Voor het Vastgoedevent van 2018 werkten de medeorganisatoren van de bouw- en vastgoedsector gezamenlijk een tienpuntenprogramma voor het Gents stedelijk beleid uit. Dit programma vormde het uitgangspunt voor het verkiezingsdebat.
Het tienpuntenprogramma benadrukte het belang van een marktgerichte werking en een actieve betrokkenheid van de private sector. Het advies aan de politici luidde: “Ga effectief in dialoog met de bedrijven en de ruime bouw- en vastgoedsector. Blijf als politcus bereikbaar en zorg ervoor dat ook ambtenaren bereikbaar blijven. Heb ook steeds oog voor de betaalbaarheid en de verkoopbaarheid. Elke verplichting die niet aan de behoeften van de markt beantwoordt, maakt het wonen onnnodig duur. Wijzig zo snel mogelijk het algemeen bouwreglement van de stad in die zin.”
Voorts riep de bouw- en vastgoedsector de stad op tot een transparante vergunningsprocedure met realistische termijnen, ook in het voortraject. Wie met een projectvoorstel op de proppen komt, moet op een duidelijk en eenduidig advies van de gemeentelijke diensten kunnen rekenen. Gent moet zo snel mogelijk een nieuwe golf van stadsvernieuwingsprojecten lanceren, na de eerste golf twaalf jaar geleden. Maar de ontwikkeling van stadsvernieuwingsprojecten mag geen prerogatief van het autonoom stadsontwikkelingsbedrijf zijn. De termijnen van de uitwerking van een idee tot de uiteindelijke finalisering moeten korter. Daarnaast moet de stad zijn investeringsprogramma’s beter afstemmen op de andere bestuursniveaus, met name van de Vlaamse regering.
De stad moet inzetten op ‘slim’ verdichten: denk aan extra bouwlagen, de mogelijkheden van appartementsbouw, de opsplitsing van bestaande woningen, een beleid rond diverse woonvormen (vier-, driegevel- en rijwoningen) en verwevenheid van wonen, werken, shopping en recreatie. Het stadsbestuur mag zich niet meer zo sterk fixeren op de realisatie van zogenaamde ‘grondgebonden’ woningen. De stad moet gezinnen maximaal aanzetten tot renovaties, maar ook durven slopen – niet alleen particuliere woningen, maar eveneens huizenblokken en buurten. Voorts moet het stadsbestuur rekening houden met de cruciale factor van de bereikbaarheid: niet alleen voor bewoners, maar ook voor winkelaars en werknemers. Het mag de autobereikbaarheid niet inperken als er (nog) geen alternatief voorhanden is (bus of tram).
Opmerkelijk bij de bevraging van het publiek op het event zelf was dat 46 % van de deelnemers aan de huidige samenwerking met de overheid een score van slechts 4 of 5 op 9 gaf. Meer dan drie vierde (77 %) vond dat er in Gent nog ruimte is voor leefbare én betaalbare woningen. Maar liefst 41 % was van oordeel dat de bereikbaarheid van Gent er zo sterk op achteruitging dat klanten en werknemers de stad mijden.
Keynote speaker Geert Moerman, gedelegeerd bestuurder van Voka Oost-Vlaanderen, riep de politici op tot meer ambitie. Economische groei is niet alleen in het stadsbeleid, maar ook in de verkiezingsprogramma’s van ondergeschikt belang. Het verkiezingsdebat ging onder meer over (meer) sociale woningen, de rol van het stadsontwikkelingsbedrijf, al dan niet meer bouwlagen, omnimobiliteit (bereikbaarheid voor openbaar vervoer, fiets en auto) en de (grondige) aanpak van de negentiende-eeuwse gordel.