Specialist in gevelarchitectuur start met gevels in CO2-arm beton

Binnenkort schakelt Loveld over op CO2-arm prefabbeton. Voorlopig is alleen het grijze beton CO2-arm, maar de productie van CO2-arm gekleurd architectonisch beton volgt snel. Hoe de specialist in gevelarchitectuur de CO2-uitstoot van zijn productieproces reduceert? Door het cement te vervangen door metaalslakken uit hoogovens. Met dank aan start-up ResourceFull, opgericht door bouwkundig ingenieurs van de KU Leuven.

Project sales & development manager Vincent Termote: “In het verleden hebben we al veel gedaan om duurzamer te worden. Om enkele voorbeelden te geven: in 2010 waren we een van de eerste bedrijven met een groot zonnepanelenpark – toen het grootste in België. We bouwden een waterzuiveringsinstallatie waarmee we al ons proceswater hergebruiken, zodat we geen enkele druppel vuil water meer in het kanaal Gent-Brugge lozen. Gecombineerd met de opvang van het regenwater van onze daken gebruiken we nog maar een minimum aan leidingwater. We vervingen ons volledige wagenpark door hybride en elektrische wagens, verlichten alleen nog maar met led, gebruiken vorkheftrucks op batterijen en verwarmen onze gebouwen energievriendelijk.”

“Vorig jaar zijn we gestart met de verduurzaming van ons prefabbeton. De markten in Nederland en Groot-Brittannië, waar we ook actief zijn, dwongen ons daartoe. Daar ontwikkelen, renoveren en bouwen ze nog veel meer dan hier. Omdat hoogbouw en verticale steden er zijn ingeburgerd, gebruiken ze heel veel prefabbeton. Maar betonverwerkende bedrijven zijn afhankelijk van de cementindustrie, een zware industrie die veel CO2 uitstoot. Daarom zetten ze in die landen sterk in op de CO2-prestaties van het productieproces. De eisen zijn er veel strenger dan in België. Ontwikkelaars kunnen er niet doen wat ze willen. Groot-Brittannië paste bijvoorbeeld de BREEAM-duurzaamheidscertificatie van materialen en technieken aan en nam BREEAM als vereiste op in hun wetgeving.”

Vincent Termote: “Onze zoektocht naar duurzamer beton zijn we gestart met een onderzoek. Daarvoor namen we ResourceFull onder de arm, een spin-off van de KU Leuven. Samen met hen bekeken we of we cement konden vervangen door gemalen, gegranuleerde hoogovenslakken, een afvalproduct van de staalindustrie. Want cement vervangen doe je niet zomaar. Om een voorbeeld te geven: de beginsterkte van beton is heel belangrijk. De voorwaarden om die sterkte te behalen, hangen af van het klimaat waarin je het beton produceert. Samen met ResourceFull zijn we beginnen zoeken naar het juiste mengsel van cement en hoogovenslakken om beton te produceren dat dezelfde kwaliteit en sterkte heeft als beton dat gemaakt is met 100 % cement.”

“Ondertussen hebben we het juiste mengsel gevonden. Bij de productie van ons grijze beton schakelen we nu over naar een CO2-gereduceerd proces. We focussen in eerste instantie op grijs beton, omdat dat altijd gemaakt wordt op basis van hetzelfde betonrecept. Onze klanten mogen gerust zijn: ze krijgen hetzelfde product als voordien. Ook prijstechnisch is het even stabiel. Omdat in architectonisch beton veel meer kleuren verkrijgbaar zijn, bekijken we in een tweede fase welke kleuren en recepten de architecten en onze klanten het meest vragen. Ook voor die kleuren zullen we dan overschakelen op CO2-arme productie. We kijken zelfs al verder: kunnen we cement door nog andere materialen vervangen dan hoogovenslakken? We tekenden al een roadmap uit tot 2026, waarin we concreet uitstippelden met welke ingrepen we nog kunnen blijven klimmen op de ladder van CO2-gereduceerd beton.”

Loveld realiseerde al een project met zijn CO2-arme beton: de prestigieuze Sir Michael Uren Hub van het Imperial College London. Een state of the art biomedisch onderzoekscentrum. De betonnen gevelelementen werden met 40 % minder CO2 geproduceerd. “De Sir Michael Uren Hub is niet toevallig het eerste project waar we beton van hoogovenslakken gebruikten. Michael Uren ontwikkelde en commercialiseerde de technologie om cement te maken van hoogovenslakken. Het was dus een symbolische keuze”, besluit Vincent Termote.