties). De verouderde appartementen van weleer gaan voortaan door het leven als duurzame, kwalitatieve en energetisch performante woningen. Fase 1 van deze grootschalige vernieuwings-operatie is intussen achter de rug, fase 2 start op 1 augustus.
De gevels zijn afgewerkt met een stijlvolle combinatie van verticale steenstrips ter hoogte
van de sokkel en horizontaal metselwerk in wildverband ter hoogte van de verdiepingen.
Zware sloop
De renovatie werd/wordt in goede banen geleid door de TM A C H Bouw – Bouwbedrijf Floré. “Het was niet de eerste keer dat we intensief samenwerkten. Wij stonden in dit project in voor de werfleiding. De projectleiding is in handen van onze partner”, vertelt Pieter Van Hoegaerden, werfleider bij Bouwbedrijf Floré. “In fase 1 hebben we vijf blokken onder handen genomen, goed voor 120 wooneenheden en twee ondergrondse parkeergarages. Na een grondige asbestsanering hebben we de blokken quasi integraal gestript, inclusief enkele vloerplaten en alle trappenkernen. De betonstructuur was nog in redelijke staat, hoewel er uiteindelijk veel meer betonrenovatie nodig was dan initieel voorzien, maar de invulling en de interieurafwerking waren volledig afgeleefd. Het is dus een zware sloop geweest, waarbij we tevens extra onderschoringen moesten voorzien om de algemene stabiliteit te verzekeren. Voorts hebben we op vraag van A33 architecten enkele structurele aanpassingen doorgevoerd. Zo moesten we een dragende betonkolom op het gelijkvloers een meter achteruit plaatsen om het inkomgeheel wat uitnodigender te maken. Nadien hebben we waar nodig nieuwe vloerplaten aangebracht – in de vorm van potten en balken, conform de bestaande opbouw om de funderingen niet extra te belasten en met behulp van een voordelig hefsysteem (op aanraden van onze bekistings-leverancier) – en hebben we prefab trappenkernen geïntegreerd. Aangezien energie-efficiëntie een cruciaal aandachtspunt was, zijn de nieuwe daken, vloeren en buitenmuren fors geïsoleerd en is er geopteerd voor uitpandige terrassen.”
“Dat we deze uitdagende klus op twee jaar tijd hebben kunnen klaren – in volle coronacrisis – mag zeker een succes genoemd worden”
Architecturale allure
Wat meteen opvalt, is dat de afwerkingsgraad behoorlijk hoog ligt. Een architecturaal en bouwkundig statement dat duidelijk in de smaak valt. “De architect heeft een erg mooi totaalplaatje gecreëerd”, vindt Pieter Van Hoegaerden. “Er is duidelijk op de lange termijn gedacht. De gevels zijn afgewerkt met een stijlvolle combinatie van verticale steenstrips ter hoogte van de sokkel en horizontaal metselwerk in wildverband ter hoogte van de verdiepingen. De gevelstenen zijn gemetst met zwarte dunbedmortel, die een mooi schaduwrijk effect creëert. Dit alles geeft het geheel een strakke aanblik, terwijl de verspringende terrassen toch voor de nodige visuele dynamiek zorgen. De trappenhallen worden geflankeerd door een vliesgevel, wat eveneens bijdraagt tot de architecturale allure van het geheel. Kortom: we zijn erg tevreden met het resultaat en de manier waarop alles verlopen is. Je moet weten dat we tijdens de eerste ‘lockdown’ toch een dikke zes weken hebben stilgelegen en dat we deze achterstand integraal hebben moeten inhalen, wat ons uiteindelijk ook gelukt is. Dat we deze uitdagende klus op twee jaar tijd hebben kunnen klaren, mag dus zeker een succes genoemd worden! Op 1 augustus starten we met de renovatie van de twee resterende blokken. We maken ons sterk dat we deze tweede en laatste fase op anderhalf jaar tijd kunnen realiseren.”
Bouwheer Dijledal (Leuven)
Architect A33 architecten (Leuven)
Hoofdaannemer(s) TM A C H Bouw (Antwerpen) – Bouwbedrijf Floré (Beveren)
Het imposante complex omvat vier torenvolumes met verschillende hoogtes (vijf tot achttien verdiepingen), die via een transparante sokkel verenigd worden tot één vloeiend, elegant geheel. De verregaande ambities op het vlak van duurzaamheid resulteerden in een BREEAM Outstanding-ontwerp en een minimale ecologische footprint. Nu de opleverdatum in zicht komt, is het hoog tijd om dit prestigeproject grondig onder de loep te nemen!
Dat Quatuor gepercipieerd wordt als een elegant, homogeen landmark, is in belangrijke mate te danken aan het uitgekiende gevelontwerp.
Kantoorgebouwen met een bijzondere architecturale uitstraling: in de Brusselse Noordwijk schoten ze de voorbije drie decennia als paddenstoelen uit de grond. Ook het voormalige Boudewijngebouw – of zoals het in de volksmond genoemd werd: ‘de Schans’ – drukte een kleine dertig jaar lang zijn stempel op de skyline van onze hoofdstad. Vooral het halfronde inkompaviljoen met schuin aflopend glazen dak liet een onuitwisbare indruk na. Toen het huurcontract met de Vlaamse overheid afliep en deze laatste besliste om haar ambtenaren onder te brengen in het gloednieuwe Herman Teirlinckgebouw, kwam eigenaar Befimmo voor een moeilijke keuze te staan. Het Boudewijngebouw voldeed niet meer aan de hedendaagse eisen en had dus dringend nood aan een opknapbeurt. Aangezien een ingrijpende renovatie en transformatie niet haalbaar bleken, besliste Befimmo om de befaamde ‘Schans’ af te breken en te vervangen door een nieuwbouw met een even iconisch karakter.
“Prioriteit nummer één was een betere integratie in het stadsweefsel, om zo een organische overgang tussen de Noordwijk en het historisch centrum te creëren”, vertelt John Eyers.
Optimale integratie in het stadsweefsel
Eens deze moeilijke knoop was doorgehakt en de keuze voor een nieuwbouw definitief was, ging Befimmo aankloppen bij Jaspers-Eyers Architects. Een logisch besluit, aangezien het gereputeerde bureau destijds ook het Boudewijngebouw en een heleboel andere kantoorcomplexen in de Brusselse Noordwijk ontwierp. Zo ontstond ‘Quatuor’, een markante stedelijke ontwikkeling die gebaseerd is op een vooruitstrevend ontwerp. “Prioriteit nummer één was een betere integratie in het stadsweefsel, om zo een organische overgang tussen twee nabijgelegen, maar zeer verschillende buurten te creëren: de Noordwijk enerzijds en het historisch centrum anderzijds”, vertelt John Eyers, samen met Jean-Michel Jaspers CEO bij Jaspers-Eyers Architects. “Zoals de naam van het project al doet vermoeden, bestaat het Quatuor-gebouw uit vier compacte torens met verschillende hoogtes: blok A telt vijf verdiepingen (8.031 m2), blok B negen verdiepingen (11.744 m2), blok C veertien verdiepingen (18.742 m2) en blok D achttien verdiepingen (22.717 m2). De hoogte van de torens is afgestemd op de karakteristieken van de omgeving. De rijzigste volumes maken de connectie met de naburige kantoorgebouwen langs de Albert II-laan en de Kleine Ring, terwijl de lagere torens aansluiting zoeken bij de kleinere residentiële ontwikkelingen aan de kant van het stadscentrum. Ze rusten allemaal op een gemeenschappelijke basis met vier bouwlagen, die een samenhangend geheel creëert.”
Dormakaba Belgium – Carrouseldeuren, automatische schuifdeuren en deurbeslag voor brandwerende deuren Vijf glazen carrouseldeuren, 74 automatische schuifdeuren, hang- en sluitwerk voor grote brandwerende deuren en andere toegangsoplossingen die mogelijk nog aan het lijstje zullen worden toegevoegd: ook dormakaba, dat in 2015 ontstond uit de fusie van Dorma en Kaba, had en heeft de handen vol met het Quatuor-project. “Er wordt sterk gefocust op natuurlijke lichtinval en transparantie, dus zowel de 3 meter hoge carrouseldeuren als de automatische schuifdeuren bestaan volledig uit glas”, vertelt Antony Vandeplas. “Aangezien de carrouseldeuren deel uitmaken van het inkomgeheel, zijn ze inbraakwerend (conform de geldende WK 2-voorschriften) en dragen ze bij tot de algemene energie-efficiëntie (warmte en koude binnen- en buitenhouden, weinig tocht). Bij de automatische schuifdeuren in het binnenschrijnwerk zijn zowel de aandrijving als de glasklem netjes weggewerkt in het plafond. En een aantal grote, manuele branddeuren werden zowel met een vloerveer (BTS) als een kozijndorpelveer (RTS 85) uitgevoerd om ze comfortabel te kunnen bedienen en betrouwbaar te laten sluiten. Het spreekt voor zich dat een iconisch BREEAM Outstanding-project in hartje Brussel een schitterende referentie is, zeker omdat we oplossingen uit verschillende productsegmenten kunnen toepassen en samenwerken met een gerenommeerde bouwheer, architect en hoofdaannemer. Quatuor past dan ook perfect op ons palmares met prestigieuze realisaties zoals de nieuwe hoofdzetel van BNP Paribas Fortis, het Noordstation, het Diamond Building en het hoofdkantoor van AG Insurance in Brussel, ZNA Cadix in Antwerpen, CHC MontLégia in Luik enzovoort. We ontwikkelen, leveren en plaatsen overigens niet alleen verschillende soorten automatische deuren, maar ook mobiele scheidingswanden, fysieke barrières en cloudgebaseerde toegangscontrole (exivo) in eigen beheer of via gespecialiseerde partners. Daarnaast leveren we via de gespecialiseerde vakhandelaren hang- en sluitwerk (deurdrangers, cilindersloten …) aan schrijnwerkers en installateurs.”
Eenheid in verscheidenheid
Dat Quatuor gepercipieerd wordt als een elegant, homogeen landmark, is zeker ook te danken aan het uitgekiende gevelontwerp. Jean-Michel Jaspers: “Befimmo droomde van een ‘vloeiende’ architectuur met afgeronde hoeken en hellende daken. De torens hebben een complexe vorm, waarbij driehoeken en ellipsen gecombineerd worden. Dit resulteerde in gebogen gevels met een variabele uitstraling en expressie, afhankelijk van de invalshoek. Enkel aan de straatkant, waar zich ook de in- en uitrit van de ondergrondse parking bevinden, heeft de gevel een recht profiel. Vanuit ontwerpoogpunt was het niet evident om alle volumes geometrisch op punt te stellen, maar onze inspanningen hebben hun vruchten afgeworpen, want in de praktijk komt dat vloeiende karakter heel mooi tot uiting. In combinatie met de variabele hoogte van de torens en de uniforme gevelafwerking in beige-grijze natuursteen creëert deze specifieke beeldtaal een zekere eenheid in verscheidenheid. Het relatief massieve karakter van de façades wijkt overigens af van de meeste kantoortorens in de Noordwijk, die vooral veel glas bevatten. Met zijn gesloten architectuur sluit Quatuor eerder aan bij de residentiële ontwikkelingen aan de binnenkant van de Kleine Ring. Bovendien krijgt het gebouw ’s nachts een heel andere gedaante dan overdag, met dank aan de zorgvuldig gekozen verlichting.”
Beeld: Wolftech.
Wolftech – Zelfklimmende bekisting Vier torens met verschillende hoogtes bouwen in hartje Brussel: het is geen sinecure. Om de betonnen lift- en trappenkernen van de rijzigste volumes van Quatuor naar behoren te kunnen realiseren, werd er gebruikgemaakt van zelfklimmende Wolftech-bekisting. “We zijn van juni 2018 tot begin 2020 aan de slag geweest op deze gigantische werf. Gezien de omvang van het project, moest er een enorme hoeveelheid materieel worden ingezet. Maar vermits het gebouw haast de volledige oppervlakte van terrein beslaat, was de opslagruimte uiterst beperkt. Het was dan ook een hele uitdaging om de logistieke flow op punt te stellen”, vertelt Thierry Van Brakel, technisch adviseur bij Wolftech. “De lift- en trappenkernen van de hoogste torens zijn gerealiseerd met behulp van zelfklimmende bekistingen aan de buitenzijde. In tegenstelling tot traditionele klimbekistingen was hiervoor geen kraan nodig. Dankzij een geavanceerd hydraulisch systeem stegen ze om de acht dagen een verdieping hoger. Voor torens C en D, de twee hoogste volumes met respectievelijk veertien en achttien verdiepingen, was circa 1000 m² bekisting per toren nodig. Driekwart van de kernen van torens A en B (respectievelijk vijf en negen verdiepingen) is dan weer opgetrokken uit prefabbeton en de rest is ter plaatse gestort. Belangrijk om weten: circa 80 % van de gebruikte bekistingen was modulair. Die frames worden telkens hergebruikt na reiniging en eventuele vervanging van de bekistingshuid. De overige 20 % werd speciaal voor dit werk geassembleerd. Na voltooiing van de werkzaamheden zijn de metalen frames, net als de PEFC-gecertificeerde houten balken, gerecupereerd voor hergebruik op andere werven.”
Doorwaadbaar binnengebied
Quatuor herbergt niet alleen 60.000 m² kantoorruimte, die naargelang de wensen en eisen van de huurders een specifieke invulling kreeg (van open landschapskantoren tot kleinschalige coworkingspaces), maar ook driehonderd fietsstalplaatsen, een ondergrondse parking voor 314 wagens en circa 2.500 m² commerciële ruimtes op het gelijkvloers (winkels, horecafaciliteiten, een bankkantoor …). Deze laatste zijn ondergebracht in een dubbelhoge transparante sokkel, die een publiek toegankelijke binnentuin omzoomt. Projectarchitect Gilles Bollens: “De gevels zijn ietwat naar binnen geplooid, waardoor je als bezoeker automatisch naar het doorwaadbare binnengebied geleid wordt. Ook andersom bieden de vele doorzichten een belangrijke meerwaarde. Dankzij de diagonale kijklijnen tussen de volumes bevinden de aanwezigen zich nergens in het gebouw in een gesloten ruimte. De torens lijken boven de sokkel te zweven en zorgen op die manier voor een zekere luchtigheid die de aanzienlijke omvang van het project en de massieve, solide gevelarchitectuur counteren. De aandacht voor de creatie van specifieke zichtassen, de integratie van publieke ruimte en de optimale inbedding in de omgeving maakt dat Quatuor zich naadloos inpast in het bestaande stadsweefsel.”
De gebogen gevels hebben een variabele uitstraling en expressie, afhankelijk van de invalshoek.
Ruimtelijke flexibiliteit
Ook duurzaamheid was een cruciaal aandachtspunt in dit prestigeproject. “En dat begon bij de structuur. Alle vloerniveaus zijn gerealiseerd volgens het ‘flat slab’-principe, waardoor de ruimtelijke flexibiliteit en het transformatie- potentieel veel groter zijn in vergelijking met klassieke geprefabriceerde gebouwen”, aldus Gilles Bollens. “De draagconstructie bestaat uit ter plaatse gestorte vloerplaten en kolommen”, vult Fabian Sinapi, projectverantwoordelijke bij aannemer BESIX, aan. “Aangezien de vloerplaten relatief dun zijn (slechts 25 centimeter), hebben we veelvuldig gebruikgemaakt van nagespannen beton. De omvang van het project spreekt boekdelen. Voor de realisatie van Quatuor was maar liefst 36.000 m³ beton, 145.000 m² bekisting, 2.000 m² premuren, 3000 ton staal (passief) en 335 ton nagespannen staal nodig. Bovendien lag het bouwritme erg hoog en zorgde de gelijktijdige realisatie van de vier torens voor de nodige logistieke uitdagingen. Het project liep wat vertraging op door de coronapandemie en onvoorziene problemen met de ondergrond en de funderingen van het voormalige Boudewijngebouw, maar los daarvan is het bouwproces uitstekend verlopen en liggen we op koers om het Quatuor-complex eind augustus op te leveren!”
Drafab – Binnenafwerking Vast meubilair, liftbekledingen, lambriseringen, binnendeuren, sanitaire wanden in HPL en zelfs de volledige binneninrichting van blok D in fineer en HPL: het takenpakket van Drafab bij de realisatie van het Quatuor-project was en is behoorlijk uitgebreid. De firma uit Poperinge heeft enkele intensieve maanden achter de rug, maar is stilaan toe aan de laatste loodjes. “Het is inderdaad een behoorlijk omvangrijke opdracht die heel wat vakmanschap vereist”, geeft zaakvoerder Dries De Backer aan. “Het is bovendien puur maatwerk, inclusief vrij speciaal meubilair (vergaderboxen, keukens, vestiaires, combinatie hout-metaal …) en grote RF-binnendeuren. Het zijn complexe opdrachten als deze die ons hart sneller doen slaan. We staan erom bekend dat we veel verder kunnen gaan dan standaardtoepassingen, dus we zijn blij dat we dit wederom kunnen bewijzen via een mooie, prestigieuze realisatie als Quatuor. Ook de samenwerking met hoofdaannemer BESIX was prima. Met drie generaties vakkennis in hout, een up-to-date machinepark en geavanceerde softwaretoepassingen voor deskundig maatwerk zijn we de geknipte partner om dergelijke prestigeprojecten tot een goed einde te brengen!”
In de verticale vinnen op de zuid-, west- en oostgevels zijn zonnecellen geïntegreerd.
Minimale ecologische voetafdruk
Er zijn heel wat inspanningen geleverd om de ecologische voetafdruk van het Quatuor-project te minimaliseren. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat het ontwerp van Jaspers-Eyers Architects bekroond werd met een BREEAM Outstanding-certificaat. “Quasi alle toegepaste materialen zijn recycleerbaar en/of genereren een minimum aan CO2-uitstoot bij productie en transport. Op enkele inox- en aluminiumaccenten na, zijn de gevels integraal bekleed met natuursteen van inheemse makelij, die verankerd is aan een aluminium draagstructuur. Het gepoeder- coate aluminium schrijnwerk is ingevuld met driedubbele beglazing”, legt Fabian Sinapi uit. “Ook op het vlak van technieken is niets aan het toeval overgelaten”, pikt Gilles Bollens in. “Zo zijn er meer dan 1400 zonnepanelen geplaatst op de daken en hebben we decoratieve zonnecellen geïntegreerd in de zuid-, west- en oostgevels, in de vorm van verticale vinnen. Bovendien versterken deze vinnen de volumewerking en dragen ze bij tot de algemene esthetiek. Geothermische installaties staan in voor verwarming en koeling. Eveneens het vermelden waard zijn het regen- waterrecuperatiesysteem en de daktuinen boven op de sokkel tussen de volumes. Tot slot is 30 % van de ondergrondse parkeerplaatsen uitgerust met een laadpaal voor elektrische voertuigen. Dit alles maakt van Quatuor een echt voorbeeldproject. Hoewel het gebouw nog niet volledig klaar is, is het resultaat nu al magnifiek!”
Het project omvat zestig woonunits en valt vooral op door de hoogwaardige afwerking en praktische inrichting.
Een grote ondergrondse parking vormt de basis voor dit bouwproject. Op elk van de hoeken van dat vierkant is een van de vier appartementsblokken ingeplant. Bewoners stallen niet enkel hun wagen in de parking, er zijn ook stopcontacten voorzien waar ze onder meer elektrische rollators kunnen opladen. “Net door het concept van de vier bouwblokken op de hoeken van de ondergrondse garage was dit qua uitvoering wel een uitdaging”, zegt Patrick Lauwers, projectleider bij Algemene Bouw Maes. “We werkten met paalfunderingen onder de parking, maar ook deels met funderingen tot op het gelijkvloerse niveau, waar de appartementsblokken op rusten. Geen alledaags werk.”
Een combinatie van gladde en matte stenen geeft de gevels een dynamische uitstraling.
Architectuur met subtiele twist
De identieke bouwblokken en de lichte gevelstenen in gebroken wit: Blauwe Poort springt niet in het oog met grootse en uitzonderlijke architecturale uitspattingen, maar wel met creatieve keuzes. Zo combineren de gevels gladde en matte stenen, die de gebouwen een dynamische uitstraling geven. De bouwvolumes zelf zijn identiek, maar zijn telkens 90 graden gedraaid. Elk appartementencomplex toont dus letterlijk een ander facet, in de vorm van een andere gevel. Als je het gebouw nadert, zie je als het ware elke gevel in één oogopslag. Tussen de gebouwen in ontplooit zich een aangenaam en groen binnenplein.
Dankzij veel licht en ruimte is het comfortabel wonen in Blauwe Poort.
“Dit sociaal woonproject sluit geen compromissen op het vlak van kwaliteit”
Efficiënte bouwtechniek
Binnen de context van dit sociaal woonproject lag de focus onverminderd op kwaliteit. Met respect voor de korte bouwtermijn. Patrick Lauwers legt uit: “De niet-dragende binnenmuren trokken we op in verdiepingshoge, gelijmde cellenbetonpanelen in plaats van in gipsblokken. Als aannemer suggereerden we die efficiënte bouwtechniek zelf.” De appartementen voelen ruim aan dankzij de rijkelijke natuurlijke lichtinval en de slimme indeling. Naast de technische berging is er een tweede berging voorzien, met alle mogelijkheden voor stockage of de inrichting van een wasruimte. Met kasten aan de zijde van de keuken én de woonkamer hebben toekomstige bewoners nooit kastruimte te weinig. De keramische tegel, die lijkt door te lopen op het terras, is geschikt voor elk type interieur.
De vier identieke gebouwen zijn telkens een kwartslag gedraaid.
Raes G. Schrijnwerken – Binnendeuren en verlaagde plafonds Meer dan vijfhonderd gewone binnendeuren en metaalkozijnen, branddeuren met een stijlvolle laminaatbekleding, heel wat gordijn-bakken en veel lopende meters verlaagde gyprocplafonds. Het team van Raes G. Schrijnwerken uit Wervik, dat al ruim twee decennia een vertrouwde partner is voor tal van projecten, had een hele kluif aan zijn lot bij de bouw van Blauwe Poort in Brugge. Ervaren schrijnwerkers plaatsten de binnendeuren en de plafonds. “Dat ging erg vlot, mede dankzij de goede communicatie binnen het ganse bouwteam”, benadrukt Davinia Galloo. “De werf was erg goed georganiseerd. De planning werd strikt gevolgd en de communicatie verliep open en duidelijk. Zo slaagden we er, ondanks de grootorde van het project, in om een korte doorlooptijd te realiseren. Met een heel mooi resultaat!”
Blauwe Poort springt niet in het oog met grootse en uitzonderlijke architecturale uitspattingen, maar wel met creatieve keuzes.
Aangesloten op het warmtenet
In de wijk is geen gasaansluiting voorzien. Dat hoeft ook niet. De zestig nieuwe appartementen halen hun verwarming bij het warmtenet van IVBO. Via een individuele warmtewisselaar wordt de vloerverwarming in elke woonunit gevoed door een buis met water op 60 °C. Het water is opgewarmd met restwarmte van de verbrandingsoven en maakt deze residenties op slag een toonbeeld van duurzaam bouwen en wonen. Een statement van de Brugse Maatschappij voor Huisvesting, in de praktijk gebracht door Algemene Bouw Maes.
Door deze strategische stap intensiveert Weber Beamix haar ontwikkel- en productieactiviteiten in 3D betonprinten. Ook legt Weber Beamix hiermee de focus op duurzaamheid, industrialiseren en digitalisering en vergroot ze de mogelijkheid om onafhankelijk de markt te bedienen.
Onafhankelijk
Uiteraard is Weber Beamix dankbaar voor de samenwerking met BAM vanaf het eerste uur. Door de vroege instap en de eerste projecten heeft BAM er mede voor gezorgd dat de 3D printtechnologie is geïntroduceerd en geaccepteerd als bouwmethode in Nederland en daarbuiten. Weber Beamix is dan ook blij dat BAM, als ontwerper en bouwer, heeft aangegeven de 3D-betonprinttechnieken te blijven gebruiken en afnemen wanneer dit waarde toevoegt voor haar klanten. Desalniettemin geeft de verworven onafhankelijkheid Weber Beamix de gelegenheid om makkelijker en sneller de 3D betonprint technologie onder de aandacht te brengen van heel bouwend Nederland.
Primeurs 3D betonprinten
In 2017 hadden Weber Beamix en BAM een wereldprimeur met ’s werelds eerst 3D geprinte betonnen brug in Nijmegen. De partners gingen door met de ontwikkeling van deze innovatieve bouwtechnologie en in 2019 openden Weber Beamix en BAM de eerste commerciële 3D betonprintfabriek in Eindhoven. Dit heeft geleid tot veel kennis over het digitale ontwerpproces van de 3D printtechnologie en tot nieuwe toepassingen zoals geprinte bekistingen. Het nieuwste spraakmakende project dat uit de fabriek is gerold is het eerste 3D geprinte huis van Milestone, waarvan de huurders op 30 april 2021 de sleutels hebben ontvangen.
Bouwen is in België het voorbije jaar flink duurder geworden. De bouwkosten stegen in Brussel met acht procent tegenover een jaar geleden. Daarmee is Brussel vandaag de 8ste duurste hoofdstad van Europa om in te bouwen. De hogere bouwkosten zijn vooral te wijten aan de verplichting om bijna-energieneutraal te bouwen, de inflatie, duurdere bouwmaterialen en hogere loonkosten. Dat blijkt uit de International Construction Costs Index 2021, een studie van het internationale advies- en ontwerpbureau Arcadis, die honderd wereldsteden vergelijkt. Wereldwijd klokt Brussel af op de 32ste plaats. Genève, Londen en Kopenhagen zijn de duurste steden om in te bouwen. De goedkoopste zijn de Indiase steden Mumbai, New Delhi en Bangalore.
Met zijn achtste plaats laat Brussel heel wat andere Europese hoofdsteden, zoals Berlijn (9), Amsterdam (11), Rome (12), Lissabon (18), Madrid (22) en Athene (25), achter zich. Op wereldschaal is Brussel in vergelijking met de vorige International Construction Costs Index gestegen van de 37ste naar de 32ste plaats in de rangschikking van duurste steden om in te bouwen. De stijging van 8 procent van de bouwkosten is een gemiddelde voor de ganse bouwsector, dus niet enkel voor bv. de sector van de woning- of appartementsbouw.
“Er zijn verschillende oorzaken voor deze stijging van de bouwkosten. De inflatie en de hogere materiaal- en loonkosten zijn enkele redenen, maar de grootste oorzaak is de invoering van verplichting om vanaf januari 2021 enkel nog bijna-energieneutraal te bouwen. Bouwheren hebben in 2020 immers niet gewacht op de inwerkingtreding van deze verplichting en hebben hun bouwplannen al aangepast aan de nieuwe wetgeving.” Rik Menten, Director Buildings Arcadis België
Arcadis, marktleider in bouwkostenbeheer, verwacht ook niet dat de bouwkosten de komende jaren zullen dalen. Europa legt de lat immers hoog in de strijd tegen de opwarming van de aarde. De Europese klimaatdoelstellingen gaan uit van een vermindering van de C02-uitstoot met 55 procent tegen 2030. Dat is enkel mogelijk als we nog energiezuiniger en milieubewuster bouwen, met hoogtechnologische – en dus duurdere – bouwmaterialen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft bovendien met PLAGE een bindend kader uitgewerkt dat zowel eigenaars als huurders van grote gebouwen verplicht om vooraf vastgelegde doelstellingen voor een lager energieverbruik te behalen.
Brussel blijft populair bij investeerders
Ondanks het feit dat Brussel een relatief dure stad is om in te bouwen heeft dit geen impact op de populariteit van Brussel bij buitenlandse investeerders.
“We noteerden in 2020 ondanks COVID-19 erg veel grote transacties op de Brusselse vastgoedmarkt. Ondanks hoge bouwkosten blijven de vastgoedprijzen in Brussel aantrekkelijk, vergeleken met de nabijgelegen Europese hoofdsteden. Door de aanwezigheid van de Europese instellingen wordt Brussel gezien als een interessant administratief centrum, zeker nu de Brexit een feit is. Investeerders kiezen ook resoluut voor toekomstgerichte, duurzame en aanpasbare gebouwen.” Rik Menten, Director Buildings Arcadis België
Duurzaamheid als motor van herstel
Net zoals vele andere sectoren heeft ook de Belgische bouwsector vorig jaar te lijden gehad onder COVID-19. Door de lockdowns, de strenge veiligheidsmaatregelen en de vertraagde aanvoer van bouwmaterialen door productieproblemen in sommige fabrieken noteerde de bouwsector in 2020 een daling van de activiteit met 3,8 procent.
“Duurzaamheid moet de motor worden van het herstel. Europa heeft een fors relancebeleid uitgewerkt en maakt 5,95 miljard euro vrij voor België. Vlaanderen doet er met zijn relanceplan ‘Vlaamse Veerkracht’ nog een forse schep bovenop en investeert 1,2 miljard euro in duurzaamheid. Het gaat dan vooral om projecten rond waterstof en de renovatie en isolatie van (sociale) woningen en overheidsgebouwen. We moeten vooral ons gebouwenpatrimonium ingrijpend renoveren om de Europese klimaatdoelstellingen te halen. Onze gebouwen zijn vandaag immers verantwoordelijk voor 36 procent van de CO2-uitstoot en 40 procent van het energieverbruik.” Rik Menten, Director Buildings Arcadis België
De bouwsector is traditioneel een conservatieve sector, maar ook hier is de digitalisering niet meer weg te denken. Werken in BIM, ontwerpen in digital twins, data analytics, artificiële intelligentie en virtual reality geven essentiële inzichten in het ontwerp, de kosten en het onderhoud van gebouwen.
De Arcadis International Construction Costs Index vergelijkt elk jaar honderd wereldsteden op het vlak van bouwkosten. Om de vergelijking te kunnen maken tussen de steden zijn de kosten geïndexeerd, waarbij Amsterdam geldt als 100. Naast de vergelijking tussen de steden levert het rapport ook wereldwijde inzichten in de bouwmarkt en aanbevelingen voor marktpartijen. In het rapport werden dit jaar ook een aantal nieuwe steden opgenomen, zoals Oslo, Wenen, Nice, Memphis, Ho Chi Minh en Kiev.
Dat is propaangas in een notendop. “Een mooie oplossing voor wie geen verbinding kan maken met het aardgasnetwerk of kiest voor een duurzame mix van propaangas en hernieuwbare energiebronnen”, vertelt Guido Tupitti, salesmanager bij Primagaz. “Wie nog een stapje verder wil gaan in het verkleinen van zijn ecologische voetafdruk, kiest voor biopropaan, gemaakt van biomassa.”
“Propaan is een mooie oplossing voor wie
geen verbinding kan maken met het aardgasnetwerk
of kiest voor een duurzame mix van propaangas en
hernieuwbare energiebronnen”, aldus Guido Tupitti.
Primagaz is al meer dan zestig jaar gespecialiseerd in propaangas en levert gasflessen en -tanks aan particulieren en bedrijven. Dankzij de landelijke aanwezigheid kan het een hoogstaande service garanderen, dicht bij de klant. Met een breed netwerk van gespecialiseerde installateurs heeft Primagaz ook de nodige expertise in huis.
“Propaangas is dé oplossing voor wie geen verbinding kan maken met het aardgasnetwerk, maar toch energie wil produceren op basis van installaties die op gas werken”, legt Guido Tupitti uit. “Of het nu gaat om de centrale verwarming, het produceren van sanitair warm water of het koken van je dagelijkse maaltijd: met propaangas kan het allemaal.”
Duurzaam gas
“Propaan is een propere energiebron. De uitstoot van CO2 en fijn stof bij verbranding ligt zeer laag en het is beter voor de luchtkwaliteit. Na verbranding produceert propaan 16 % minder CO2 dan stookolie*. Wie zijn ecologische voetafdruk eenvoudig wil verkleinen, kiest voor biopropaan. Met deze 100 % duurzame variant ben je klaar voor de toekomst”, aldus Guido Tupitti.
Biopropaan is een duurzaam gas dat gemaakt wordt van biomassa. Het wordt geproduceerd uit 100 % hernieuwbare grondstoffen en verlaagt de CO2-uitstoot tot wel 80 %*, terwijl het dezelfde prestaties levert als klassiek propaan. “Primagaz was twee jaar geleden de eerste om biopropaan op de markt te brengen en vandaag zijn we nog steeds de enige leverancier. We geloven heel sterk in de toekomst van biopropaan en gaan hier dan ook fors in investeren, onder meer via de uitbouw van productieplants. Op die manier willen we met Primagaz bijdragen aan de creatie van een betere en gezondere wereld”, aldus Tupitti.
Propaannetwerk
(Bio)propaan wordt opgeslagen in gasflessen en gastanks, die bovengronds of ondergronds geplaatst worden. Voor nieuwe woonwijken of verkavelingen die geen aansluiting hebben met het aardgasnetwerk, kan ook een propaannetwerk soelaas bieden. “Een propaannetwerk werkt volgens hetzelfde principe als een klassieke aardgasaansluiting: met een gastoevoer, netwerk en gasmeters waarvan de verbruiker ieder jaar eenvoudig zijn meterstanden kan aflezen”, legt Guido Tupitti uit. “Bij de aanleg van een nieuwe woonwijk kan Primagaz een of meerdere gekoppelde centrale tanks installeren om de gastoevoer te verzekeren. Wij leggen zelf ook het netwerk aan en installeren de gasmeters. Dankzij het geautomatiseerde meetsysteem dat op de tank wordt geplaatst, wordt Primagaz verwittigd zodra de tank bijna leeg is. Zo kunnen wij ervoor zorgen dat onze gastanks aangevuld worden wanneer het nodig is. Een propaannetwerk biedt in dat opzicht heel interessante mogelijkheden voor projectontwikkelaars, vooral met het oog op verkavelingen waar de investering om verbinding te maken met het aardgasnetwerk te groot is.”
100 procent veilig
Een misverstand dat Primagaz graag de wereld uit wil helpen, is het idee dat gastanks gevaarlijk zijn. “Onze gastanks zijn perfect veilig”, benadrukt Guido Tupitti. “Ze beschikken over de nodige keuringsattesten en wij zorgen ervoor dat ze op regelmatige basis opnieuw nagekeken en gekeurd worden. Daarnaast worden er steeds vastgelegde veiligheidsafstanden gerespecteerd bij de plaatsing.”
Oplossing voor de toekomst
“Propaan is niet alleen een mooie oplossing voor de particuliere markt en de industriemarkt – waar vooral het hoge vermogen dat propaan kan leveren een meerwaarde biedt. Het is ook een mooie oplossing voor de toekomst”, verzekert Guido Tupitti. “Zo kan propaan perfect gecombineerd worden met hernieuwbare energiebronnen, zoals een hybride warmtepomp die in geval van nood wordt gevoed door een gasketel. Ook zonnepanelen en zonneboilers kunnen niet altijd een constante energietoevoer garanderen. Ook hier biedt een combinatie met propaan soelaas, zeker met het oog op het verdwijnen van de terugdraaiende teller. Met biopropaan hebben we dan ook nog eens een milieuvriendelijke oplossing in handen.”
Alleen zo kunnen klanten levenslang genieten van architecturale realisaties. “Samen met ons kan je projecten die tijdloze kracht geven”, benadrukt Reynaers Aluminium.
Manhattan in Brussel. (Beeld: Jaspers-Eyers Architects, Philippe van Gelooven)
“Onze hoogkwalitatieve toepassingen in aluminium inspireren op talloze manieren en doorstaan moeiteloos de tand des tijds”, klinkt het bij Reynaers Aluminium. “Omdat duurzaamheid bovenal een toekomstverhaal is, blijven we ook volop innoveren met het oog op blijvend woonplezier in de toekomst. We geloven sterk in de kracht van duurzame relaties. We luisteren aandachtig naar de wensen van de klant, delen onze kennis en ontwikkelen mee oplossingen op maat. We gaan in al onze samenwerkingen voor het mooiste, meest duurzame resultaat. Want samen doen we het altijd beter.
Zowel standaardoplossingen als maatwerk
Als onderdeel van de Reynaers-groep profileert Reynaers Aluminium zich als een toonaangevende specialist in de ontwikkeling, de verdeling en de verkoop van innovatieve en duurzame architecturale oplossingen op basis van aluminium. Het aanbod bestaat uit een brede waaier aan raam- en deursystemen, gordijngevels, schuifsystemen en veranda’s. “Naast het uitgebreide assortiment standaardoplossingen ontwikkelen we ook oplossingen op maat van de individuele klant of het individuele project”, benadrukt Reynaers Aluminium.
Scheldezicht Nieuw Zuid in Antwerpen. (Beeld: BRUT Architecture, Steven Neyrinck)
Together for better
Reynaers Aluminium werd in 1965 opgericht, biedt momenteel werk aan meer dan 2400 mensen in meer dan veertig landen en exporteert zijn producten naar meer dan zeventig landen, verspreid over vijf continenten. De onderneming dankt haar succes ook aan de nauwe samenwerking met vijfduizend partnerfabrikanten, -architecten en -projectontwikkelaars wereldwijd. “Die unieke samenwerking vatten we ook in ons motto: ‘Together for better’. Op de Reynaers Campus delen we volop kennis en ervaring met architecten, fabrikanten, aannemers en andere partners uit de bouwsector. We inspireren hen ook met nieuwe technologieën. Naast het Technology, Training & Automation Centre is op de Reynaers Campus ook een Experience Centre gevestigd, waar alle geïnteresseerden toekomstige gebouwen kunnen ontdekken in onze virtual reality-ruimte Avalon.”
Vanonder de Lierse Zimmertoren helpt dhulst’ al vier generaties lang bedrijven, overheden en particulieren met bouwen. Via de overname door dochter Sophie Dhulst’ twee jaar geleden verschoof het accent – letterlijk – naar de toekomst, naar een bouwwereld in verandering.
Bij dhulst’ bouwen we elke dag aan…
Innovatie & duurzaamheid
Als klein bouwbedrijf heeft dhulst’ zich ontpopt tot een grote speler op het vlak van vernieuwende technieken. “Om mee te zijn met de digitale transitie in de bouwsector kiezen we voluit voor BIM (Building Information Management). Met de REVIT-software verkrijgt de bouwheer een 3D-model van zijn project en kunnen wij de werkvoorbereiding en de prefabfase optimaliseren. Win-win voor beide partijen, dus”, klinkt het. “Daarnaast zijn lean planning en professionele prefabricatie al jaren onderdeel van onze moderne methodiek, waardoor we niet alleen efficiënter, maar ook budget- en milieuvriendelijker kunnen werken.”
Veiligheid
“Wij hebben begin dit jaar een sectorcharter ondertekend, waarin we ons engageren voor een actief veiligheidsbeleid. De tijdsdruk om projecten te realiseren is vaak groot, maar dat mag nooit ten koste van de veiligheid op de werf gaan. Afgelopen zomer behaalden we onder impuls van onze nieuwe preventieadviseur nog ons nieuwe VCA-certificaat.”
Sterke partnerships
“Onze succesverhalen worden geschreven door een team van bouwhelden. dhulst’ heeft doorheen de jaren een sterk netwerkvan gedreven medewerkers, straffe architecten, onderaannemers en leveranciers opgebouwd. En we komen niet alleen in de uitvoerende fase in beeld. Met ons design and build-concept, waarmee we het voortouw nemen en nauw samenwerken met onder meer de architecten, kunnen we meedenken met alle partijen en nagaan of een plan haalbaar en de uitvoering betaalbaar is.”
Een dicht-bij-huisbeleid
“We opereren steevast in een straal van 25 kilometer rond Lier. Dat heeft meerdere voordelen: we verkleinen onze ecologische voetafdruk en vergroten de levenskwaliteit van onze werknemers. In tijden van duurzaamheid, low impact en work-life balance maken we het verschil. Bovendien is deze dicht-bij-huisfilosofie een sterk wapen in de war for talent.”
Eind 2019 verrees aan de Geelse ringweg een fonkelnieuw kantorencomplex met zes verdiepingen. Naast de schitterende ligging torent vooral de puik belijnde vormgeving erboven uit. Tijdloze uitstraling streelt het oog van de al dan niet toevallige passant.
Begin dit jaar verkaste het voltallige team van de Netropolix groep naar de eerste verdieping van Square One. Naast vernieuwde werkplekken en vergaderfaciliteiten beschikt het IT-bedrijf ook over extra assemblage- en stockageruimte. Binnenkort verwelkomt ook de zesde etage haar eigenaar, meer bepaald Tormans. Voor de vier overige verdiepingen zoekt het technische detacheringsbedrijf huurders, bij voorkeur ‘community workers’ met een open geest. Een polyvalente zone, gelegen aan een centrale patio op de eerste verdieping en met ontspannings- annex eetruimte, wordt gedeeld door de aanwezige bedrijven en kan ingezet worden voor diverse activiteiten.
Begin dit jaar verkaste het voltallige team van de Netropolix groep naar de eerste verdieping van Square One.
Architecturaal hoogstaand
Het palmares van het Geelse ontwerpbureau Archiles architecten staat als een paal boven water. Ir. arch. Jan Van Pelt steekt van wal: “Ons conceptueel uitgangspunt stoelt op een tweeledige constructie. Het gelijkvloers, dat de inkomhal, fietsenstalling, technische lokalen en negentig parkeerplaatsen herbergt, is opgevat als een ‘tafel’ in robuust beton. Hierop rust een kantoorvolume met zes bouwlagen. In deze ‘lichte’ structuur staan een maximale daglichttoetreding en een zakelijke uitstraling centraal. De flirt tussen kristal-lijne en amorfe materialen biedt een apart en veelbelovend perspectief. De strenge ritmering van het hoofdvolume – geënt op een vaste asmaat van 130 cm – staat garant voor een flexibele kantoorinrichting. Dit vertaalt zich in de gevel via de toepassing van verticale aluminium vinnen. Het eerder speelse effect van ‘open’ versus ‘gesloten’ – naargelang je ‘langs’ of ‘dwars naar’ de gevel kijkt – contrasteert geraffineerd met de uitstraling van de kantoorfunctie.”
In het kantoorvolume staan een maximale daglichttoetreding en een zakelijke uitstraling centraal.
Technische en ecologische performantie
En wat met de duurzaamheidsfactor? “Archiles architecten sluit geen compromissen op het vlak van degelijkheid en kwaliteit”, stelt Van Pelt. “Alle onderdelen van het project moeten bijdragen tot een duurzaam eind-resultaat. Om dit als ontwerpers te beheersen, werd het volledige project uitgewerkt in 3D met behulp van Revit. Dankzij dit model konden we kort op de bal spelen en verfijnen waar nodig, konden we ons vergewissen van de globale technische coherentie – in het licht van de gevraagde flexibiliteit – en konden we ons laten inspireren bij complex studiewerk, zoals de detaillering van de glazen gevel. Werken conform strikte kwaliteitsnormeringen maakt inherent deel uit van ons visitekaartje. Dat geldt ook voor aspecten zoals energiezuinigheid en ecologie. Zo is er in dit project gekozen voor een KWO-installatie om een optimale temperatuurregeling te bekomen op basis van een hernieuwbare energiebron. Een ruime buitenpatio en daktuin op de eerste verdieping fungeren als ‘zuurstoflongen’ van het gebouw. Ook het maaiveld wordt groen aangelegd. Na een verkwikkende wandeling langs de grote vijver, die tevens voor buffering van het regenwater zorgt, kunnen de werknemers opnieuw vol goede moed aan de slag!”
Voor een kantoorsetting is de afwerking kwalitatief bijzonder hoogstaand.
Puntgave afwerking
In september 2019 sleepte het Olense bouw- en interieurbedrijf Beneens de Prijs Ondernemen van VOKA-Kamer van Koophandel Mechelen-Kempen in de wacht. Veel tijd om na te genieten was er niet, want begin oktober 2019 startten de werken bij Square One, ter hoogte van de inkomzone en de zesde verdieping. Projectleider Sanne Verschooten, die het project samen
met collega Hans Ver Elst in goede banen leidt: “Beneens behartigt de vloeropvullingen en -afwerking, de schilderwerken en de plaatsing van Gyproc-wanden en meubilair, op alle verdiepingen. De oplevering van de eerste verdieping – die van de Netropolix groep – was eind 2019 een feit. De deadline voor de andere verdiepingen is begin maart 2020. De etage van Tormans werken we volledig ‘op maat’ af, in nauwe afstemming met de klant. Verdiepingen 2 tot en met 5 krijgen een basisafwerking met flexibele indelingsmogelijkheden. Toekomstige huurders beschikken bij oplevering wel al over een kitchenette, klimaatplafond en sanitaire voorzieningen.”
Team als cement
“De strakke deadline”, antwoordt Verschooten op de vraag naar de grootste uitdaging. “In onze business zijn wij afhankelijk van andere betrokkenen. Alvorens Beneens van start kan gaan, moet het gebouw er staan én in optimale conditie zijn (bijvoorbeeld water- en winddicht). Voor een kantoorsetting is de afwerking kwalitatief bijzonder hoogstaand. Dankzij een nauwgezette voorbereiding, planning en algemeen ‘lean management’ slagen we er toch in de doelstellingen te behalen. Het multidisciplinaire teamwork, de vruchtbare samenwerking en efficiënte communicatie – achter de schermen en op het terrein met onze fantastische vakmensen – vormen met stip dé hoeksteen voor het resultaat dat we vandaag al kunnen optekenen.”
Het performante JB COOL-klimaatplafond is al meer dan tien jaar een sterkhouder in het gamma van Beddeleem en is uitgegroeid tot een populaire oplossing voor de verwarming en koeling van kantoren en zorggebouwen.
Een en al flexibiliteit
Het JB COOL-klimaatplafond biedt quasi onbeperkte mogelijkheden inzake architecturale toepassingen en afwerkingen, waarbij het steeds volledig op maat van het project uitgevoerd wordt (plafondmodulaties, paneelafmetingen, metalen plafondtegels, gipskartonplafonds …), zowel met PPR als koperactivatie. “De interne PPR-registers worden niet zoals bij sommige andere systemen ingelijmd, maar liggen los in de plafondpanelen, wat een snelle aanpassing, herstelling of vervanging aanzienlijk vereenvoudigt”, legt Jochen Daneels, commercieel directeur bij Beddeleem, uit. “Aangezien wij ook fabrikant zijn van systeemwanden, zorgen wij er bij de inrichtingswerken voor dat plafond en wand perfect op elkaar afgestemd zijn. Het JB COOL-plafondis dan ook de ideale oplossing voor ruimtes die moeten voldoen aan de eisen van huurders. Bovendien kunnen we ook onze eigen verlichting en luchtroosters integreren.”
De voordelen zijn legio
Een comfortabele binnentemperatuur, geen vervelende tocht of geluidsoverlast …: de voordelen van het JB COOL-klimaatplafond zijn legio. “De lucht wordt verwarmd of gekoeld door middel van straling en convectie, wat voor een natuurlijke, niet-waarneembare en geruisloze luchtverplaatsing zorgt. Het risico op het verspreiden van ziektekiemen is hierdoor heel gering”, zegt Jochen Daneels. “Dit maakt onze klimaatplafonds ook bijzonder geschikt voor ziekenhuizen en zorgcentra.”
Duurzaamheid
Beddeleem hecht bij de ontwikkeling van zijn producten veel belang aan ecologie en duurzaamheid. De onderdelen van het JB COOL-klimaatplafond (staal, rotswolisolatie, PPR-registers, meanders in koper) zijn 100 % recycleerbaar. Ook het lagere energieverbruik is een belangrijke factor. “Als je de energiefactuur in rekening brengt, valt het totale kostenplaatje gunstiger uit dan bij klassieke systemen met radiatoren of convectoren. Het rendement van ons systeem ligt stukken hoger”, concludeert Jochen Daneels.
Mooie referenties
Met de Corda Campus in Hasselt rondde Beddeleem onlangs nog een mooi prestigeproject af. Het plaatste er een doorlopend plafond met vierkante panelen en bandrasters in twee richtingen, wat een zeer grote flexibiliteit biedt voor de inplanting van de wanden.
Verlichting is broodnodig, maar wat is nu de meest logische keus? Je hoort tegenwoordig veel over LED verlichting. Waarom eigenlijk? Wat maakt juist LED lampen zo interessant?
Duurzaamheid
We willen met elkaar het milieu helpen maar hebben wel onze eigen behoeften om zo comfortabel mogelijk te kunnen leven. Verlichting is er daar één van. Dus is het logisch dat we kiezen voor een lamp die duurzaam is. LED is hierbij uitermate geschikt. Neem bijvoorbeeld de led lamp e27, deze gaat wel tot 15 keer langer mee dan de oude gloeilamp. Daarnaast is het ook wel fijn dat deze LED lampen e27 gewoon in de armatuur gedraaid kunnen worden die al aanwezig zijn. Daardoor is dus de armatuur niet meteen overbodig. Er zijn overigens wel soorten LED lampen waarbij je de armatuur beter wel kan vervangen of dat er een aanpassing nodig is. Naast het feit dat de lamp langer meegaat, verbruikt het ook nog eens vele malen minder stroom dan andere lampen. Dat is financieel gezien dus ook gunstig.
Veel mogelijkheden met een LED lamp
Met LED lampen kan er veel gedaan worden. Zo kan LED verlichting dimbaar zijn. Het is verkrijgbaar als een spotje, maar ook als TL verlichting of gewoon als een bolletje voor in de hanglamp natuurlijk. Vormen zijn ook variabel, net als het soort licht wat ze uitstralen. Grote voordelen zijn verder dat ze niet warm worden (dus ideaal op plekken waar bijvoorbeeld kinderen zijn) en hierdoor dus ook het brandgevaar minder groot is. Bruine plekken vanwege de hitte van gloeilampen zijn hiermee dus ook van de baan. Een LED lamp geeft een rustige lichtverspreiding omdat flikkeren bij LED niet voorkomt, wat de nodige irritatie voorkomt en het tevens een prettiger licht is om bij te werken. Al met al dus voordelen te over om te kiezen voor LED.
27.000 vierkante meter kantoren en winkels, vlak bij een van de belangrijkste verkeersaders van Roeselare: dat is R.Plaza. Vier multifunctionele gebouwen met een knap duurzaamheidsverhaal in de breedste zin van het woord. Duurzaamheid, flexibiliteit en aandacht voor details zijn de drie pijlers waarop het concept gebaseerd is.
Een complex dat zijn ligging alle eer aandoet’. Zo omschrijft Olivier Ciers van het West-Vlaamse Steenoven R.Plaza. Gebouw A is klaar, blok B en C komen eraan. Het vierde volume is in voorbereiding.Elk onderdeel is met dezelfde nauwkeurigheid ontworpen. Dat merk je bijvoorbeeld al aan het aantal parkeerplaatsen. “We hebben studies uitgevoerd om ruim voldoende parking te voorzien voor de handelszaken en kantoren”, zegt Ciers.
Integratie van de natuur in het project en de omgeving was een belangrijke factor. De groenbuffer, ontworpen door de landschapsarchitecten van De Witte Kamer, is een wandelpad in beton. Naast het pad zorgen inheemse planten en bomen voor aangenaam groen. “Oorspronkelijk was dit geen ecologisch waardevolle grond, enkel een oude ontwikkeling met asfalt en een akker met drie grote wilgen. Die bomen zijn behouden en schitteren in hun nieuwe omgeving.”
Integratie van groen in het project en de omgeving was een belangrijke factor.
Beton- en staalconstructies
Bouwkundig ziet het geheel er best vernuftig uit. De architectonische prefabbetonpanelen van Decomo hebben een bepaald reliëf, waardoor het licht voor een uniek schaduwspel zorgt. De bekistingen zijn dus niet vlak en er was speciaal, zelfverdichtend beton voor nodig dat mooi in het reliëf kon lopen. Op die manier wordt de gevel zo vlak mogelijk gehouden, zonder overdaad aan luchtbellen of grindnesten. “Dat tilt het hele project naar een hoger niveau”, vindt Ciers.
Aan de buitenzijde hangt een witgelakte staalstructuur. Die diende in het ontwerp enkel om publiciteit en zonwering aan op te hangen. Bij de verdere uitwerking werd echter beslist om er ook een terras van te maken. “Dat leek ons een leuk extraatje, want het hout van het terras geeft het gebouw meer warmte en schenkt de kantoorgebruikers wat extra luxe. Maar dat maakte het hele verhaal wel ingewikkelder. Zo moesten we plots rekening houden met een dunne hoogte van de horizontale profielen waarin alles vervat zat, inclusief afwatering. We kozen voor Jettydeck-profielen van Staco, waarin het hout verankerd werd. Ook de stabiliteit moest herzien worden door de zwaardere gewichten van terrasvloer en glazen balustrades”, zegt de projectmanager.
De extra moeilijkheid schuilde in het betonskelet, met binnenin doorlopende kolommen waarop balken en gewelven droog gemonteerd werden en waarbij de druklaag alles aan elkaar verankerde. Hiervoor werd samengewerkt met prefabbouwer Valcke uit Vlamertinge. Aan dat skelet zijn de isolatie, de binnen- en buitenpanelen en de voorbouwstructuur opgehangen. Ter hoogte van de terrassen is alles in elkaar verweven: betonpanelen, staal, waterdichting en isolatie. Een uitdaging qua montage. Door met prefabbetonelementen te werken, ging er geen hout of beton verloren op de werf. Bovendien werd de uitvoeringstijd drastisch ingekort.
De staalstructuur zou oorspronkelijk enkel als publiciteitsdrager en zonwering fungeren. Nu vormt hij ook een houten terras.
Enorme keuze dankzij droogbouwsystemen
Sommige stabiliteitselementen, zoals de betonnen kolommen, werden met opzet ruw gelaten en niet verder afgewerkt. Dat geeft het gebouw extra charme. “Onze klanten nemen dit gegeven mee in hun interieur.Of ze gaan nog een stapje verder door ook de gewelven zichtbaar te laten als plafond”, zegt Olivier Ciers. Want binnenin heeft elk bedrijf nog veel keuzevrijheid. Iets wat toch uitzonderlijk is voor een gebouw met gemengd gebruik, met dank aan de toepassing van droogbouwsystemen zoals een verhoogde vloer. De skeletstructuur met vlakken van 8 op 8 meter maakt het bovendien mogelijk om elke ruimte flexibel in te delen met wanden en units. Nu en in de toekomst.
Niet alleen de esthetische details en keuzevrijheid waren belangrijk. Er werd ook aan duurzaamheid gedacht, met het oog op de BREEAM-kwaliteitsnormen. “Onze energieprestaties zijn beter dan de wettelijke verplichtingen: we hebben goed geïsoleerd, de ledverlichting is gekoppeld aan beweging- en daglichtdetectie en we kozen voor warmtepompen van Daikin”, benadrukt Olivier Ciers. Steenoven heeft met andere woorden goed nagedacht over de rol van R.Plaza in de maatschappij: een future-proof gebouw dat nog generaties lang kan meegaan.
De bekistingen zijn zo vlak mogelijk gehouden en geven het ontwerp een knappe touch.
Het unieke gebouw van de IVC Group aan de E17 in Waregem onderging een opvallende renovatie. De vinylvloerenproducent besloot het bekende complex met de markante hoekige vormen en reusachtige hellende dakstructuur immers uit te breiden met een nieuw Flooring Development Centre. Bovendien moest de uitvalsbasis in een modern en toekomstgericht kleedje gestopt worden. Een initiatief dat gepaard ging met de nodige esthetische en functionele uitdagingen …
Elke zone van de showroom kreeg een eigen esthetische identiteit.
Dankzij de spectaculaire vormgeving is het brutalistische gebouw van de IVC Groep intussen erkend als bouwkundig erfgoed. Architect Glenn Sestig stond dus voor een dubbele uitdaging: de originele kenmerken en uitstraling bewaren én het pand aanpassen aan de hedendaagse vereisten van IVC. De bouwheer had een bijzonder gedetailleerde verlanglijst voor deze architecturale evenwichtsoefening. “Onze productiesite en het hoofdkantoor in Avelgem waren te klein geworden om onze wereldwijde groei te kunnen bijbenen”, vertelt country director BeLux Dirk Desimpel. “Daarom besloten we de commerciële afdeling, de designafdeling en de showroom naar Waregem te verhuizen, terwijl de productie en logistieke activiteiten in Avelgem bleven. Het nieuwe IVC Flooring Development Centre moest een inspirerende plek worden waar klanten, designers en architecten uit de hele wereld op een intuïtieve manier kunnen kennismaken met onze recente innovaties. Daarom hadden we eveneens een auditorium, opleidingscentrum en cateringruimte nodig.”
De vloeren van IVC worden op een aantrekkelijke manier voorgesteld.
Duurzaamheid staat centraal
Hoewel de structuur de tand des tijds had doorstaan, was de uitstraling van het gebouw – met de blauwgeverfde ramen en een mengelmoes van bekledingsmaterialen – helemaal teloorgegaan. De architecten kozen voor een uniforme look met een volledig met zink beklede dakstructuur en grote ramen. De vele open balkons werden afgesloten om een betere akoestiek en een optimaal energetisch comfort te bekomen. “We kozen resoluut voor duurzaamheid met vloerverwarming, ventilatie met warmteterugwinning, een free cooling-systeem, zonnepanelen, ledverlichting met bewegings- en daglichtdetectie …”, aldus Dirk Desimpel.
Het nieuwe IVC Flooring Development Centre is een inspirerende plek waar klanten op een intuïtieve manier kunnen kennismaken met de recente innovaties.
De vele open balkons werden afgesloten om een betere akoestiek en een optimaal energetisch comfort te bekomen.
Perfect op maat
Binnenin werd het gebouw tot op het ruwe beton gestript. Hierdoor komen de vier grote pijlers van het pand duidelijk naar voren als centrale structuurelementen. “Ze vervullen een belangrijke rol in de circulatie en dragen bij tot de optimalisatie van de bezoekersflow”, verduidelijkt Dirk Desimpel. “Zodra mensen het gebouw binnenstappen, staat ze een boeiende fysieke ‘customer journey’ te wachten. Aan het onthaal komen ze via visuele elementen en touchscreens meer te weten over de geschiedenis en toekomstperspectieven van de IVC Group. Daarna betreden ze de Innovation Corner, waar ze onze innovatieve vloeroplossingen en veelbelovende R&D-concepten kunnen ontdekken. Tot slot worden ze naar een ruimte met onze vloeren geleid. Elke zone kreeg een eigen esthetische identiteit. Hetzelfde geldt voor de verdiepingen waar onze medewerkers actief zijn. Het Flooring Development Centre is een schitterend voorbeeld van hoe je architectuur en materialen kan samenbrengen en combineren tot een esthetisch geheel dat de bedrijfsvisie uitdraagt. Ons vernieuwde gebouw is immers een toonbeeld van technologie, innovatie, esthetiek, comfort en duurzaamheid: precies de waarden die IVC kenmerken. Iedereen is trouwens welkom om onze showroom te bewonderen.”
Zodra de bezoekers het gebouw binnenstappen, staat ze een boeiende fysieke ‘customer journey’ te wachten.