Splitscreen-oplossing laat HVAC-ingenieurs en BIM-modelleurs toe om elk in vertrouwde omgeving te blijven werken, met constante validatie en synchronisatie
Eerder dit jaar lanceerde Hysopt, de Antwerpse specialist in HVAC-optimalisatie, de Hysopt BIM Syncer©. Met dat stukje software zorgt het naar eigen zeggen voor een revolutie in HVAC-ontwerp, door de reken- en tekenwereld samen te brengen. Maar is dat ook echt zo? Hoe werkt de BIM Syncer© concreet, en op welke noden en uitdagingen biedt ze een antwoord?
“Momenteel bestaat er bij het ontwerpen van HVAC-installaties weinig tot geen interactie tussen de berekeningen enerzijds, en de BIM-modellering anderzijds: HVAC-ingenieurs doen het rekenwerk, BIM-modelleurs houden zich bezig met de ruimtelijke aspecten. Ze werken met andere woorden naast elkaar”, zo steekt dr. ir. Roel Vandenbulcke, oprichter en CEO van Hysopt, van wal. “Dat is inefficiënt, en zorgt voor problemen: de data wordt dubbel ingevoerd, leidingen worden tweemaal getekend, en er is geen enkele synchronisatie of controle: of beide modellen wel hetzelfde zijn, of alle componenten aanwezig zijn, of ze in de juiste volgorde staan, of de leidingdiameters correct zijn … Enzovoort”.
“Dat leidt onder meer tot enorme faalkosten, want door het ontbreken van een digitale connectie tussen beide werelden komen de ontwerpen nooit volledig overeen, wat tot problemen leidt bij de realisatie. De enige manier om dit te voorkomen is door manueel te verifiëren of alles overeenkomt. Dat kost niet alleen massa’s tijd, maar laat ook veel ruimte voor fouten. Zo spraken we met bedrijven die zeiden dat ze beide modellen afdrukken op A3-formaat, om dan letterlijk met de vinger te checken of beide modellen matchen. Bijzonder inefficiënt en niet gebruiksvriendelijk, bovendien mag er dan na de controle niets meer aangepast worden.”
En dus begonnen ze bij Hysopt na te denken over een oplossing: een koppeling om beide universums dichter bij elkaar te brengen. Daarvoor gingen ze erg grondig te werk, door eerst bij een dertigtal bedrijven en HVAC-professionals te rade te gaan en te polsen naar hun ervaringen, inzichten en manier van werken. Enkel zo kon er optimaal tegemoet gekomen worden aan de noden van zowel HVAC-ingenieurs als BIM-modelleurs.
“De traditionele plugins in BIM-software zoals Revit, vereisen typisch dat er eerst heel gedetailleerd getekend wordt om vervolgens te kunnen rekenen. Dat is eigenlijk de omgekeerde wereld, en dus zijn we van die werkwijze afgestapt. Daarnaast kwam uit onze bevraging ook naar voren dat ingenieurs niet in Revit willen werken, en dat het programma ongeschikt is om rekenresultaten te visualiseren of zaken zoals klepautorisatie en balancering te berekenen. BIM-modelleurs van hun kant willen zich dan weer niet met alle rekenwerk bezighouden.”
Conclusie? “We houden rekenen en tekenen gescheiden, maar brengen beide werelden zo dicht mogelijk bij elkaar voor een optimale integratie”, aldus Roel Vandenbulcke.
En dus werd er besloten om niet voor een nieuwe plugin te gaan, maar een volledig andere aanpak: een splitscreen met enerzijds de 3D-tekening, en anderzijds de conceptuele piping and instrumentation diagram (P&ID) van hetzelfde systeem. De ingenieur kan wijzigingen maken in de P&ID, de BIM-modelleur kan wijzigingen maken in het 3D-model. Maar, waar het echt om draait: de gebruiker kan vanuit het Hysopt-rekenmodel componenten en andere data genereren of injecteren in Revit. Omgekeerd wordt ook de data die de modelleur toevoegt in het tekenmodel, zoals bijvoorbeeld het volledige leidingtracé, geïnjecteerd in het rekenmodel. Alle data wordt voortdurend gesynchroniseerd, en door middel van validaties kun je verifiëren of beide modellen nog steeds overeenkomen.
“Dankzij de splitscreen-oplossing kan iedereen in zijn eigen aangepaste en vertrouwde omgeving blijven werken. Maar, doordat de BIM Syncer© in de achtergrond voortdurend data uitwisselt en synchroniseert tussen beide modellen, blijven beide werelden toch zo dicht mogelijk bij elkaar. Bovendien worden niet alleen alle systeemdata, maar ook die van het gebouw gesynchroniseerd. Op die manier hebben de ingenieur en de modelleur alle tools in handen om op basis van hun eigen gekende en gedefinieerde workflow samen te werken aan een voortdurend en consequent gesynchroniseerd en gevalideerd reken- en tekenmodel”, zo voegt Kristof Smits, CTO bij Hysopt, toe. “De BIM Syncer© is zo een game changer in HVAC-ontwerp”.
Samengevat beschikt de Hysopt BIM Syncer© over drie krachtige functies: creatie, validatie en synchronisatie. Een voorbeeld: wanneer er al een BIM-model is, kan de BIM Syncer© zelf het corresponderende berekeningsmodel genereren in de rekensoftware. Berekeningen zoals pipe sizing kunnen zo vlot gebeuren, en automatisch gesynchroniseerd in het BIM-model.
Omgekeerd kunnen voor een P&ID van een ‘stookplaats’ die al ontworpen is in de Hysopt-software, de corresponderende BIM-objecten automatisch gegenereerd worden en in de juiste ruimte geplaatst worden, waarna de BIM-modelleur ze dan eenvoudig kan verbinden. Eventuele fouten worden daarbij onmiddellijk gedetecteerd door de BIM Syncer©, dankzij de voortdurende validatie tussen beide modellen.
Aanvulling op de Hysopt Optimiser©
De Hysopt BIM Syncer© is een belangrijke aanvulling op de al even unieke Hysopt Optimiser©. Dat is een physics-based Digital Twin-oplossing die door projectontwikkelaars, studiebureaus, installatiebedrijven en facility managers bovenop klassieke CAD- en BIM-tools gebruikt wordt om de configuratie van HVAC-installaties te berekenen en optimaliseren. Dit kan bij bestaande installaties, waarna een fysieke tussenkomst vereist is, of vóór de bouw of installatie van nieuwe systemen, om op voorhand de optimale configuratie te bepalen en projecten op die manier te ‘de-risken’.
Op bijna tien jaar tijd werd de Digital Twin-software van Hysopt (kort voor Hydronic System Optimisation) door verschillende partners – studiebureaus, installatiebedrijven, facility managers, enzovoort – al bij 450 grote HVAC-optimalisatieprojecten ingezet, voor uiteenlopende internationale klanten als Befimmo, CBRE, City of Newcastle, GSK, de Londense Underground, Port of Antwerp-Bruges, Schiphol Airport, en heel wat Belgische ziekenhuizen en universiteiten. Daarbij werd een gemiddelde besparing van 30% op de energiefactuur gerealiseerd, en een nog grotere vermindering in CO²-uitstoot: gemiddeld 40%.