Betaalbaar en energiezuinig wonen in nieuw stadsdeel

Binnen de stadsontwikkeling ‘Herinrichting Voorhaven’ op de Muide in Gent moest Kaai 24 een van de eerste realisaties worden. Enkele vergeten goederentreinsporen die als onroerend erfgoed worden beschouwd, gooiden echter roet in het eten. De bouwplannen dienden te worden aangepast, waardoor het project pas eind 2023 werd opgeleverd. De leuze ‘moeilijk gaat ook’ is hier zonder twijfel van toepassing. Het vernieuwde architecturale concept werd vertaald naar een aangename woonhub die perfect in het plaatje past.​

De Voorhaven op de Muide onderging de laatste jaren een ware transformatie. Stad Gent investeert er in buurtgroen, pleinen en kaaien, terwijl private partners er tal van woningen en kantoren bouwen. Kaai 24 is een duurzame ontwikkeling die het accent op betaalbaar wonen legt. Twintig van de 72 appartementen worden via een sociale huisvestingsmaatschappij verhuurd en 25 worden als budgethuurwoning door Stad Gent en het stedelijke verhuurkantoor Huuringent op de markt gebracht. De resterende 27 units worden te koop aangeboden. 

Het project bestaat uit drie gebouwen met telkens vier bouwlagen die zich rondom een gemeenschappelijke binnentuin bevinden. Twee van die gebouwen (blok B en C) kregen een L-vorm en zijn volledig onderkelderd. Dit zijn de volumes die te huur worden aangeboden. Daarnaast is er nog een rechthoekig gebouw (blok A) met de koopappartementen, waar de parking in de onderste bouwlaag is voorzien. “De kelders bestaan uit ter plaatse gestorte betonwanden, afgedekt met voorgespannen welfsels”, vertelt Roeland Van de Sande, projectleider bij aannemer AB-Eiffage. “Vanaf het gelijkvloers zijn de wanden opgebouwd uit dragende kalkzandsteen, met uitzondering van enkele kernen en stabiliteitswanden die in beton zijn opgetrokken. De afdekken zijn predallen met opstortbeton. De drie bouwblokken hebben elk hun eigen gevelafwerking waardoor ze een uniek karakter krijgen. Blok C werd afgewerkt met een klassieke grijze gevelsteen, terwijl voor blok B grijze zichtbetonblokken zijn gekozen. In beide volumes kregen de gaanderijen een accentuering dankzij witte geglazuurde gevelsteen. Ten slotte werden de gevels van Blok A bekleed met lichtgrijze betonpanelen. Op die manier vormen ze vanop afstand bekeken dus één geheel, maar van dichtbij hebben ze elk hun eigen gevel met verschillende formaten van stenen. Het roodbruine schrijnwerk loopt als een verenigende factor doorheen de drie blokken.”

De appartementen van blokken A en B worden casco+ opgeleverd, dus inclusief chape- en pleisterwerken. AB-Eiffage stond wel in voor de binnenafwerking van Blok C. “Daar voorzien we onder meer keramische tegels, schilderdeuren, een badkamer en een keuken”, aldus Roeland Van de Sande. “Duurzaamheid speelt in Kaai 24 een belangrijke rol: het is een volledig fossielvrije site geworden. Water-waterwarmtepompen wisselen warmte uit met het kanaalwater om de woonunits op een duurzame manier te verwarmen. Daarnaast werden de daken maximaal van PV-panelen voorzien. Om het vereiste E-peil van 35 te halen, hebben we eveneens sterk ingezet op de isolatie van de gebouwenschil.”

Naast de hindernis met het historisch erfgoed bleek Kaai 24 ook de nodige bouwkundige uitdagingen met zich mee te brengen. “Het architecturale concept liet bitter weinig speling op de maatvoering toe”, verduidelijkt Roeland Van de Sande. “Dit was vooral bij de overkragende elementen – de terrassen van blok A – een heikel punt, omdat deze al in de ruwbouw waren geplaatst en dus direct de raamslagen en gevellijnen bepaalden. Deze balkons en gaanderijelementen lopen van de gevel- tot aan de raamlijn, wat enerzijds een maatvaste productie en anderzijds een minutieuze plaatsing vereiste. Bij enige afwijking zou de gevel- of raamlijn – of beide – niet kloppen. Verder is het plaatmateriaal van de gevel van blok A een technisch hoogstandje. Met een voeg van amper 1 centimeter gold ook daar de nood aan een perfecte maatvoering bij productie en een erg nauwkeurige plaatsing. Last but not least waren de raammaten op plan gemaakt, waardoor er ook op dit vlak nagenoeg geen speling was.”