Is het open landschapskantoor voorbijgestreefd? “Puur akoestisch gezien zit je beter alleen, maar er zijn natuurlijk nog andere factoren die een rol spelen bij de inrichting van een werkplek.”
“We krijgen heel vaak vragen uit de horecasector. Daar is de situatie dikwijls problematisch”, zegt René Verhaegen (Renobo). De horeca hinkt achterop, vindt ook Filip Verbandt (EVA-International): “In schoolgebouwen zijn er duidelijke normen vastgelegd in het lastenboek. Daar is er geen enkel probleem. Maar voor kantoren zijn de normen verouderd.” Koen Van Cauwelaert (Asona) vult aan: “Ik ben al talloze malen in restaurants geweest die geweldig ontworpen zijn, maar waar de bezoekers niet met elkaar kunnen praten vanwege de gebrekkige akoestiek.”
Laurens Boeckx (ingenieursbureau MACOBO-STABO): “Als scholen besparen op goede akoestische maatregelen, dan heeft dat negatieve gevolgen voor de prestaties van de leerkrachten, die hun stem onbewust verkeerd gaan gebruiken en mogelijk ziek uitvallen. Ook leerlingen en studenten kunnen lijden aan concentratie-problemen als een klaslokaal in akoestisch opzicht niet goed ontworpen is. De impact van akoestische ingrepen is dus meetbaar. Geen rekening houden met akoestiek in schoolontwerp is dan ook een vorm van nalatigheid.”
Lionel Jacques (Knauf): “Afhankelijk van het type gebouw is een andere akoestische oplossing op zijn plaats. In appartementen wordt er vooral gekeken naar akoestische isolatie. In kantoren is er dan weer eerder nood aan akoestische absorptie. Daar is een belangrijke rol weggelegd voor geluidsabsorberende plafonds.”
Naast horecazaken en scholen blijven ook kantoorgebouwen problematisch. Peter Legrand (Interalu) getuigt: “In heel wat kantoren word je nog altijd geconfronteerd met problemen als twee of drie mensen tegelijkertijd een telefoongesprek willen voeren. De trend om in sommige kantooromgevingen luchtkanalen en dergelijke zichtbaar te laten, creëert extra problemen.” Filip Verbandt: “De ruimtelijke indeling speelt eveneens een rol. Ik zie vaak een callcenter dat naast de boekhouding wordt geplaatst. Ook de tendens om zoveel mogelijk glazen wanden te plaatsen in kantoor-omgevingen bemoeilijkt de akoestiek.”
Pieter Schevenels (PS-Acoustics): “Veel mensen beseffen niet dat in kantoorgebouwen te weinig achtergrondgeluid een groter probleem is dan te veel achtergrondgeluid. Via geluidssystemen moet je zorgen voor een constante soep van
geluidsmaskering, aan ongeveer 40 à 45 dB(A).”
Dominique Goven (Rockfon) kijkt met interesse naar opvallende evoluties in Nederland: “Net zoals in de VS wordt de werkplek er steeds vaker afgestemd op persoonlijke voorkeuren van de werknemers in plaats van op de activiteiten die in een bepaalde ruimte plaatsvinden. Er worden typologieën opgesteld van de verschillende mensen die in het gebouw werken.”
Als het over akoestiek in kantoren gaat, komt onvermijdelijk het concept ‘landschapskantoren’ ter sprake. “Die zijn ontstaan vanuit het idee dat men geld kon besparen door meer mensen onder te brengen in dezelfde ruimte. Zo werd de akoestiek onvermijdelijk problematisch”, zegt Leon Spijkers (OWA). Zouden open landschapskantoren beter verdwijnen? Pieter Schevenels vindt van wel, althans vanuit akoestisch oogpunt: “Het is een slecht scenario, want er zullen altijd wel mensen opduiken die niet tevreden zijn over de akoestiek.”
“Puur akoestisch gezien zit je beter alleen dan in een landschapskantoor. Maar er zijn natuurlijk ook andere factoren die een rol spelen bij de inrichting van een werkplek”, zegt Filip Verbandt. Ook René Verhaegen is niet per se tegen landschapskantoren: “Alleen moet je de ruimte wel goed definiëren. Respect hebben voor mede-mensen en collega’s is belangrijk.”
“Landschapskantoren bieden andere voordelen, onder meer op het vlak van sfeer en samenwerkingsmogelijkheden”, vindt ook Koen Van Cauwelaert. “Het landschapskantoor hoeft niet te verdwijnen: dankzij de nieuwe producten en systemen die continu ontwikkeld worden, is het mogelijk om steeds betere akoestische resultaten te behalen. Er is nog heel wat werk aan de winkel, maar we zijn op de goede weg”, besluit Lionel Jacques.
Dit artikel is gebaseerd op een panelgesprek van intsite.be. Volgende personen komen aan het woord:
René Verhaegen (Renobo)
Filip Verbandt (EVA-International)
Koen Van Cauwelaert (Asona)
Laurens Boeckx (ingenieursbureau MACOBO-STABO)
Peter Legrand (Interalu)
Lionel Jacques (Knauf)
Pieter Schevenels (PS-Acoustics)
Dominique Goven (Rockfon)
Leon Spijkers (OWA)