Een mooi en tegelijk best pittig project. “De ruwbouw is namelijk meteen ook de afwerking”, legt projectleider Laurens Vanden Bussche uit.
Tekst Stephanie Demasure | Beeld Vanden Bussche
Een nieuwe generatie en een nieuwe naam vragen ook om een nieuwe uitvalsbasis. Op de hoek van de Nieuwpoortse Steenweg en de Albert I-laan huist Accanta, het voormalige Kantoor Vercruysse, in een aantrekkelijke nieuwbouw. Een pand met een open onthaal, vergaderzalen en burelen. Uitvoerder van dienst: Vanden Bussche. Een industriebouwer met heel wat mooie referenties op het conto. Vaak met hun eigen specifieke uitdagingen. Dat was bij deze opdracht niet anders.
Het boekhoudkantoor is opgetrokken uit geprefabriceerde, geïsoleerde holle wanden. De grondige voorbereiding en de productie van de bouwelementen vormden de basis voor een strakke planning op de werf. De reliëfstructuur op de panelen zorgde meteen voor een industrieel getinte look. De
wanden zijn 7,3 meter hoog en zijn in één stuk gerealiseerd. “De hoogte van die panelen is gekozen vanuit esthetisch oogpunt”, legt Laurens Vanden Bussche uit. “Het was nochtans niet de meest
eenvoudige keuze. Door de hoogte konden we de panelen niet rechtop transporteren. Ze moesten dus nog gekanteld worden op de werf. En dat zonder de delicate afwerkingsstructuur te beschadigen.”
Om de panelen intact te houden, gebruikte Vanden Bussche voor dat kantelmanoeuvre geen kantelblok, maar twee kranen. Door de beperkte bewegingsruimte op de werf moesten de kraanmachinisten goed op elkaar ingespeeld zijn. Voor dit soort klussen kan de aannemer rekenen op zijn ervaren team en grondige voorbereiding. Dat er twee kranen op de werf stonden, had ook zijn voordelen in het verdere uitvoeringsproces. Terwijl de ene kraan een muur aan het plaatsen
was, werd de andere ingezet om alvast het volgende paneel klaar te zetten.
De hoogte, isolatie en wapening van de wanden bracht een tweede uitdaging met zich mee. De slang aan de kubel kon niet tot beneden zakken. Hierdoor moest het beton van een veel te grote afstand naar beneden vallen en was er kans op ontmenging. Bovendien kon het team van Vanden Bussche de trilnaald niet tot beneden laten zakken om het beton te verdichten. Dankzij een goede samenwerking tussen de verschillende bouwpartners kwam er een prima oplossing uit de bus. Laurens Vanden Bussche: “We besloten de onderste lagen op te storten met zelfverdichtend beton. Dit betontype mag niet getrild worden en heeft een veel grotere cohesie, waardoor het veel moeilijker ontmengt bij het storten op een grote hoogte.” Om de grotere bekistingsdrukken van dat zelfverdichtend beton op te vangen, spoot Vanden Bussche de bekisting volledig elastisch op en voorzagen de arbeiders bijkomende zekeringen.
Naast de ruwbouw nam de aannemer ook een deel van de afwerking voor zijn rekening. De vloeropbouw, pleisterwerken, glazen wanden en deuren, stalen balustrades, leuningen en overloop werden door Vanden Bussche zelf uitgevoerd. De treden en de overloop zijn gemonteerd na het wind- en waterdicht maken van het gebouw, in onbehandeld staal met een dikte van 6 millimeter. “Bij de uitvoering van bouwprojecten gaan we altijd voor een strakke, kwalitatieve afwerking. Maar in dit project was dat nog belangrijker”, geeft Laurens Vanden Bussche mee. “De industriële look betekent dat de ruwbouw meteen ook de afwerking is. Eventuele foutjes achteraf verdoezelen was geen optie. Dat was gelukkig ook niet nodig.”
TECHNISCHE FICHE
Bouwheer Accanta (Veurne)
Architect Architectenatelier Vyvey & Partners (Nieuwpoort)
Hoofdaannemer(s) Vanden Bussche (Veurne)