Hoe kredietverzekering bedrijven stabiliteit biedt

Kredietverzekering, borgstellingen en incassodiensten zijn om verschillende redenen zowel van belang voor ondernemers onderling als voor de bredere economie. De kern van deze diensten is het management van financiële risico’s, essentieel voor het stabiliseren en faciliteren van de binnen- en buitenlandse handel. Atradius speelt hier wereldwijd een belangrijke rol in. Maar wel steeds vanuit een lokale verankering …

Dimitri Pelckmans, Head of Risk Services BELUX bij Atradius: “Hoe je het ook draait of keert, er bestaat altijd een risico dat klanten niet in staat zijn om voor geleverde goederen of diensten te betalen. Dit kan te wijten zijn aan insolventie, faillissement, economische problemen enzovoort. Een kredietverzekering beschermt leveranciers tegen dit risico, waardoor ze hun bedrijf verder kunnen doen groeien met minder kopzorgen over mogelijke financiële verliezen. Door het risico op wanbetaling te verzekeren, kunnen bedrijven bovendien hun eigen cashflow stabiliseren. Dit maakt het ook makkelijker voor bedrijven om financiering te krijgen, want een kredietverzekering verbetert de kwaliteit van hun debiteurenportefeuille.”

Frederik Devooght, Country Manager BELUX: “Met Atradius zijn we in deze markt wereldwijd actief. Met dien verstande dat we in de ‘belangrijkste’ landen ook lokaal aanwezig zijn. In België opereren we vanuit Namen en Antwerpen, waar we dagelijks 235 collega’s kunnen inzetten. Wereldwijd werken we met 3.400 medewerkers, maar we hebben echter nooit onze kmo-mentaliteit verloren. Ons team is bijzonder stabiel, we houden van aanpakken en weten in alle sectoren wat er precies reilt en zeilt.”

“We verzekeren onze klanten bij – in grote lijnen – twee scenario’s”, vervolgt Frederik Devooght. “Ofwel gaat een klant failliet, ofwel kunnen klanten de rekeningen niet meer betalen. De verzekering bestaat uit twee pijlers: we werken zowel met een preventieve als een curatieve pijler. Preventief checken we elke debiteur van onze klanten. En we volgen nadien dan ook verder op hoe de cijfers evolueren. We maken een analyse van de klantenportefeuille of eventuele nieuwe klanten waar men mee wil werken. De analyse geeft aan of het al dan niet aan te raden is om met een bepaalde debiteur te (blijven) werken. Curatief treden we, bij wanbetaling, op als incassospecialist. Lukt het niet (snel genoeg) om de nodige gelden te recupereren, dan komt het aspect ‘verzekering’ op de voorgrond. Er wordt een schade-uitkering uitbetaald, die vaak 90 % van het openstaande factuurbedrag bedraagt. Wij betalen dus in de plaats van de klant waar je diensten of goederen aan geleverd hebt.”

Dimitri Pelckmans: “In de huidige economie zien we een aantal heel specifieke uitdagingen. Een heel duidelijke is het vinden van gekwalificeerd en geschoold personeel. En dat gaat van mensen die de mortel moeten maken tot degenen die verantwoordelijk zijn voor de calculatie, volledige projecten en/of werfopvolgers … Daar wordt momenteel wel al een en ander voor gedaan, maar we denken dat hier nog veel harder op moet worden ingezet. Ook de toegenomen digitalisering brengt specifieke uitdagingen met zich mee, en dit vaak in combinatie met duurzaamheid. Want als je energievriendelijker wil gaan werken/leven, zowel op de werf als bij je thuis, zul je moeten worden ondersteund door technologie. Maar als er niemand is om die technologie te komen installeren, laat staan ordentelijk uit te leggen en te onderhouden, dan krijg je onvermijdelijk enkele praktische knelpunten. Eigenlijk is het simpel: we hebben een grote puzzel en alle stukjes – werkgelegenheid, vraag naar betaalbare woningen … – liggen op tafel. Helaas passen de puzzelstukjes niet echt goed in elkaar. Het is wachten op die vijf minuten politieke moed om eens de scherpe kantjes van bepaalde stukjes af te halen en ervoor te zorgen dat de volledige puzzel past.” 

“Onze diensten zijn over het algemeen meer nodig dan de mensen initieel misschien denken”, vervolgt Dimitri Pelckmans. “Want zelfs al bedraagt het stuk onbetaalde facturen ‘maar’ 5 %, dan nog moet je heel wat extra omzet draaien om dat verlies helemaal te recupereren. Dat wordt weleens vergeten of niet correct becijferd.”

“De bouwsector is zeker een zeer belangrijke motor van onze economie. En die motor durft al eens te sputteren. Het aantal faillissementen bereikt volgens Statbel ondertussen recordhoogtes. En daarvan komt ook zeker een deel uit de bouwsector. Vooral projectontwikkelaars hebben het momenteel moeilijk. En dat trekt zich vervolgens door naar alle bedrijven die hier later in het traject mee te maken hebben. Bovendien is dit fenomeen terug te zien in alle lagen, het zijn zeker niet alleen de kleintjes die getroffen worden. We merken gewoon dat – na enkele generatiewissels, stijgende grondstofprijzen, automatische loonindexeringen en uiteraard ook de pandemie – de reserves langzaamaan opraken. Pas op, het is niet allemaal kommer en kwel. In dezelfde statistieken stel je ook vast dat er nog steeds heel veel vergunningen worden uitgeschreven. De renovatiemarkt neemt hierbij wat voorsprong op de nieuwbouw. Zeker in vergelijking met onze buurlanden doen we het op dat vlak helemaal niet slecht.”

“Een belangrijke verandering die we opmerken, is dat contracten en offertes tegenwoordig met heel wat clausules worden opgesteld om de uitschrijvers ervan te beschermen tegen allerlei externe factoren. Bedrijven hebben uiteraard heel wat geleerd uit de stevige inflatieperiode waar we recent door moesten. Als men dat nu nog eens combineert met onze diensten, dan kunnen heel wat ondernemers financieel opnieuw op beide oren slapen. Want dan geraken ze, ongeacht de omstandigheden, zeker aan hun centen”, besluit Dimitri Pelckmans strijdvaardig.